JavaScript is required for this website to work.
post

Laat Trump Trump zijn

Theo Lansloot24/8/2016Leestijd 6 minuten

Enkele nieuwtjes uit de Amerikaans kiescampagne. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Presidentskandidaat Donald Trump heeft sinds kort zijn campagneploeg volkomen vernieuwd. Een goede gelegenheid om op sommige aspecten van de presidentiële kiesstrijd in de VS wat nader in te gaan. 

De nieuwe ploeg

Trump baalde al enige tijd van zijn campagnemanager Paul Manafort. Niet alleen zijn diens financiële banden met de voormalige pro-Russische dictator van Oekraïne nog altijd niet opgehelderd, maar was hij bovendien voorstander van een meer gematigde aanpak die Trump helemaal niet ligt. Onder invloed van Manafort vielen recente verkiezingstoespraken van Trump vaak ongewoonlijk saai uit. Daarbij kwamen nog de vele verdachte lekken met Manafort als campagneleider. In tegenstelling tot wat de Amerikaanse media beweren en de wereldpers papegaait, is hij dus niet zelf opgestapt. Trump stuurde hem de laan uit.

Kellyanne Conway was al twee maanden adviseur in de campagne. Nu is zij campagneleider. Ze zal voortaan steeds met Trump op tocht gaan. Haar rol is als het ware tegengesteld aan die van zijn tweede topman Steve Bannon, de vroegere CEO van de nieuwsstek Breitbart News. Bannon wil agressie. Conway moet Trump en andere mannelijke Republikeinse kandidaten aantrekkelijker maken bij vrouwelijke kiezers en met name bij de hoger opgeleiden. Conway heeft veel ervaring met kiescampagnes. Zij werkte voor presidentskandidaat Ted Cruz en voerde met succes campagne voor de Republikeinse politici Mike Pence, nu gouverneur van de staat Indiana en voor Newt Gingrich. Die laatste was van 1995 tot 1999 voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, waar hij de oppositie leidde tegen president Bill Clinton.

De Democraten hebben het vaak over het vrouwendeficit van Trump. Kort na haar aantreden als campagneleider reageerde Conway al met een snedige tegenzet. Zij vroeg zich luidop af waarom de media stilzwijgend voorbijgaan aan het mannendeficit van Hillary Clinton en wees er terecht op dat Democratische presidentskandidaten sinds 1964 geen meerderheid van blanke Amerikaanse mannen achter zich wisten te krijgen.

The Washington Post, een van de gezaghebbende kranten in handen van de Joodse, pro-Democratische lobby, zag de aanstelling van Steve Bannon als een opgestoken middelvinger naar het Republikeinse establishment met wie Trump onder Manafort een labiel bestand had gesloten. Dat klopt. Bannon maande Trump al een tijdje aan de Republikeinse partijleiding niet langer naar de ogen te zien en zijn campagne meer te focussen op een van zijn sociaal-economische oogmerken: banen scheppen voor de talrijke werklozen in de VS onder wie de vele Afro-Amerikanen. Trump heeft dus duidelijk gekozen voor de strategie van zijn vroegere campagneleider Cory Lewandowski die de slogan ‘laat Trump Trump zijn’ had bedacht.

De Amerikaans-Joodse medialobby

De media in vrijwel heel de wereld en dus ook hier te lande praten gemakshalve hun Amerikaanse tegenhangers klakkeloos na. Zij zouden nochtans moeten weten dat zowat 80% van de voornaamste Amerikaanse media (televisie, kranten, tijdschriften, radio en films) in handen zijn van de Joodse lobby.

