JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Kogels afschieten op de eigen bevolking

Marc Vanfraechem1/2/2019Leestijd 4 minuten
LBD40, een defensief wapen

LBD40, een defensief wapen

foto © fabrieksreclame

De gele hesjes mogen dan geen ideologie hebben, Macron heeft die wél : de ultima ratio regum, zoals gegraveeerd op de kanonnen van Louis XIV.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zelfs met buitensporig geweld lijkt Emmanuel Macron de woede van de gilets jaunes niet meester te worden, en de financiële toegevingen die hij deed hebben de bevolking zelfs nog kwader gemaakt, terwijl die nochtans een flink gat in zijn begroting zullen slaan. Hij begrijpt niet dat de onvrede dieper zit dan centen, en dat ze ook veel ouder is dan zijn aanmatigende en huichelachtige verkiezingsleuze ‘het ene zowel als het andere, links én rechts’– een slogan die voorlopig niet opgaat voor de rubberkogels die hij op de betogers laat afschieten, want die troffen tot nog toe telkens slechts één oog.*

Centralisme als ideologie

Wat Emmanuel niet snapt is dat het centrale gezag van Parijs niet meer aanvaard wordt. Het Franse centralisme staat onder druk van ‘la France périphérique’. Daar wees bijvoorbeeld de geograaf Christophe Guilluy twintig jaar geleden al op, maar wellicht drong die boodschap niet door bij zijn werkgever Rothschild & Cie,

Grotendeels is de bevolking ‘désaffiliée zegt Guilluy, ze heeft afgehaakt. Zeker, de gilets jaunes verwerpen het centralisme, maar verder gaan hun eisen alle richtingen uit, en het socialisme noch het liberalisme kunnen hen bekoren. Ideologisch valt er geen peil op te trekken.

In vroegere eeuwen en tot aan de Revolutie deed het katholicisme dienst als ideologisch bindmiddel, maar de revolutionairen vernietigden het – terwijl ze anderzijds het Parijse centralisme van Louis XIV onverkort overnamen.
Dat katholicisme had dus wel een bepaald nut, maar om de bevolking in het gareel te houden kan het nu niet meer dienen, evenmin als enige andere ideologie. Heinrich Heine waarschuwde in 1834, in zijn Zur Geschichte der Religion und Philosophie in Deutschland, al voor zo’n ontwikkeling. Lang voor Chesterton dus – ‘He who does not believe in God will believe in anything,’  althans volgens het citaat dat nergens bij hem te vinden is.

‘Als men de laatste nog zichtbare resten van het katholicisme zou verdelgen,’ schreef Heine, ‘dan kon het wel eens gebeuren dat de idee ervan in een nieuwe vorm weer opdook, toevlucht zocht in een ander lijf als het ware, en dat het, de naam christendom afleggend, ons in zijn nieuwe gedaante nog veel meer ergerlijke last bezorgt dan dat laatste in zijn huidige gebroken, geruïneerde en algemeen in diskrediet geraakte gestalte.’

Dat ideologieën ook door pure chaos konden vervangen worden vermeldt hij hier niet. Manu, die zich op twaalfjarige leeftijd liet dopen en vormen, zal het met Heine eens zijn vermoed ik, althans wat de grote lijnen betreft, maar wellicht minder met wat die een jaar later schreef over het Franse centralisme:

