JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

‘Jongeren’ verknoeien het voor jongeren

Pieter Bauwens25/6/2022Leestijd 4 minuten

foto © Belga

Het was de week van de ‘jongeren’ die amok maken op recreatiedomeinen ten koste van jongeren en alle andere bezoekers. Let op de aanhalingstekens.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het was de week van de ‘jongeren’. De vakantie is nog niet begonnen of in zowat elk Vlaams provinciaal domein waren er ‘problemen’ of ‘opstootjes’ met ‘jongeren’. Wie zijn die ‘jongeren’ eigenlijk? Want als we ons de vraag stellen, ‘wat doen we aan het probleem’, moeten we toch eerst het probleem benoemen?

Kamp 0,0%

Wie zijn de ‘jongeren’ die amok maken in de recreatiedomeinen? Misschien zijn het de jongens en meisjes van de scouts, de Chiro en de KSA? De jeugdbewegingskinderen. Maar die zou de pers toch bij naam noemen én verdedigen? Als enkele Waalse gemeenten de jeugdkampen droogleggen, wegens te veel miserie in het verleden, staan media en politiek in rep en roer.

De jeugdbeweging is een middenklasse fenomeen. Het zijn dus de kinderen van politici en journalisten die lid zijn. En neen, er is geen probleem met drankmisbruik op kamp. Of heel misschien op een uitzonderlijke situatie na, hier en daar. Dat de jongere generatie met binge drinken een problematische omgang met alcohol heeft, daar sluiten we de ogen voor. Dat dat ook op kampen gebeurt, dat zien de ouders liever niet. Dus die jongeren zijn het niet. Die doen geen vlieg kwaad.

Veuve Clicquot

Zijn het misschien rijkeluisjongeren? Die met de flessen Veuve Clicquot uit vaders kelder onder de arm naar een recreatiedomein trekken? Eens de flessen leeg zijn, beginnen ze ruzie te zoeken met de niet-champagnedrinkers? Neen. Die liggen liever aan hun eigen zwembad, drankvoorraad bij de hand. Daarbij zouden die zeven-vinkjes-jongeren zeker door de pers benoemd worden. Ze zijn al de oorzaak van alle kwaad. Die witte geprivilegieerde jongeren zijn het dus ook niet.

Zijn het dan LGBTQIA+-jongeren? Die maken misschien amok in de roes van de ‘pride-maand’. Je staat wat in de kijker, dat stijgt wat naar het hoofd en je maakt amok met iedereen die je wat scheef bekijkt? Maar ook hier… Die groep zou toch genoemd worden door de pers?

Collegejeugd

Zijn het dan de studerende jongeren die in het weekend de remmen los gooien? Die van mij waren vorig weekend en deze week nog naarstig aan het studeren. En volgens de berichten zijn de ‘jongeren’ niet van hier, ze komen met de trein. Meestal een trein vanuit Brussel. Zijn het dan misschien Brusselse ‘jongeren’? Dat kan, die komen wel eens vaker voor in persberichten.

Die ‘jongeren’ zijn ook meestal ‘jongens’. Op de beelden van die opstootjes die je op sociale media ziet, zijn zelden of nooit meisjes te zien bij die ‘jongeren’. Er is sprake van een zware oververtegenwoordiging van toxische mannelijkheid. Maar gek genoeg, het is toch een geliefd onderwerp dezer dagen, blijft ook dat onvermeld.

‘Bruxelles je t’aime’

Het zijn dus vooral jongens uit Brussel die als ‘jongere’ worden omschreven. Dat kan natuurlijk wel. Brussel behoort tot geen enkele provincie en dus heeft het geen provinciale recreatiedomeinen! Zoals bij elk Brussels probleem, wordt voor de oplossing naar Vlaanderen gekeken. Brussel heeft geen recreatiedomeinen nodig, Vlaanderen heeft er genoeg. Neem de trein, een groepsticket is goedkoper, en voilà. De ‘jongeren’ ontvluchten de stad, zeker omdat het hitte-eilanden zijn. Meisjes hebben daar binnenshuis minder last van. Dus eigenlijk zijn die ‘jongeren’ klimaatvluchtelingen. Het zijn slachtoffers!

