Twee miljard euro is de omzet van Sibelco. Staal was Wallonië, non-ferro werd en blijft Vlaanderen. Een weinig bekende bodemstof is zand, meer bepaald het witzand van Sibelco uit de Kempen. De familie Emsens, de hoofdeigenaar, is onbekend en geen schallende naam als Solvay of Bekaert. Tijdens het weekend waren er hiep-hiep-hoeracijfers. Twee miljard euro is de omzet van Sibelco, opgetekend in 2022 met 5.100 werknemers in 31 landen en 245 vestigingen. De bedrijfswinst is 142 miljoen euro, plus er…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Twee miljard euro is de omzet van Sibelco. Staal was Wallonië, non-ferro werd en blijft Vlaanderen. Een weinig bekende bodemstof is zand, meer bepaald het witzand van Sibelco uit de Kempen. De familie Emsens, de hoofdeigenaar, is onbekend en geen schallende naam als Solvay of Bekaert.
Tijdens het weekend waren er hiep-hiep-hoeracijfers. Twee miljard euro is de omzet van Sibelco, opgetekend in 2022 met 5.100 werknemers in 31 landen en 245 vestigingen. De bedrijfswinst is 142 miljoen euro, plus er verschijnt een dik dividend voor de moeilijk ter beurze te verwerven aandelen: per stuk vangt de aandeelhouder 117,20 euro bruto. Hogere prijzen en overnames pompten de resultaten op.
Mijnheer Stany
Sibelco begon als zandboer in het negentiende-eeuwse Mol en is een huisnaam voor iedereen die genoot van het Zilvermeer met zijn witte strand en dennen. Het Zilvermeer is een kind van 150 jaar graven naar witzand in de Noorderkempen. De reserves strekken zich uit tot in de Nederlandse grensprovincie Noord-Brabant. Vandaag ontgint Sibelco wereldwijd minerale grondstoffen, van eenvoudig zand tot hoogwaardig kwartszand (aanloop naar chips), zirkoon en bentoniet. Zandwinning is een betrekkelijk eenvoudige technologie: het geheim is grote reserves bezitten en deze op een slimme manier ledigen tot de laatste korrel.
Sibelco is familiaal verwant met Eternit/Etex, eveneens gesticht door een Emsens. De laatste Emsens aan de kop van Sibelco was ‘mijnheer Stany’: vandaag leiden buitenstaanders de multinational. Stany was intuïtief, met klare taal en de wil tot macht en overleed op zijn 93ste in 2018. Krachtige bedrijfsleiders, afstammelingen van mercantiel-industriële ondernemingen die vertoeven in door bos omgeven, kalmerende oorden, heb je weinig in België. Stany Emsens hield van de Kempen en zijn buitenplaats in het groen, en kon industrieel-familiaal verder terugblikken dan de nazaten van Solvay, Janssen (UCB), Boël, Gevaert en Bekaert. Hij woonde in een aards paradijs van honderden hectaren bij de oorsprong van Sibelco, het Kempense witzand en de semi-plantage Stevensvennen tussen Mol, Dessel en Lommel. Een oord met jarenlang de uitstraling van een kolonie van de hogere Franstalige burgerij. Een semi-Congo met blanke inboorlingen.
Het jaar 1830
Het Kempense witzand is een industrieel facet van ‘Het verhaal van Vlaanderen’. De Kempen zijn in 1830 een onverzorgde leegte tussen Antwerpen en Luik. Jonge bourgeois — tuk op interne kolonisering — ontwerpen enige jaren na de onafhankelijkheid ‘corridors’, kanalen en steenwegen. De graafpartij wil het Schelde- en Maasbekken koppelen zonder Nederland te raken, en de dorre Kempen bevloeien. De kanalen doorbreken de eolische dekzanden waaronder het zilverzand in ontginbare dikten van 5 tot 30 meter sluimert.
