La France insoumise (LFI) heeft gisteren in de Assemblée nationale een eerste belangrijke veldslag gewonnen in de strijd om het leiderschap over de parlementaire oppositie die is losgebarsten tussen de linkse verkozen van de Nupes en de 89 parlementsleden van het Rassemblement National van Marine Le Pen. Het is de gewezen trotskist Eric Coquerel van LFI, en niet Jean-Philippe Tanguy, de kandidaat van het RN, die zich na een geheime stemming vanaf morgen voorzitter van de belangrijke commissie financiën mag…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
La France insoumise (LFI) heeft gisteren in de Assemblée nationale een eerste belangrijke veldslag gewonnen in de strijd om het leiderschap over de parlementaire oppositie die is losgebarsten tussen de linkse verkozen van de Nupes en de 89 parlementsleden van het Rassemblement National van Marine Le Pen. Het is de gewezen trotskist Eric Coquerel van LFI, en niet Jean-Philippe Tanguy, de kandidaat van het RN, die zich na een geheime stemming vanaf morgen voorzitter van de belangrijke commissie financiën mag noemen. Een nederlaag voor Marine Le Pen, maar tevens een verkiezing die menig waarnemer de wenkbrauwen doet fronsen.
Geen politique politicienne
Sinds het presidentschap van Nicolas Sarkozy (2002-2012) is het de gewoonte dat de voorzitter van die commissie uit de rangen van de belangrijkste oppositiepartij komt. Het reglement van de Franse kamer van volksvertegenwoordigers werd in die zin trouwens aangepast: ‘Alleen iemand die tot een fractie van de oppositie behoort, kan kandideren voor het voorzitterschap van de commissie financiën.’ De parlementsleden van de meerderheid nemen dus geen deel aan de stemming.
De commissie financiën beschikt in het parlementaire spel over cruciale bevoegdheden. De jaarlijkse begroting wordt er op gemaakt, en ze mag administratieve documenten van de verschillende ministeries opvragen. De commissie beschikt zelfs over het privilege om delicate individuele fiscale dossiers op te vragen. De voorzitter ervan wordt in de eerste plaats geacht een bekwaam parlementslid met de nodige dossierkennis te zijn, en niet iemand die aan politique politicienne doet.
Redelijkheid of extremisme?
Theoretisch had het Rassemblement National deze stemming moeten winnen, want als fractie is de nationalistische partij getalsmatig vandaag de sterkste in het Palais Bourbon, waar het Frans parlement zetelt. De Nouvelle union populaire écologique et sociale van Jean-Luc Mélenchon is in theorie immers een coalitie van verschillende oppositiepartijen (LFI, EELV, le Parti communiste, le Parti socialiste) en geen fractie, maar het reglement zegt daar niets over. De Nupes beschikt over veel meer verkozenen dan RN en heeft duidelijk in blok voor het radicale profiel van de gewezen trotskist Eric Coquerel, een van de boegbeelden van LFI, gekozen.
Mathematisch zag het er dus vanaf de eerste dag al naar uit dat de Nupes deze strijd ging winnen, maar Guillaume Tabard van Le Figaro heeft natuurlijk gelijk wanneer hij schrijft dat achter de eenvoudige rekenkunde een heel ander politiek probleem schuilging. Het gematigde socialistische parlementslid Valérie Rabault, die ook verkozen werd onder de kleuren van de Nupes, was immers ook kandidaat. De kandidate van de redelijkheid, zeg maar. Door voor de extremist Coquerel te kiezen, aldus Tabard, maakt de linkse oppositie meteen duidelijk dat ze de volgende jaren wil opteren voor de harde ideologische confrontatie, tegen elke vorm van consensus.
Einde van ‘front républicain’?
De verkiezing van de voorzitter van de commissie financiën was uiteraard ook een eerste belangrijke test voor het Rassemblement National. Woensdag werden twee van haar leden met een meerderheid gekozen als vicevoorzitters van de Assemblée, een teken volgens de meeste kranten dat het front républicain, de Franse variant op ons cordon sanitaire, er definitief gelegen heeft en dat steeds meer tegenstanders van de partij het RN als een ‘normale’ partij beginnen te beschouwen. De verkiezing van Jean-Philippe Tanguy had een verdere stap in die richting kunnen zijn, maar dat is dus niet gebeurd.
Tanguy had zich nochtans, in tegenstelling tot woelwater Eric Coquerel, zeer redelijk opgesteld door erop te hameren dat zijn lijn niet ‘die van de sociale revolutie’ zou zijn, maar dat hij er enkel op zou toekijken ‘dat de overheidsfinanciën goed besteed worden.’ Dat was duidelijk een knipoog in de richting van de parlementsleden van de centrumrechtse Les Républicains die door voor hem te stemmen de kandidaat van de Nupes misschien in het stof hadden kunnen doen bijten. Door dat niet te doen, lijkt LR aan te geven dat ze liever de linkerzijde als leider van de oppositie tegen Macron ziet, dan haar (electorale) concurrent op rechts. Ook dat is politique politicienne. Mocht LR de kandidaat van het Rassemblement National gesteund hebben, de linkse partijen zouden niet nagelaten hebben van collusie tussen rechts en extreemrechts te gewagen. Na de stemming van vandaag kan Marine Le Pen dat argument natuurlijk omkeren en centrumrechts het verwijt naar het hoofd slingeren dat het schuld heeft aan de verkiezing op deze belangrijke post van een linkse extremist.