We kunnen er hier wat lacherig over doen. Maar het is een vaststelling dat groepen uit de samenleving altijd voluit worden beschreven als ze slachtoffer zijn. In het andere geval bestaan er geen groepen en zijn we allemaal Brusselaars, Vlamingen of Belgen. Naar gelang het uitkomt. De kop gaat in het zand en we spreken over ‘jongeren’. Wie zijn dat, waarom zijn het vooral jongens? Waarom komen die niet gewoon van de zon en het water genieten, maar moeten ze op de vuist gaan met anderen, zelfs met de redders? Noteer dat er enige gelijkenissen zijn met wat in Brussel gebeurt, daar worden hulpdiensten zoals de brandweer met stenen en andere objecten bekogeld bij interventies. Waarom moeten ze de dag vergallen van jongeren (zonder aanhalingstekens), gezinnen, andere bewoners van kleine rijhuizen en appartementen die verpozing zoeken in zo’n recreatiedomein? Wat is er toch met die ‘jongeren’ aan de hand?

Deze week in de Vlaamse media

Wat er precies aan de hand is, zal u wel kunnen lezen in onze onovertroffen pers. We weten hoe dat gaat. Na de problemen van vorig weekend komen er deze week gegarandeerd reportages waarin die ‘jongeren’ aan het woord gelaten worden. Tegengewicht voor de redders en de verontwaardigde moeders van vorige week.

Eens te meer zal blijken dat het die ‘jongeren’ hun schuld niet is. Ze willen dat niet, die opstootjes. Ze worden geprovoceerd. Het is het structureel Vlaamse racisme, die witte privileges, ze voelen zich onbegrepen, ze worden behandeld als probleem en gedragen zich dan maar zo. Slachtoffers, dat zijn die ‘jongeren’. En het is hun schuld niet, maar de onze. Hoe moeten wij ons gedrag aanpassen zodat we die ‘opstootjes’ kunnen voorkomen?

Sympathie

Mijn sympathie gaat naar ouders met kinderen uit Gent, Mechelen of Sint-Niklaas die nu online moeten inschrijven voor een dagje aan het water. Niet meer plots kunnen beslissen, ‘we gaan naar het recreatiedomein’. Of zelfs niet meer durven gaan.

Mijn sympathie gaat uit naar de Brusselse jongeren die moeten leven met de associatie van de Brusselse ‘jongeren’. Iedereen weet dat het gaat om Brusselse jongeren met een migratieachtergrond. Maar ze worden ‘jongeren’ genoemd. Wel mijn sympathie gaat uit naar die Brusselse jongeren met migratieachtergrond die geen ‘jongeren’ zijn. Die ‘jongeren’ zijn een kleine groep die het moeilijk maken voor een grote groep die er wel iets willen van maken.

Laat ze maar in de steek

Het probleem niet benoemen, ze ‘jongeren’ noemen en ze gelijk geven, helpt niemand. Dergelijk slap beleid laat vooral de Brusselse jongeren in de steek én de Vlamingen die enkel die domeinen hebben, bij gebrek aan eigen tuin of ruimte. Die Vlaamse gezinnen kunnen nergens terecht. De Brusselse jongeren -en bij uitbreiding Vlaamse jongeren met een migratieachtergrond – worden, overal waar ze komen geassocieerd met de ‘jongeren’.

Als we een inclusief Vlaanderen willen, moeten we die amokmakende ‘jongeren’ hard aanpakken. Die ‘jongeren’ de hand boven het hoofd houden, pamperen of ongestraft laten, is een kanker zaaien in onze samenleving. Als we die ‘jongeren’ hard aanpakken, dan kunnen de jongeren rustig genieten van onze recratiedomeinen. Ze zijn welkom. Die ‘jongeren’ niet.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, zegt Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.