In de VS wonen ongeveer 6 miljoen Joden of zowat 2,5% van de bevolking. Rond de 90% woont echter wel in de twaalf voor de verkiezingen doorslaggevende kernstaten. De Joodse lobby vormt sedert Wereldoorlog II de belangrijkste etnische pressiegroep in de VS. Ze slaagt erin via politieke donaties, overheidsbenoemingen, media en greep op het Congres, het binnenlands, maar vooral buitenlands beleid sterk te beïnvloeden. Dit geldt vooral voor het Midden-Oosten. Israël krijgt altijd de onvoorwaardelijke steun van Washington. Daardoor zit het Amerikaanse beleid in de regio in de grip van twee lobbies: de etnische Israël-lobby en de economische lobby van de olie-industrie. De Democraten hebben al geruime tijd een nauwe band met de eerste en de Republikeinen meer met de tweede. Traditioneel zijn de Joodse Amerikanen de enige overgebleven etnisch blanke groep die overweldigend Democratisch stemt. George H.W. Bush was de laatste president (1988-’92) die Israël en de Joodse lobby omzichtig tegen de haren in streek. Hij zag daardoor een tweede ambtstermijn als president aan zijn neus voorbijgaan.

Op 20 augustus schreef de eveneens tot de Joodse lobby behorende krant The New York Times dat de bedrijven van Donald Trump samen ten minste 650 miljoen dollar in het rood staan of het dubbele van wat de Republikeinse kandidaat zelf heeft bekendgemaakt. Volgens de krant zijn de belangrijkste schuldeisers van Trump een van de grootste Chinese banken The Bank of China en de Amerikaanse bank Goldman Sachs, die al vele miljoenen in de campagne van Clinton heeft gestoken. De bedoeling was duidelijk om de zakelijke bekwaamheid vaan Trump in twijfel te trekken. Trump beroept zich immers op die bekwaamheid als bewijs dat hij het best geplaatst is om ook het land te leiden. De VS staan immers voor een kleine twintig triljoen in het rood. Hoe dan ook kan men van de Amerikaanse media die meetellen niet verwachten dat zij de kiescampagne onpartijdig verslaan. Trump heeft dus gelijk als hij stelt dat die media met alle middelen proberen zijn campagne te ondergraven.

Running for president: hoge inzet, mooie prijs

Trump heeft niets uitgevonden. Slagen onder de gordel zijn sedert jaar en dag heel gewoon. Elke kandidaat begaat die maar, in tegenstelling tot Trump zwijgt hij of zij erover. Zo komen bijvoorbeeld de naaktfoto’s van mevrouw Trump en de twijfel over haar diploma’s niet zomaar uit de lucht vallen. Clinton doet echter alsof haar neus bloedt.

Politiek is nu eenmaal een niet altijd verkwikkelijke machtstrijd onder en binnen partijen. Dat is niet alleen zo in de VS maar ook elders, zoals in Europa. Met presidentiële verkiezingen in de VS gaan reusachtige financiële middelen gepaard waarvan Europese politici, behalve misschien Poetin, gelukkig slechts kunnen dromen. De inleg is geweldig maar de prijs loont. In de Amerikaanse presidentiële democratie heeft de president immers zowat alles te zeggen, zeker betreffende het buitenlands beleid. Hij wordt rechtstreeks verkozen en ontleent daaraan een grote autoriteit. De president treedt op als staatshoofd en regeringsleider. Hij is verkozen voor vier jaar en éénmaal herkiesbaar. Het vertrouwen van het Congres heeft hij niet nodig. Hij kan dus vrijwel niet naar huis worden gestuurd. Dit kan slechts nadat het Huis van Afgevaardigden een procedure tot afzetting start. Dit gebeurde nadat het Huis oordeelde dat Bill Clinton de Afgevaardigden had voorgelogen over zijn seksuele affaire met Monica Lewinsky. De afzetting van een president vergt echter dat de zaak vervolgens naar de Senaat gaat. Daar zijn twee derde van de stemmen nodig om tot afzetting te komen. In het geval van Clinton werd dit aantal niet bereikt en hij ging dus vrijuit. Tot dusver werd overigens nog geen enkele president afgezet.

De Amerikaanse presidentiële kieswet is te ingewikkeld om in het kort uiteen te zetten. Zij leidt er evenwel toe dat slechts grote partijen met enorme financiële draagkracht aan de bak komen. Sedert geruime tijd komen daarom alleen de Democraten en de Republikeinen aan de beurt. Het gevolg daarvan is politieke verschraling en gevaar voor corruptie. Nieuw bloed is dus uiterst wenselijk.

