JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Lachaert en de mislukte preformatie

Bedenkingen van een politieke leek

Philippe Clerick16/8/2020Leestijd 2 minuten
Egbert Lachaert: game over.

Egbert Lachaert: game over.

foto © VRTNWS

Lachaert was ‘verrast’ toen de onderhandelingen werden stopgezet. Hij dacht dat de bubbel van zes of zeven een politiek spelletje was.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Dat een akkoord tussen N-VA en PS plots wél mogelijk was, bewijst dat de studiediensten van de twee partijen op ongeveer gelijk niveau gekomen zijn. In 2010 was N-VA nog niet opgewassen tegen de PS-whizzkids die in het kamertje naast de onderhandelaars de excell-sheets in de gaten hielden. Dat het akkoord CD&V kon verleiden, was te verwachten. Dat cdH wou meedoen, was een klein mirakel. De weg lag open.

Politieke spelletjes

Maar dat was zonder Open Vld gerekend. Bijna hadden we een regering met zes. Toen Lachaert per se een regering met zeven wou, wat zijn goed recht was, stond de mislukking van de preformatie eigenlijk al vast. Lachaert zegt nu dat er politieke spelletjes werden gespeeld, omdat er zowel onderhandeld werd met de groenen als met de liberalen. Alsof het gezamenlijke liberaal-groene initiatief ‘om duidelijkheid te eisen’ geen spelletje was.

Op het VTM-nieuws van gisteren zei de liberale partijvoorzitter dat hij echt ‘verrast’ was toen De Wever en Magnette besloten de onderhandelingen te stoppen. ‘Ik had dat totaal niet zien aankomen.’ Misschien had hij gedacht dat het allemaal maar een spelletje was. Hij vatte het akkoord samen als: economisch rood en communautair geel; maar waar was het blauw? Dat is een goede samenvatting van het probleem. Maar betekent dat dat hij niet kon meedoen? Door de invloed van N-VA was het rood minder fel, en door de invloed van PS en cdH was het geel minder hel dan wat échte socialisten en échte confederalisten hadden gewenst.

Een zekere convergentie mogelijk

Was dat niet genoeg voor Lachaert? Dan kon hij liberale accenten kiezen op een derde terrein. Bovendien, en vooral, zullen de alternatieven –  met groenen én socialisten –  sociaaleconomisch nóg roder kleuren, ook al doet Open Vld dan wel mee. Of zie ik iets over het hoofd?

Tussen haakjes: tussen Groen en Open Vld is inderdaad een zekere convergentie mogelijk. Je kunt je een ‘bedrijfsvriendelijk’ ecologisch beleid voorstellen: subsidies voor groene technologie, investeringen in groene sectoren, verplichting om huizen te renoveren… Maar voor al die zaken worden burgers en ondernemingen gedwongen om te betalen door belastingen of prijsstijgingen. Voor mij is dat niet erg liberaal.

Als ik in de schoenen van De Wever had gestaan, had ik de voorkeur gegeven aan Bouchez boven Lachaert. Zo’n pure opportunist is makkelijker te paaien met postjes, lijkt mij. Maar misschien wilde Bouchez helemaal niet in de regering. Hij heeft al een regeringsformatie laten mislukken. Wellicht is hij tevreden met zijn huidige zeven ministers. En wil hij anders graag nieuwe verkiezingen, waarbij hij hoopt op een Wilmès-effect in Wallonië.

Bestuurlijk nog ingewikkelder?

Een formule met Bouchez in de regering en Lachaert in de oppositie zou mij persoonlijk in een moeilijke positie hebben geplaatst (zie hier), maar het landsbelang gaat voor. Politiek is inderdaad tot op zekere hoogte een spelletje, maar dan een waar de spelers niet vertrekken vanuit een gelijke startpositie. Door de zetelaantallen is de ene partij onmisbaar, en de andere niet. Partijen die principes hebben, zoals N-VA en Groen, zijn beperkt in hun keuzes. Een partij die verwezenlijkingen belangrijker vindt dan electoraal succes, heeft geen belang bij oppositie. De zwakte van De Wever was dat hij maar één keuze had. De sterkte van Lachaert was dat alle keuzes voor hem ongeveer even goed waren, met inbegrip van die om oppositie te voeren.

Tot slot: Lachaert beweert dat de communautaire plannen van N-VA het land bestuurlijk nog ingewikkelder maken. Dat ingewikkelde bestuur heeft echter twee redenen: bureaucratische onbekwaamheid en politieke touwtrekkerij. Elke partij kan iets proberen te doen aan het eerste probleem. Voor het tweede kan de ordentelijke scheiding van de twee democratieën in ons land al veel oplossen. Dan zou een regering met zes of met zeven nog amper een probleem zijn.

Philippe Clerick (1955) studeerde romanistiek en germanistiek en is leraar Nederlands. Politiek ongebonden na een extreemlinkse jeugd. Hij houdt een Clericks weblog bij van wat hem te binnen valt over Karl Marx, Tussy Marx en Groucho Marx. En al de rest.

Commentaren en reacties