JavaScript is required for this website to work.
post

Knack, Joël De Ceulaer en het nieuwe racisme van het politiek correct denken

Raf Praet12/10/2015Leestijd 2 minuten

De terugkeer van het wetenschappelijke racisme? Een vrije tribune van filoloog Raf Praet.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het racisme vierde hoogtij in de negentiende eeuw. Wetenschappers bestudeerden lichamelijke kenmerken verbonden aan een ras, en maakten op basis hiervan voorspellingen over de psychologie of het gedrag van mensen. Een specifieke tak van het wetenschappelijk racisme was de frenologie. Deze pseudowetenschap werd ontwikkeld door Franz Joseph Gall (1758-1828), die het karakter van een mens probeerde af te leiden uit de groei van bepaalde hersendelen en de corresponderende vorm van de schedel. Een forensische variant van deze onwetenschappelijke methode werd uitgewerkt door Cesare Lombroso (1835-1909), die de neiging tot crimineel gedrag dacht te kunnen afleiden uit gelaatstrekken.

Het wetenschappelijk racisme vond zijn politieke uitwerking in nazi-Duitsland. Onder meer de publicatie van het boek ‘Rassenkunde des deutschen Volkes’ in 1922 door Hans Günther (1891-1968) fundeerde de rassenpolitiek van Hitler. Het resultaat was –dit dient niet vermeld te worden – een van de zwartste bladzijden uit onze geschiedenis.

Gezien zijn geschiedenis, zijn onwetenschappelijkheid en zijn immoraliteit is het wetenschappelijk racisme terecht verbannen naar de donkerste hoeken van het museum voor wetenschapsgeschiedenis. Vooral maatschappelijke spelers uit politiek correcte, progressieve kant van onze samenleving hebben zich opgeworpen als bestrijders van sluipend racisme in onze samenleving.

Of niet? In zijn nieuwe reeks over verschillende meningen, verschenen bij Knack op 7 oktober 2015, bespreekt Joël De Ceulaer een van de methoden om het verschil tussen conservatieven en progressieven na te gaan. Mensen worden onder de hersenscanner gelegd, en er blijkt een correlatie tussen politieke voorkeur enerzijds en hersenstructuur anderzijds:

‘Uit deze resultaten kunnen we nog niet veel afleiden, maar wat we zagen, was duidelijk: de conservatives in onze steekproef hadden een wat grotere amygdala, bij de liberals zagen we dat een specifiek stukje van de cortex sterker ontwikkeld was.’ (Knack, 7 oktober 2015, p. 47).

Politieke voorkeuren (= gedrag) worden in De Ceulaers bespreking vlotjes gereduceerd tot een verschil in hersenstructuur (= lichamelijk kenmerk). In het stuk zelf wordt er omzichtig omgegaan met morele conclusies, maar in een voorbereidend interview is De Ceulaer minder voorzichtig. Hij geeft immers impliciet de evolutionaire superioriteit van linkse mensen aan: ‘linkse, progressieve mensen hebben een stukje van de cortex, de hersenschors, dat veel recenter van aard, van datum is, evolutionair gesproken’. In het artikel wordt tevens gealludeerd op het primitieve karakter van de amygdala, het zogenaamd conservatieve hersendeel: ‘Toch is er met die amygdala blijkbaar iets aan de hand. Bij conservatieven lijkt dat oeroude, amandelvormige stukje hersenen niet alleen groter, maar bij momenten dus ook actiever dan bij progressieve mensen.’ (Knack, 7 oktober 2015, p. 49). Het artikel vervolgt met onderzoeken die zouden aantonen dat mensen aan de rechterkant van het politieke spectrum niet alleen geslotener zijn, maar over het algemeen ook een lager IQ hebben. Langs een omweg worden de premissen van het wetenschappelijk racisme het politiek correct discours binnen gesluisd.

Joël De Ceulaer alludeert terecht op het gebrek aan rationaliteit in politieke debatten. Dit gebrek aan rationaliteit zit vooral genesteld in het politiek correct denken. Niet alleen gaat links uit van een ongefundeerde morele superioriteit –onder andere in het migratiedebat. Vandaag worden ook de instrumenten van de wetenschap gemobiliseerd om toch aan te tonen dat progressieven een stap verder zijn in de menselijke evolutie. De rassenkundigen uit nazi-Duitsland konden het niet beter gezegd hebben.   

 

Raf Praet is klassiek filoloog en doet momenteel onderzoek naar de late oudheid in het kader van zijn doctoraat aan de universiteiten van Groningen en Gent.

Raf Praet (1989) studeerde klassieken aan de universiteit van Gent. Na twee jaar als onderzoeksmedewerker in de byzantinistiek aan deze universiteit, voltooide hij zijn doctoraatsstudies in de oude geschiedenis aan de universiteiten van Groningen en Gent.  

Meer van Raf Praet
postRaf Praet7/12/2018

De Frontbeweging speelde in op de rol van de VS na het einde van de Grote Oorlog. VOS Vlaamse Vredesvereniging haalt die banden terug aan.

Commentaren en reacties