Wat nieuw is aan deze campagne

De huidige kiesstrijd vertoont wel twee nieuwe factoren. De eerste is dat Barack Obama zich opeens onvoorwaardelijk achter Hillary Clinton heeft geschaard. Nooit eerder heeft een zittende president dat op die schaal gedaan. Het valt ethisch ook niet te rechtvaardigen. Tot het einde van zijn ambtstermijn hoort hij immers de president van alle Amerikanen te zijn en niet de voorzitter van de Democratische partij. Die ommezwaai is des te opmerkelijker omdat na zijn overwinning over Clinton bij de vorige presidentsverkiezing, hij haar niet helemaal scheen te vertrouwen en zij niet iemand is die makkelijk vergeeft en vergeet. Begrijpelijk wil Obama vermijden dat Trump wint. Die zou immers terecht over zowel zijn binnen- als buitenlands beleid geen goed woord hebben. Als hij president af is zou daardoor de kans op een goedbetaalde baan of gul gehonoreerde voordrachtenreeksen aanzienlijk verminderen. Of dat de enige reden is waarom hij opeens Clinton warm omarmt is nog maar de vraag.

De tweede factor is de verhouding tussen Bill en Hillary Clinton. Als echtgenote heeft zij er moeten leren mee leven dat haar man vaak vreemdging en allicht nog gaat. Zij heeft hem echter nooit wandelen gestuurd. Tijdens zijn presidentschap speelde zij daardoor zowat de baas in het Witte Huis. Nu gebruikt zij hem om vrouwelijke stemmen voor haar te winnen en hij slaagt daar wonderwel in. Aan gezinswaarden zoals die in de VS, vaak hypocritisch, worden beleden, beantwoorden de Clintons zeker niet, wat hun dochter Chelsea ook moge beweren. Zijzelf is, niet verwonderlijk, van jongs af een vurig lid van de Democratische partij waaraan zij veel heeft te danken.

Uitgelekte e-mails

Het ‘State Department’ gaf begin augustus e-mails vrij die schijnen te wijzen op belangenvermenging tussen voormalig buitenlandminister Hillary Clinton en de ‘Clinton Foundation’. Dit is het fonds waarmee de Clintons wereldwijd allerlei projecten financieren. Bij haar aantreden als minister in januari 2009 had Hillary Clinton beloofd zich volledig terug te trekken uit de Foundation, die vaak opereert met geld van grote buitenlandse donoren, onder meer uit Saoedi-Arabië en Bahrein.

Een Nigeriaans-Libanese zakenman en multimiljardair, Gilbert Chagoury, kreeg steun van het ministerie van Buitenlandse Zaken toen Hillary minister was voor het behartigen van zijn belangen in Libanon. Chagoury is een persoonlijke vriend van Bill Clinton en is in 2000 in Zwitserland veroordeeld wegens witwaspraktijken. Een dubieus sujet dus. Volgens de Clinton Foundation zelf schonk hij de Stichting miljoenen dollars. Een topfiguur van de Clinton Foundation werkt dan weer als persoonlijke assistent van ex-president Bill Clinton. Dit alles werpt op beide Clintons een op zijn minst twijfelachtig licht en is slechts een onderdeel van het onderzoek naar het chaotisch gebruik van e-mails door een Buitenlandminister van een grootmacht als de VS die Hillary Clinton nog altijd boven het hoofd hangt.

Dit zijn slechts enkele aspecten van de presidentiële kiesstrijd. Vele andere zijn de moeite om er nader op in te gaan. Stof genoeg voor een volgend artikel.

 

Foto: © Reporters

Theo Lansloot (1931 -2020) was licentiaat handels- en financiële wetenschappen. Hij was als ambassadeur op rust publicist bij verschillende media. Door zijn professionele achtergrond was hij welbeslagen inzake diplomatie en internationale politiek. Ook volgde Theo de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen op de voet.

Commentaren en reacties