JavaScript is required for this website to work.
Brussel deze week

Kwalijke gewenning

Brussel bekeken met frisse blik

ColumnLuckas Vander Taelen6/6/2019Leestijd 3 minuten

foto © Reporters

Een paar jaar geleden logeerde een Portugese studente bij ons, in Vorst. Ze vond Brussel best een aangename stad, maar één ding bleef haar verbazen: dat het vuil zo gemakkelijk getolereerd werd. En dat de inwoners het blijkbaar normaal vonden om de trottoirs vol te spuwen. We vonden dat ze overdreef. Maar toen we met haar een wandeling maakten, was …

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een paar jaar geleden logeerde een Portugese studente bij ons, in Vorst. Ze vond Brussel best een aangename stad, maar één ding bleef haar verbazen: dat het vuil zo gemakkelijk getolereerd werd. En dat de inwoners het blijkbaar normaal vonden om de trottoirs vol te spuwen. We vonden dat ze overdreef. Maar toen we met haar een wandeling maakten, was het alsof we onze wijk door andere ogen zagen. En inderdaad, zowat overal lag sluikgestort vuil. Dat zagen we plots ook. Ik besefte toen dat er niets zo gemakkelijk went als iets wat je dagelijks ziet. Tenslotte kan je je niet blijven ergeren aan iets wat toch niet verandert.

Het blijft me opvallen telkens mensen die hier slechts sporadisch komen over Brussel praten: ze hebben het er altijd over hoe vuil de stad er bijligt in sommige wijken. Wie hier af en toe komt, weet niet hoe hard sommige gemeenten hun best doen om de straten proper te houden, denk ik dan. Hoe hard er geveegd en gepoetst wordt. Toch is het verkeerd om geen rekening te houden met zelfs oppervlakkige indrukken van passanten. Want zij zien soms dingen die wij niet meer zien.

Zoals een vriend die me onlangs  kwam bezoeken. Hij was geschokt toen hij in het Zuidstation aankwam en er een tram wilde nemen. ‘Net of ik in Lagos was’, beschreef hij weliswaar met enige zin voor overdrijving de omgeving vwaar elke dag daklozen een optrekje maken en nadien het vuil achterlaten. Ik fiets er dagelijks voorbij en probeer er sinds die kritische opmerkingen niet aan gewoon te worden. Ik denk dan: beseffen Brusselse politici niet welke vreselijke eerste indruk buitenlanders krijgen als ze hier uit de Thalys of Eurostar stappen?

De Bahri-blik

Ik moest aan die gevaarlijke gewenning denken toen ik een artikel las over VRT-journalist Riadh Bahri, die over Molenbeek vertelde in een reeks Tweets. Hij heeft daar vijf jaar geleden een huis gekocht, in die Brusselse gemeente die na de aanslagen een bijzonder slecht imago kreeg en van Donald Trump het weinig benijdenswaardige epitheton Hellhole kreeg. Maar wie in Molenbeek woont, weet snel dat er meer positiefs dan negatiefs te vertellen is over die gemeente en dat het er best aangenaam wonen is. Net zoals ik nog altijd graag in het al even chaotische Vorst woon. Bahri schrijft hierover: ‘Ik heb de gemeente altijd verdedigd door dik en dun. Toen de wereld Molenbeek uitkotste bleef ik koppig volhouden: alles komt altijd goed…, dacht ik. Tot nu.’

Zijn kijk op de omgeving werd ook door de blik van iemand van buitenaf door elkaar geschud: zijn vriend, die een tijdje geleden bij hem introk en zijn ogen niet kon geloven. Hij deed Bahri beseffen dat het niét normaal was dat de straten er zo vuil bij lagen. ‘Sindsdien ontdek ik Molenbeek opnieuw, door zijn ogen. Want wat hij ziet, zag ik niet meer.’ Mensen gooien zowat alles op de straat, vooral omdat ze weten dat ze toch niet bestraft worden, beseft Bahri nu. Matrassen, tapijten, meubels, een ijskast… voor elk wat wils. Komt daarbij nog een vaak ondraaglijke verkeersagressie en rondhangende dronkenlappen. De vriend van Bhari liet deze inzien dat het bestuur van zijn gemeente veel te weinig doet. ‘Soms moet je alleen heel erg luid roepen om gehoord te worden. Het vuil in onze straat ligt er nu al twee weken. En niemand grijpt in. Trop is te veel en te veel … Juist ja.’

Wat de doorslag lijkt te geven, is het besef dat hij niet met zijn vriend hand in hand door Molenbeek durft te lopen. Dat ze elkaars handen loslaten van zodra ze na een uitstapje in het stadscentrum in hun gemeente komen  ze zijn er aan gewoon geworden; dat is misschien het ergste. Dat alles is Bahri en zijn vriend zo zwaar beginnen wegen dat ze overwegen om te verhuizen als er niets verandert.

‘Broken Window’-theorie

Op zijn tweets kwamen veel reacties, ook van een schepen die beloofde de dingen aan te pakken. Beetje vreemd toch dat die daarvoor de oprisping van Bahri nodig had. Het lijkt wel dat sommige politici in Molenbeek aan heel veel dingen gewoon geworden zijn en het vuil in de straten normaal zijn gaan vinden. Vele andere Brusselaars hadden het op Twitter over gelijkaardige situaties in hun gemeente die ze beu zijn. Iemand haalt de Broken Window-theorie aan: elke tolerantie van vandalisme leidt tot meer vandalisme. Vuil trekt meer vuil aan.

Maar ik mocht zelf al meemaken dat wie het durft te hebben over kwalijke gewoontes van inwoners in een bijzonder multiculturele buurt, meteen scheef bekeken wordt door politiek correct-denkende bewindvoerders, ook al komt de kritiek van mensen die er zelf wonen en de gemeente in hun hart dragen.

Burgemeester Moureaux’ feestjes

Het is te hopen dat burgemeester Cathérine Moureaux de tweets van Bahri leest en niet naast zich neerlegt. Van Molenbeek een nette gemeente maken is géén onmogelijke opdracht. Maar dan zal men moeten ophouden met alleen te geloven in goedbedoelde preventieve acties. Alleen als Moureaux morgen ondubbelzinnig verklaart dat geen sluikstorten nog zal getolereerd worden en de politie opdracht geeft overtreders zwaar te beboeten, zal er iets veranderen. Maar misschien vindt zij dat het probleem zo erg niet is. Of heeft zij er een eigen kijk op. Net zoals ze de brandstichtingen door jongeren op oudejaarsavond interpreteerde als ‘feestvieringen’. Het blijft in Brussel moeilijk om het over veiligheid en vuiligheid te hebben

Misschien zou het helpen als de burgemeester een keer gaat wandelen met Bahri en zijn vriend en probeert door hun ogen te kijken. Dan zal ze misschien zien hoe belabberd haar mooie gemeente erbij ligt. Niemand heeft er iets bij te winnen, ook de armste inwoners niet, bij de kwalijke gewenning aan de aftakeling van de publieke ruimte. Moureaux zou de uitdaging moeten durven aan te gaan om aan Bahri te beloven dat hij binnen het jaar geen reden meer zal hebben om Molenbeek te verlaten…

Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.

Meer van Luckas Vander Taelen
Commentaren en reacties