Op 1 mei vond in de Jordaanse hoofdstad Amman een meeting plaats tussen de ministers van Buitenlandse Zaken van Egypte, Irak, Jordanië, Saoedi-Arabië en Syrië. In 2011 werd Syrië uit de Arabische Liga gegooid vanwege haar repressieve optreden tegen opstandelingen in het kader van de Arabische Lente. Dit leidde tot een zware burgeroorlog die onder meer een enorme vluchtelingestroom veroorzaakte, ook naar Europa. Syrië kreeg en krijgt militaire ondersteuning van Rusland en Iran, terwijl veel Arabische landen lange tijd de…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Op 1 mei vond in de Jordaanse hoofdstad Amman een meeting plaats tussen de ministers van Buitenlandse Zaken van Egypte, Irak, Jordanië, Saoedi-Arabië en Syrië. In 2011 werd Syrië uit de Arabische Liga gegooid vanwege haar repressieve optreden tegen opstandelingen in het kader van de Arabische Lente. Dit leidde tot een zware burgeroorlog die onder meer een enorme vluchtelingestroom veroorzaakte, ook naar Europa. Syrië kreeg en krijgt militaire ondersteuning van Rusland en Iran, terwijl veel Arabische landen lange tijd de rebellen tegen president Bashar al-Assad steunden.
Ontspanning met Syrië
In het Midden-Oosten is steeds meer te horen dat de uitsluiting van Syrië uit de Arabische Liga achteraf gezien als een vergissing kan worden beschouwd, omdat het land zo in de armen werd gedreven van Iran en Rusland. Dat het niet-Arabische Iran de belangrijkste bondgenoot is van Syrië, terwijl dat de Baath-ideologie die Syrië (alvast in theorie) verdedigt Arabische solidariteit en eenheid predikt, is op zich al een anomalie. Met de organisatie van de 1 mei-meeting wil Jordanië zich positioneren als regionale en onmisbare leider, meent de Israëlische krant The Jerusalem Post te weten.
Twee weken geleden vond er al eens een meeting plaats in Jeddah (Saoedi-Arabië), met de Gulf Cooperation Council, Egypte, Jordanië en Irak over hetzelfde thema. En er werd ook een zekere dynamiek gecreëerd door de recente en verrassende verzoening tussen Iran en Saoedi-Arabië (zie bij Doorbraak op 20 maart). En vorige maand bracht de Saoedische minister van Buitenlandse Zaken een bezoek aan Damascus.
Maar niet alle Arabische landen staan te springen om Syrië terug te aanvaarden als Arabisch broederland. Zo is er heel wat terughoudendheid in Jemen, Koeweit, Marokko en Qatar, terwijl de Verenigde Arabische Emiraten, die ooit gewapende milities tegen Assad steunden, de eersten waren om terug banden aan te knopen met president Assad. Maar ook Syrië heeft zo haar wensen. De Syrische regering heeft nog steeds niet de volledige controle over het land, Idlib en omgeving is nog altijd in handen van rebellen, de Turken bezetten een zogenaamde veiligheidszone in het noorden, en het Koerdisch gebied in het noordoosten van Syrië is autonoom. Het is precies in het Koerdisch gebied dat zich de (eerder beperkte) Syrische olievoorraden bevinden.
Verzoening in Syrië
Maar de eventuele terugkeer van Syrië in de Arabische Liga is verbonden aan voorwaarden. Zo eisen de Arabische landen een stop van de drugshandel, een vertrek van buitenlandse milities en terroristische organisaties uit Syrië en een terugkeer van de Syrische vluchtelingen. Het is de economische maffia rond de Syrische president Assad die verantwoordelijk is voor de handel in het verdovende middel Captagon, die vanuit Syrië eerst Jordanië bereikt, dat dan als transitland dient voor de Golfstaten (Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten). De Captagon-handel is pas begonnen in 2018, toen Assad opnieuw het zuiden van Syrië in handen kreeg, waar zich de grens met Jordanië bevindt. Het was in het zuiden van Syrië dat sedert 2011 het verzet tegen het regime van Assad, begon, meer bepaald in Deraa.
