JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Kaboel aan de Leie

Over de 'Conventie van Genève'

Miel Swillens16/11/2015Leestijd 3 minuten

Een Nederlandse analyse van deze conventie zei pertinente dingen

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Tijdens het openingscollege politicologie aan de UGent met als thema de vluchtelingencrisis pleitte Bart De Wever voor een debat over de Conventie van Genève. Die Conventie, zoals de lezer allicht weet, dateert van 1951 en regelt het asielrecht. Er volgden verontwaardigde reacties, ook van de coalitiepartners. Minister van Oppositie Kris Peeters was er als de kippen bij om De Wevers voorstel af te schieten. Zelfs nadat het congres van de Europese Volkspartij zich had uitgesproken voor een update van de Conventie, haastte de CD&V-woordvoerder zich om te verklaren dat het niet om een uitholling maar een verbetering ging. Zo zouden ook klimaatvluchtelingen in het verdrag kunnen worden opgenomen. Ook Alexander De Croo vond het voorstel van De Wever maar niks. Jong VLD, wellicht na het roken van wat eigen kweek, ‘corrigeerde’ de brief van De Wever aan de Europese centrumrechtse partijen en wil asiel voor iedereen op zoek naar een beter leven.

De Conventie van Genève is blijkbaar een meid voor alle werk. Er worden politieke spelletjes mee gespeeld. Voor de enen is ze een stormram om open grenzen te forceren, voor de anderen een humanitair rookgordijn waarachter ze hun radeloosheid kunnen verbergen. Maar hoe zit dat met dat Vluchtelingenverdrag? De Nederlandse econoom Paul Hekkens schreef daarover een interessant opiniestuk in De Volkskrant van 16 mei laatstleden, Vluchtelingenverdrag laat indringers te makkelijk toe. Over de Conventie van 1951 zegt Hekkens:

‘Het internationaal verdrag betreffende de status van vluchtelingen uit 1951, oftewel het Vluchtelingenverdrag van Genève, heeft oorspronkelijk slechts een beperkte strekking. Het bepaalt enkel de rechten van vluchtelingen uit conflictsituaties van voor 1951. Het richt zich op het verleden en niet op de toekomst. Het verdrag is opgesteld om in het reine te komen met de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Het is niet bedoeld om ten aanzien van toekomstige conflicten uit te maken wie als vluchteling erkend dient te worden.’

Dat is iets anders dan wat wij hier doorgaans horen. Pas in 1967 werd het verdrag door het Protocol van New York uitgebreid tot alle mogelijke conflicten waar ook ter wereld en geldt het dus ook voor de ongewisse toekomst. Maar in 1967 liep er nog een IJzeren Gordijn dwars door Europa en waren mobiliteit en communicatie archaïsch in vergelijking met vandaag. In 2015 ziet de wereld er helemaal anders uit en biedt het verdrag onverhoopte mogelijkheden aan al wie erin slaagt de Europese buitengrenzen over te steken. Hekkens schrijft:

‘De asielzoekers hebben met het asielrecht een middel in handen om in te breken in de rechtsgang van een land naar keuze. Eenmaal binnen die rechtsgang is het vervolgens aan het betreffende land de asielaanvraag te beoordelen. Dat is natuurlijk heel moeilijk omdat rechters geen onderzoek in het land van herkomst kunnen doen en ook omdat de autoriteiten aldaar niet meewerken. Dan zie je dat rechters in geval van twijfel toch maar asiel verlenen.’
‘Het Vluchtelingenverdrag,’ zo besluit Hekkens, ‘werkt als een haakje op de deur dat indringers van buitenaf kunnen openen.’

Lange tijd was het mogelijk naast de absurde consequenties van het Vluchtelingenverdrag te kijken. Maar met de aan de gang zijnde asiel-invasie kan dat niet langer. Miljoenen zijn op weg naar Europa. Stel dat er ergens nog een oorlog uitbreekt, bijvoorbeeld tussen India en Pakistan, dan hebben alle inwoners van die landen, ongeveer anderhalf miljard mensen, recht op asiel in Europa. Voor iedereen die nog over een greintje gezond verstand beschikt, is het duidelijk dat de Conventie van Genève grondig moet worden aangepast.

De N-VA heeft dat ingezien. Maar de coalitiepartners CD&V en Open VLD blijven doen alsof het Vluchtelingenverdrag een sacrale tekst is waaraan geen jota mag worden veranderd. Die moral grandstanding bewijst dat dwaasheid of hypocrisie ook geen bovengrens heeft. Wat willen CD&V en Open VLD eigenlijk? Leggen zij zich neer bij het controleverlies over onze toekomst? Hoe zien zij het Vlaanderen van onze kinderen en kleinkinderen? Bangladesh aan de Schelde? Kaboel aan de Leie?

De burger is terecht verontrust. Hij heeft vragen, maar de antwoorden komen niet. Dat zet veel op losse schroeven.

Miel Swillens is een Vlaamse columnist en oud-medewerker van het weekblad Tertio. Hij studeerde Germaanse filologie aan de RUG en is een oud-leraar van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas en ook van de Vrije Handelsschool Sint Joris in Gent. Hij schreef in het verleden teksten voor Miek en Roel, zoals Het Verdronken Land Van Saeftinge (1970) en Het Land Van Nod (1970). Miel overleed in augustus 2017.

Meer van Miel Swillens

De auteur van dit essay Jan-Werner Müller is hoogleraar politiek aan Princeton University, maar werkt momenteel als onderzoeker rond het thema populisme aan de universiteit van Wenen. Wat is populisme? is gebaseerd op lezingen die Müller gaf aan het Weense Institut für die Wissenschaften vom Menschen en draagt daar ook de sporen van. Een vlot leesbare tekst kan je het niet echt noemen. Daarvoor is de toon en de aanpak te academisch. Of wat dacht je van volgende zin?

Commentaren en reacties