JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Ieder zijn kasteel

Moeten we ons schuldig voelen?

Philippe Clerick20/6/2018Leestijd 3 minuten

kasteel chambord

kasteel chambord

foto © Reporters

67 procent van de Belgische gezinnen woont ruimer dan de Europese norm. Heeft De Standaard daar een probleem mee?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ik zal nooit iets slechts zeggen over ons aardige huisje aan de bosrand, maar ’t is geen kasteel, en eigenlijk kun je toch niet helemaal gelukkig zijn als je niet in een kasteel woont. Dat kasteel moet dan liefst niet zo groot zijn als dat van Chambord, of dat van Citizen Kane in die film – liever iets als Molensloot van kapitein Haddock, of dat landhuis van Milou en mai, of zo’n neo-gotisch optrekje midden in een parkje, zoals je vaak ziet langs de kant van de weg als je ergens naartoe rijdt. Zelf heb ik het geluk om op een kasteelachtige school les te geven, met ruime lokalen, hoge muren, brede gangen, royale trappen en een uitgestrekt park. De verkwisting van ruimte is er hartverwarmend.

Iedereen een kasteel

Zo’n kasteel – ’t is, vind ik, de enige beschaafde manier van wonen. Iedereen zou er eentje moeten hebben. Ook het dienstmeisje dat er het stof opneemt en de butler die er opdient zouden ’s avonds thuis moeten komen in een woning van vorstelijke afmetingen. Soms zie je interviews met rijke mensen uit Hollywood, oude filmsterren of populaire zangers of producers, en die zitten dan hun verhaal te vertellen in een kamertje van vier op vier, met de rug tegen de muur gedrukt, in een fauteuil die te veel te groot is voor de krappe ruimte. Zielig vind ik dat.

Kubieke meters woonruimte

Iedereen een kasteel? Wij zijn er nog lang niet, maar in ons land zijn we al wat dichter bij dat ideaal dan andere landen. Europa houdt daar statistieken van bij. ’t Zijn helaas niet de cijfers die ik zou willen weten, namelijk die van de hoeveelheid vierkante meter woonruimte waarover de gemiddelde Belg, Nederlander, Fransman of Maltees beschikt. Of liever nog: van de hoeveelheid kubieke meter, want de hoogte van de kamers telt ook mee. Ik ben opgegroeid in een huis met hoge kamers.

Aantal slaapkamers

Maar de Europese cijferaars hebben dus geen kubieke meters geteld. Ze hebben geteld hoeveel slaapkamers een gezin heeft per aantal gezinsleden, zonder de grootte of de hoogte van die slaapkamers mee te tellen.* En aangezien het om Europa gaat, heeft men meteen een Europese norm uitgewerkt voor dat aantal slaapkamers. Als je bijvoorbeeld een gezin hebt met twee kinderen van hetzelfde geslacht en die zijn jonger dan twaalf jaar, dan hebben die recht op één gemeenschappelijke slaapkamer. Maar als er eentje ouder wordt dan twaalf, moet het gezin verhuizen zodat de kinderen elk een aparte slaapkamer krijgen – anders wordt niet aan de norm voldaan. Zo’n twee jongens of zo’n twee meisjes – één van twaalf en één van dertien – op één kamer, dat kan Europa moeilijk goedkeuren, dat begrijp je wel.

Ruimer … dan nodig?

In ons land valt het in elk geval goed mee. Slechts 5 procent van de bevolking woont krapper dan de norm en 67 procent  woont ruimer dan de norm, wat De Standaard van 13 juni dan verwoordt als ‘ruimer dan nodig’. Dan nodig? Ik zal het maar meteen toegeven: wij wonen ruimer dan nodig, want we hebben drie slaapkamers en maar één kind. We reizen ook verder dan nodig, we baden ons vaker dan nodig, en we eten grotere ijsjes dan nodig. Ik zit langer achter de computer dan nodig, mijn vrouw ververst de lakens vaker dan nodig, en mijn zoon voetbalt scherper dan nodig. Naar zijn punten te oordelen, studeert hij ook harder dan nodig. En ik denk dat we met het hele gezin– als we het oude Indische ascetisme als maatstaf nemen – frequenter inademen dan nodig.

Zes procentpunten gezakt

Uitstekend nieuws dus: wij Belgen wonen ruimer dan nodig. Maar we moeten niet op onze lauweren rusten. In 2012 woonde nog 73 procent van de Belgen ruimer ‘dan nodig’ en nu maar 67 procent meer. Wij zijn dus zes procentpunten gezakt. Wij zijn potverjandriedubbeltjes ingehaald door Cyprus, terwijl we enkele jaren geleden nog drie procentpunten voor lagen op die eilandbewoners. Het is tijd dat we die inzinking te boven komen. Op naar de 100 procent overschrijding van de norm! En op middellange termijn: iedereen zijn kasteel!

 

* Ook de keuken met kookeiland, de studeerkamer en het biljartzaaltje worden in de Europese cijfers niet in rekening gebracht.

 

Philippe Clerick (1955) studeerde romanistiek en germanistiek en is leraar Nederlands. Politiek ongebonden na een extreemlinkse jeugd. Hij houdt een Clericks weblog bij van wat hem te binnen valt over Karl Marx, Tussy Marx en Groucho Marx. En al de rest.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.