Zowel Jordanië, Libanon als Irak hebben massa’s Syrische vluchtelingen opgenomen. Deze landen beseffen goed dat, willen ze die vluchtelingen ooit zien terugkeren naar Syrië, ze niet anders zullen kunnen dan terug on speaking terms te komen met de Syrische regering. Maar die terugkeer verloopt niet van een leien dakje, want veel Syrische vluchtelingen vrezen bij een terugkeer in de gevangenis te zullen worden gegooid. Of ze lopen het risico dat de regering hen zal verplichten te dienen in het leger. Daarom vragen de betrokken Arabische landen dat er een algemene verzoening zou komen in al-Sham (zoals Syrië in het Arabisch ook wel heet), die doet denken aan de nationale verzoening die er gekomen is na de Algerijnse burgeroorlog van de jaren ‘90.
Israëlisch en Russisch belang in Syrië
Het vertrek van buitenlandse milities en terroristische groeperingen uit Syrië is ook al niet eenvoudig. Zowel Iran, Rusland, Turkije als de Verenigde Staten zijn militair aanwezig in Syrië. Iran gaat haar bondgenoot Syrië niet zo maar laten vallen, en gebruikt haar aanwezigheid daar om druk uit te oefenen op aartsvijand Israël (Syrië en Israël zijn buurlanden) en de Verenigde Staten in het kader van de nucleaire onderhandelingen tussen het Westen en Iran. Turkije heeft een veiligheidszone (bezettingszone) gecreëerd in het noordoosten van Syrië, aan de grens met Turkije, om de Koerdische milities in de hand te houden.
Rusland is iets minder actief in Syrië omwille van de oorlog in Oekraïne, maar wil Syrië niet loslaten omdat Iran dan de eerste viool zou spelen in het land. En dat is ook de reden dat Israël blij is met de Russische aanwezigheid in Syrië, en geweigerd heeft in te gaan op het verzoek van de Verenigde Staten om Rusland te boycotten wegens haar invasie in Oekraïne.
De Verenigde Staten hebben hun militaire aanwezigheid in Syrië sterk gereduceerd onder het presidentschap van Donald Trump, en keren zich tegen de normalisatie van betrekkingen met Syrië, omdat Israël dat zo wil (de Libanese sjiitische militie Hezbollah krijgt via Syrië wapens van Iran).
Bondgenoten of terroristen
We zitten zo in de merkwaardige situatie dat alle landen die militair aanwezig zijn in Syrië, niet-Arabische landen zijn. Er is trouwens al lang onenigheid tussen de Verenigde Staten en Turkije, want terwijl de Verenigde Staten de Koerdische milities beschouwen als een bondgenoot (milities die een grote rol hebben gespeeld in de strijd tegen de Islamitische Staat), zijn dat voor Turkije een bende terroristen. Ze hebben namelijk wel degelijk banden met de Koerdische PKK in Turkije.
De Verenigde Staten willen ook vermijden dat de Koerden zich verzoenen met Assad, want het ‘risico’ dat ze dat gaan doen bestaat wel degelijk, om zo een front te creëren tegen de Turkse aanwezigheid in het land. Het is overigens de boycot van Syrië door de Verenigde Staten die de heropbouw van het land onmogelijk maakt, en verhindert dat buitenlandse bedrijven (denk maar bijvoorbeeld aan het Belgische Besix) actief zouden worden in Syrië.
Op 19 mei vindt er in Saoedi-Arabië een top van de Arabische Liga plaats. Daar zou men er eventueel toe kunnen beslissen Syrië terug op te nemen in de Arabische familie, ook al is de tijd daar vermoedelijk nog niet rijp voor. Maar een Syrische aanwezigheid op de top is wel waarschijnlijk.