Op het verbindingskanaal Witgoor-Dessel, gegraven in 1850, halen schippers het eerste luxezand op in hun netten en verkopen het in Antwerpen voor borrelgeld. De Mollenaren zijn zich niet bewust van hun bodemrijkdom, maar het zilverzand zweept de ondernemingsdrift op van Waalse groevenbazen, Britten, Duitsers, en Nederlanders. En de kolonisering van de Kempense ondergrond begint. De Parijzenaar Joseph Guanilh sticht bijvoorbeeld de Société pour l’Exploitation Industrielle & Agricole de la Campine. De lokale bevolking blijft keuterboer of wordt knecht, meid of zandgraver. De burgerlijke invasie in de Kempen heeft een uitbreiding in de Onafhankelijke Congostaat van Leopold II. Dezelfde lui die de Kempen veroveren, investeren in Centraal-Afrika.
Plaggenhutten
De familie Emsens verschijnt laat op het Molse toneel en dan in het plunje van landbouwkolonist, niet als zandindustrieel. Stanislas Emsens, de voorganger van mijnheer Stany, verwerft in 1894 honderden hectaren aan het Schelde-Maaskanaal en de spoorlijn Mol-Wezel (Vieille Montagne). De woeste gronden worden rijp gemaakt voor pachtbedrijven van vijf à zes hectaren. Stevensvennen is de kern en de vijfde landbouwkolonie van Lommel met een steenfabriek, een brouwerij, een zandgroeve, een zagerij. De Kempense woestenij — de plaggenhutten zijn als woning nog gewoontjes (ga dat zien in Bokrijk) — wekt de belangstelling van het Franse glasbedrijf Saint-Gobain dat in 1866 zestig hectaren koopt ten noorden van Stevensvennen. Stichter Stanislas laat duizenden canadabomen aanplanten en het hooiland bevoorraadt de militaire cavalerie van het kamp te Beverlo.
De glasfabriek SEL (Stanislas-Emsens-Lommel) ontstaat in 1910 en Duitse arbeiders leren het nieuwe handwerk aan de Kempenaren. De Sahara, een quasi-steppe tussen Stevensvennen en Lommel, heeft tot vandaag de cité Klein-Duitsland, die afstammelingen groepeert van de arbeiders van de Duitse gebroeders Schulte met hun koperfabriek te Overpelt (later MHO).
Stevensvennen telt honderd huizen, een kerk en een schooltje. En het familiale eigendom (de landbouwkolonie, SEL en de Ancienne Sablière Emsens), opgebouwd door de eerste Stanislas Emsens, wordt bij zijn dood opgesplitst. Daarbij erft zoon Fernand de huizen met witblauwe luiken, en zoon Walter erft die met roodwitte luiken. Je kan het tot vandaag bewonderen langs de steenweg van Mol naar Lommel.
Uiteinde
Mol, Lommel en Balen zijn het Uiteinde van België; wat men elders buiten wil is voor de hei-paupers: Saint-Hubert zegt neen tegen een kernonderzoekscentrum en het atoomcentrum (SCK) duikt op in het Mol-Achterbos van de schilder Jacob Smits. Het verbeteringsgesticht — een goelag voor sloebers — krijgt een bakstenen vesting onder de Molse hoofdkerk; Vieille Montagne verhuist in 1891 van Angleur naar Balen-Wezel. Bij PRB (munitie), Glaverbel (glas) en de Wezelse loodfabriek werkt een Kempens lompenproletariaat.
Walter Van den Broeck, geboren in de cité van MHO te Olen, evoceert in het rauwe, arbeideristische toneelstuk Groenten uit Balen (1972) de sfeer in de Kempense zware industrie tot aan de bittere winterstaking in Balen-Wezel (1971). Germaine, een personage van het toneelstuk: ‘Iemand die naar school gaat buiten de cité na zijn veertiende is een stuk pretentie… Als ge in de cité geboren zijt, dan moet ge er maar blijven wonen. Tot ge creveert. Gelijk opa. Wat heeft zo’n mens aan zijn leven gehad? Honger en lood’….
Anno 2023 wordt Sibelco geleid door Hilmar Rode, de voormalige topman van Nyrstar en voorzitter is Bert De Graeve, ex-VRT en Bekaert. Sibelco van de ooit armtierige Kempen is vandaag een multinational met ballen.