JavaScript is required for this website to work.
Religie

LGBTQ+ en de Kerk: zoek aanknopingspunten, geen confrontatie

Jonathan Lambaerts19/3/2021Leestijd 3 minuten

Kerk

Kerk

foto © Ludovic Bertron / Wikimedia

Het mysterie van de Liefde ontsnapt steeds weer aan de greep van ons denken. Dit zou de gemeenschap moeten sterken in streven naar erkenning.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De ontnuchtering was begin deze week groot toen het Vaticaan nog eens de puntjes op de leerstellige i plaatste. In een reactie op een vraag uit de Duitse geloofsgemeenschap herhaalde de Congregatie voor de Geloofsleer nogmaals dat homoseksualiteit een zonde is en dat relaties tussen twee personen van hetzelfde geslacht niet in overeenstemming zijn met Gods plan.

Dat dit nog nieuws is, mag verbazen. De houding van het Vaticaan ten opzichte van homoseksualiteit is al decennialang dezelfde. De occasionele progressieve uitspraak van paus Franciscus over dit onderwerp (die veelal verkeerd wordt gekaderd in de media) verandert hier niets aan. Net zomin als de morele verontwaardiging van de publieke opinie die niet verder komt dan de opmerking dat de Kerk zich vergist.

Wie zich hiertoe beperkt, heeft bij voorbaat het dispuut verloren. De Rooms-Katholieke Kerk boogt voor haar standpunten op meer dan tweeduizend jaar culturele, intellectuele en spirituele traditie. Dit betekent niet dat zij zich niet kan vergissen (integendeel), maar wel dat zij zelden een standpunt inneemt zonder gerede reden. Elk standpunt is de uitkomst van diepgaande reflecties en kritische gesprekken die niet zelden verschillende generaties overspannen. Deze vanuit verontwaardiging en zonder enige verdere argumentatie afwijzen als onjuist, getuigt van enige hooghartigheid. Bovendien staat geen enkel kerkelijk standpunt op zichzelf. Zij zijn allen verbonden met inzichten die samen één geheel vormen.

Het weefsel van de theologie

De theologie kan het best worden vergeleken met een geweven kleed. Alle gedachtedraden zijn met elkaar verbonden. Het is onmogelijk om een bepaald standpunt te isoleren, laat staan het te verwijderen. Als er een draad wordt losgepeuterd en hieraan wordt getrokken, dan wordt het geheel scheefgetrokken. Of dreigt het zelfs te ontrafelen. De discussie omtrent homoseksualiteit gaat dus om meer dan om een specifieke seksualiteitsbeleving. Of om Oscar Wilde te parafraseren: ook in de Kerk draait seks zelden om seks.

Dit verklaart mogelijks de weifelachtige houding van de Kerk omtrent dit thema. De Kerk moet ieder inzicht afwegen tegen de traditie die zij uitdraagt. Iedere wijziging wordt pas aanvaard als er zekerheid is dat zij het geheel niet verstoort. Deze werkwijze vraagt tijd — veel tijd — en dat kan frustrerend zijn, maar zij is waardevol. De theologie herinnert eraan dat geen enkel onderwerp op zichzelf staat. Zo ontmoedigt zij iedere vorm van navelstaarderij en leidt zij weg van de stellingenoorlog die we vandaag al te vaak zien opduiken in het maatschappelijk debat. De vraag die zich stelt, is niet zozeer of de Kerk zich vergist in haar zienswijze op homoseksualiteit, maar of wie haar standpunt afstrijdt, weet te voorkomen dat het geheel ontrafelt.

Streven naar volwaardige erkenning

Wie niet geeft om de christelijke geloofstraditie, heeft hier geen boodschap aan. Hij haalt zijn schouders op bij het horen van de uitspraken van de Kerk en leidt onverstoord zijn leven. En terecht. De vele reacties op de laatste kerkelijke verklaring verraden echter dat een groot deel van de publieke opinie wél hecht aan het standpunt dat de Kerk rond homoseksualiteit inneemt. Zij neemt geen vrede met de positie van de Kerk dat holebi’s aanvaard moeten worden om wie zij zijn en met respect bejegend moeten worden, maar dat zij niet mogen handelen volgens hun seksuele voorkeuren (vgl. catechismus van de Katholieke Kerk #2358; 2359). De publieke opinie wil dat holebi’s in alle aspecten van hun mens-zijn erkend worden, ook in hun seksuele zelfbeleving en de relaties die van daaruit worden aangegaan.

Dat de publieke opinie deze erkenning van de Kerk verlangt, mag niet verbazen. Zij doet namelijk beroep op elementen uit dezelfde traditie als de Kerk. Voor zowel de invulling van liefde als het verstaan van relaties valt de publieke opinie terug op dezelfde ideeën en concepten als de Kerk. Dit is trouwens de inzet van de hele discussie: dat de manier waarop wij over liefdesrelaties denken ook toepasbaar is op koppels van hetzelfde geslacht. Wellicht ligt de afwijzing van homoseksualiteit daarom zelfs in een geseculariseerd land als België zo gevoelig. De Kerk oefent nog steeds een morele autoriteit uit over de culturele en spirituele traditie, waar wij als samenleving het merendeel van onze denkkaders aan ontlenen. Er wordt bijgevolg naar de Kerk gekeken om te valideren dat de wijziging van één of meerdere van deze ideeën in overeenstemming is met de geest van die traditie.

Zoeken naar aanknopingspunten

Dat de Kerk dit tot op heden weigert te doen, hoeft niet ontmoedigen. De theologie is bij gratie van haar onderzoeksonderwerp nooit afgerond. Het mysterie van de Liefde ontsnapt steeds weer aan de greep van ons denken. Deze dynamiek houdt de theologie in beweging en doet haar telkens opnieuw voorbij haar eigen grenzen kijken. Of anders gesteld, zij blijft weven.

Het valt niet uit te sluiten dat in dit proces inzichten worden bereikt die toelaten de opvatting omtrent homoseksualiteit te wijzigen, zonder dat het geheel ontrafelt. Dit zou de holebigemeenschap en haar sympathisanten moeten sterken in hun streven naar erkenning. Het zou hen vooral moeten aanmoedigen om mee te zoeken naar aanknopingspunten die toelaten om inzichtelijk te maken dat ook de liefde tussen twee personen van hetzelfde geslacht getuigt van Gods plan met de mens. Enkel op deze manier verzekeren zij zich van een duurzame erkenning van de liefde tussen twee personen van hetzelfde geslacht.

Jonathan Lambaerts (°1985) studeerde sociaal-cultureel werk, filosofie en theologie. Hij is momenteel werkzaam in het hoger onderwijs.

Commentaren en reacties