JavaScript is required for this website to work.
Geopolitiek

Laten we het embargo op Russische aardolie varen?

Joachim Van Wing23/9/2022Leestijd 3 minuten

foto © Unsplash

Met een koude winter in aantocht, wil de G7 Moskou verplichten om Russische aardolie onder de marktprijs te verhandelen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Men laat het idee varen, daar lijkt het steeds meer op, het idee om op 1 januari 2023 een staalhard embargo in te stellen op de export van Russische aardolie. De Europese Unie wil – bij nader inzien – ook in 2023 nog beleverd worden, zij het dan aan geplafonneerde prijzen.

Ver onder de marktprijs

Heel concreet verlangt de G7 van Moskou om, als enige speler op de wereldmarkt, olie ver onder de marktprijs te verhandelen, prijzen die door de G7-leden zelf zullen worden ingesteld. Wanneer de G7 doorzet met het instellen van een prijsplafond op Russische aardolie, dan lijkt dat op papier misschien een goed idee, maar het dreigt een verwoestende impact te hebben in de praktijk. Het leidt hoogstwaarschijnlijk tot fors hogere olieprijzen en tekorten op wereldmarkt.

De doelstellingen van de G7 lijken nobel, zijn eenvoudig, duidelijk en werden kracht bijgezet door de U.S. Department of the Treasury die de doelstellingen als volgt omschreef:

– het garanderen van betrouwbare leveringen van Russische olie over zee aan de wereldmarkt;

– de opwaartse druk op de energieprijzen verminderen;

– de inkomsten van de Russische Federatie uit olie verminderen nadat het doelbewust in staat van oorlog is met Oekraïne, waardoor mondiale energieprijzen zijn gestegen.

De G7 wil de Russische Federatie de toegang ontzeggen tot zeetransport, financiering en verzekering, tenzij het zich bereid toont geëxporteerde aardolie onder de marktprijs te verhandelen. Hoe dat prijsplafond en prijsmechanisme zal worden bepaald, daarover wordt binnen de G7 nog gebikkeld.

Wat zijn de mogelijke gevolgen?

– De aardolie die Moskou vandaag aan West-Europa levert, verschuift dan onvermijdelijk nog verder naar Aziatische spelers en handelaren in Indië, Japan en China.

– Deze nieuwe handelsroutes dreigen de beschikbaarheid van de niet-Westerse tankervloot helemaal op te slorpen, waardoor ook cruciale tankercapaciteit voor het Westen verloren gaat en maritieme leveringen van aardolie aan G7-leden in het gedrang komen.

– Moskou kan haar dreiging tot het opschorten van de uitvoer van aardolie, steenkool en aardgas in de praktijk brengen. Landen die deze moderne versie van Napoleon’s ‘Blocus Continental’ naleven, zouden dan niet langer beleverd worden. Dat is niets nieuws, want wie vandaag weigert Russisch aardgas in roebels te betalen, die wordt eenvoudigweg niet langer beleverd. De gevolgen van de onwil om in roebels te betalen, zien we in Duitsland en bijgevolg op de Europese gasmarkt en de manier waarop het zich vertaalt in onze actuele elektriciteitsprijzen.

– Als de 4,5 miljoen vaten die Rusland dagelijks uitvoert via havens in het noordpoolgebied, in de Baltische Zee en in de Zwarte Zee steeds moeilijker aan boord geraken bij gebrek aan olietankers, dan dreigt ‘s werelds tweede producent van aardolie zijn productiecapaciteit noodgedwongen te moeten terug schroeven. Analisten vrezen dat wanneer de Russische transportketen wordt verstoord, Moskou zich genoodzaakt ziet om haar dagproductie van 11,9 miljoen vaten te reduceren tot 9,5 miljoen vaten.

Wat gebeurt er met de olieprijs?

De olieprijs zal onvermijdelijk stijgen. Stijgt de olieprijs nog eens met 20%, dan is een producent en exporteur als Rusland niet rouwig om zijn productie tijdelijk met 20% terug te schroeven. Ondanks zorgen aan de vraagzijde, als gevolg van China’s lockdowns en een wereldwijde economische vertraging, zou het prijsplafond op de Russische aardolieprijs rampzalig kunnen uitpakken voor het aanbod. De krimp aan ‘de aanbodzijde’ zou dan de huidige economische dreiging onder de vorm van een ‘te zwakke vraag’ volledig kunnen overschaduwen.

Maar misschien hoeven we helemaal niet op de G7 te wachten om onze economie de doodsteek te geven. Het recente offensief van het herbewapende Oekraïense leger maakt duidelijk dat dit niet langer een proxy-oorlog is in de letterlijke betekenis. ‘War by Proxy’ impliceert dat een derde partij het vuile werk op het veld opknapt, maar met een Oekraïens leger dat nu volledig bewapend, getraind en gestuurd wordt vanuit het NAVO-hoofdkwartier, lijkt het er steeds meer op dat Rusland niet langer in oorlog is met Kiev, maar rechtstreeks met de NAVO-lidstaten. Misschien loopt de G7 met haar geplande sancties achter de feiten aan en zal het Moskou zijn die als eerste beslist niet langer handel te drijven met objectieve vijanden.

Geen hulp

Hulp of reddingsacties van zijn bondgenoten hoeft Europa evenmin te verwachten. Amerikaanse petroleumbedrijven lieten gisteren volgens Business AM nog weten dat Europa niet hoeft te rekenen op hulppakketten onder de vorm van noodleveringen van Amerikaans aardgas of aardolie om de weg gevallen Russische vaten en kubieke meters op te vangen.

Een analist van de Financial Times merkte in zijn bijdrage van gisteren fijntjes op dat de Amerikaanse olieproducenten uitdrukkelijk niet van plan zijn om zelfs maar één miljoen vaten per dag toe te kennen aan een ‘fossiele bailout’ voor Europa deze winter, officieel omdat het de Verenigde Staten aan exportcapaciteit ontbreekt.

Robert Habeck, de Duitse bondsminister van Economie en Klimaat, blijft er rustig en kalm onder. Hij stelde enkele dagen geleden de Duitse industriëlen nog gerust door te verzekeren dat de economie niet zal stilvallen en dat de Duitse industrie de deuren niet zal moeten sluiten, zoals sommige alarmisten beweren. De productie zal stil liggen, dat wel, maar dat zou, zo verzekerde hij, niet langer dan enkele weken duren.

De auteur schrijft en spreekt over petroleum en onze geglobaliseerde economie. Hij is ondernemer in kunststof.

Commentaren en reacties