‘De achttiende eeuw heeft het katholicisme in Frankrijk zo grondig verpletterd,** dat er bijna geen levend spoor meer van overgebleven is, en dat wie het katholicisme in Frankrijk weer wil invoeren als het ware een volkomen nieuwe religie predikt. Onder Frankrijk versta ik Parijs, niet de provincie, want wat de provincie denkt maakt even weinig uit als wat onze benen denken; het hoofd is de zetel onzer gedachten. Ik heb me laten vertellen dat de Fransen in de provincie goede katholieken zijn; dat kan ik niet bevestigen of tegenspreken; de mensen die ik in de provincie aantrof zagen er allemaal uit als mijlpalen, met op hun voorhoofd gegrift hun grotere of kleinere verwijdering van de hoofdstad. De vrouwen daar zoeken in het christendom wellicht troost omdat zij niet in Parijs kunnen wonen. In Parijs zelf heeft het christendom na de Revolutie niet meer bestaan, en zelfs daarvoor al had het hier elke echte betekenis verloren. In een afgelegen hoekje van een kerk lag het te loeren als een spin, het christendom, en het sprong nu en dan haastig naar voren als het een kind in de wieg had weten op te merken, of een grijsaard in zijn doodkist. Ja, enkel bij twee gelegenheden, als hij net ter wereld kwam of die wereld net weer verliet, kwam de Fransman in de greep van de katholieke pastoor; de hele tijd daartussen was hij bij zijn verstand en lachte hij met wijwater en zalving.’

o-o-o-o-o

Das achtzehnte Jahrhundert hat den Katholizismus in Frankreich so gründlich ekrasiert,** daß fast gar keine lebende Spur davon übriggeblieben und daß derjenige, welcher den Katholizismus in Frankreich wiederherstellen will, gleichsam eine ganz neue Religion predigt. Unter Frankreich verstehe ich Paris, nicht die Provinz; denn was die Provinz denkt, ist eine ebenso gleichgültige Sache, als was unsere Beine denken; der Kopf ist der Sitz unserer Gedanken. Man sagte mir, die Franzosen in der Provinz seien gute Katholiken; ich kann es weder bejahen noch verneinen; die Menschen, welche ich in der Provinz fand, sahen alle aus wie Meilenzeiger, welche ihre mehr oder minder große Entfernung von der Hauptstadt auf der Stirne geschrieben trugen. Die Frauen dort suchen vielleicht Trost im Christentum, weil sie nicht in Paris leben können. In Paris selbst hat das Christentum seit der Revolution nicht mehr existiert, und schon früher hatte es hier alle reelle Bedeutung verloren. In einem abgelegenen Kirchwinkel lag es lauernd, das Christentum, wie eine Spinne, und sprang dann und wann hastig hervor, wenn es ein Kind in der Wiege oder einen Greis im Sarge erhaschen konnte. Ja, nur zu zwei Perioden, wenn er eben zur Welt kam oder wenn er eben die Welt wieder verließ, geriet der Franzose in die Gewalt des katholischen Priesters; während der ganzen Zwischenzeit war er bei Vernunft und lachte über Weihwasser und Ölung.

Die romantische Schule, Paris 1835.

___________
* Le Monde diplomatique van februari, op p.5 schrijft: On peut se demander si l’obstination du gouvernement à utiliser des armes et techniques dont ont sait qu’elles peuvent tuer ou mutiler ne relève pas d’une stratégie délibérée visant à dissuader les citoyens de manifester. Vraag is of de hardnekkigheid waarmee de regering wapens en technieken inzet waarvan geweten is dat ze dodelijk of verminkend kunnen zijn, niet voortkomt uit een bewuste strategie met als bedoeling burgers het betogen te ontraden.
** Zoals zijn uitgever van 1893, Ernst Elster opmerkt, zinspeelt Heine met zijn verduitste Franse woord op Voltaire’s «Écrasez l’infâme!».

Marc Vanfraechem (1946) werkte voor Klara (VRT-radio); vertaler, blogger http://victacausa.blogspot.com sinds 2003. Hij schrijft het liefst, en dus meestal, artikels met daarin verwerkt vertaalde citaten van oude auteurs, die hem plots heel actueel lijken.

Meer van Marc Vanfraechem
Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

Mathijs Schiffers beschrijft in ‘Brexit, Brussel, Brabant’ op een verstaanbare manier het reilen en zeilen van de Europese Unie. Het werk is ons boek van de week, verkrijgbaar tegen een voordeelprijs.