JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Liberté, Égalité, Fraternité, ou la mort!

Na politiek correct links krijgt nu ook populistisch-rechts orwelliaanse ambities

foto ©

Ann Moella repliceerde op ‘Wij Zijn Conservatief’. De denktank in wording antwoordt. Voor het laatst.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Afgelopen vrijdag publiceerde Ann Moella op Doorbraak een tweede repliek op ons pleidooi ‘Wij Zijn Conservatief’. Hieronder wensen voor een laatste keer te antwoorden op de inhoud, en tevens de voortdurende framing, intentiepocessen en stromanargumenten die door Ann Moella en gelijkgezinden op sociale media tegen enkele auteurs gebruikten. Wij citeren hieronder letterlijk (telkens in cursief) letterlijk uit haar stuk ‘Gelijkwaardigheid M/V is absoluter dan godsdienstvrijheid’.

Conservatieve denktank

In een essay wil de nieuwe Vlaamse beweging Wij zijn Conservatief, die zich als denktank wil profileren, een nieuw soort ‘conservatisme’ definiëren. Ze schermen dan voortdurend met een begrip als de liberale rechtsstaat, die absoluut moet zijn en te allen tijde de keuzevrijheid van het individu moet waarborgen.”

De groep mensen achter ‘Wij zijn Conservatief’ wil een pleidooi houden voor een conservatief beleid in de 21e eeuw. Wat Ann Moella bedoelt met ‘nieuw soort conservatisme’ weten we niet, maar dat wij de liberale democratie of democratische rechtsstaat koesteren is inderdaad zeker het geval. Wij beweren nergens dat de individuele keuzevrijheid absoluut is in een democratiche rechtsstaat, maar wij verzetten ons wel tegen het progressieve en rechts-populistische maakbaarheids- en gelijkheidsdenken, waarmee beiden de samenleving de eigen maatschappijvisie op autoritaire wijze willen opleggen.

Wij schrijven in een ons essay dan ook: “Een samenleving, met een hoge verscheidenheid aan religies, seksuele geaardheden, wereldbeelden en klederdrachten, kan alleen werken indien deze hoge individuele vrijheid wordt vergezeld door een even grote persoonlijke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor het eigen gedrag, en wanneer de samenleving het respect voor de fysieke en intellectuele integriteit van iedere burger sociaal afdwingt.”

Burke is achterhaald

De religieuze en aristocratische maatschappijvisie van de 18e-eeuwse filosoof en politicus Edmund Burke – de aartsvader van het conservatisme – is ondertussen achterhaald. Bart De Wever schreef dat ooit in De Standaard, en hij herhaalde dat vorig jaar op Doorbraak . Hij herzag dat evenwel dit jaar en noemde Burke toen ‘nog steeds relevant’, al was dat dan vooral in een Europese context.”

Het werk van Edmund Burke is een van de inspiratiebronnen van het essay ‘Wij Zijn Conservatief’, maar zeker niet de enige. De visie van Burke is nog steeds relevant, maar nergens pleiten wij voor een 18e-eeuwse “religieuze of aristocratische maatschappijvisie”. Wij begrijpen dan ook niet wat we met deze opmerking moeten aanvangen. Ook verstaan we niet of Burke nu relevant of achterhaald is voor de schrijfster.

In haar eerste antwoord op DoorbraakDe Olifant in het debat: het conservatisme voorbij‘ omschreef Ann Moella zichzelf als een seculiere conservatief. Maarindien het conservatisme voorbij is, waarom beschouwt ze zichzelf dan als een ‘seculier conservatief’. Ze droomt daarin ook “dat niemand geloofde in goden, in hun heilige boeken en wetten en hemelse verordeningen en geboden, dat iedereen leefde naar best vermogen en inzicht.” Dit is allesbehalve een conservatief standpunt. Iedereen heeft natuurlijk recht om te dromen over atheïstischeutopieën, en daarvoor inspiratie te halen bij een protestantse dominee, maar niemand kan dit wettelijk (en dus dwangmatig) opleggen. Anders zetten we onze democratische rechtsstaat op gelijke hoogte met die van Iran of Saudi-Arabië.

Islamisering

“‘Wij zijn niet solidair met élke “andere”’, schrijft Bart De Wever in dat laatste opiniestuk, maar wel met de ‘herkénbare andere’. Mensen identificeren zich namelijk met een gedeelde publieke cultuur en solide basisprincipes. Gelijkwaardigheid (M/V), bijvoorbeeld behoort daartoe. Dat maakt de felle reacties op Twitter begrijpelijk. Islamiseringseisen toestaan, die compleet haaks staan op onze cultuur, alleen maar omwille van de rechtsstaat doet wenkbrauwen fronsen.”

Er zijn inderdaad een gedeelde publieke cultuur en solide basisprincipes nodig om van een samenleving te kunnen spreken. Wij hebben er daarvan een groot aantal in ons pleidooi opgesomd. In onze liberale democratische rechtsstaat is iedere burger, man en vrouw, gelijkwaardig voor de wet. Nergens beweren wij het tegendeel. Gelijkwaardigheid is echter niet hetzelfde als gelijkheid. Omgaan met ethische diversiteit doet men niet door alle verschillen weg te halen en te verstoppen, zoals in Iran of Saudi-Arabië. Omgaan met diversiteit doe je wel door die verschillen te respecteren, in discussie te stellen en ermee om te gaan.

In ons essay benadrukken we dan ook het belang van de keuzevrijheid en de taak van de overheid om die voor iedereen te garanderen. Ann Moella schrijft dat wij ‘islamiseringseisen toestaan die haaks staan op onze cultuur, alleen maar omwille van de rechtstaat’. Die ‘islamiseringseisen’, zo beweert zij in ‘De Olifant in het debat: het conservatisme voorbij’, zijn halalmaaltijden op school, verplicht moskeebezoek voor schoolgaande kinderen, apart zwemmen voor vrouwen, de ook voor jonge meisjes reeds verplichte hoofddoek, de eis tot onverdoofd slachten, de fitnessclub die douchen in boxershort aanbeveelt, enzovoort.

Wij zijn inderdaad niet voor het verbieden van halamaaltijden voor moslims, van een vrijwillig moskeebezoek in combinatie met een kerk en synagoge, van al dan niet islamistische vrouwenorganisaties die het zwembad voor zichzelf afhuren, van een sociaal-conservatieve opvoeding van kinderen. In het essay staat letterlijk: “Zolang er geen sprake is van schade aan anderen moet de persoonlijke vrijheid van mensen om een hoofddoek te dragen, zich te onthouden tot het huwelijk, moreel conservatieve opvattingen te koesteren en door te geven aan hun kinderen gevrijwaard worden, ook al gaan ze in tegen de persoonlijke ethische visie of de heersende tijdsgeest.”

Het overgrote deel van de ondertekenaars is helemaal géén pleitbezoger van de hoofddoek of de  boerkini. Maar wij denken niet dat onze persoonlijke opvatting absoluter is dan de persoonlijke ‘vrijheid’ om zich te kleden zoals men (‘of God’) het wenst in de openbare ruimte. Vandaar dat wij pleiten voor een ‘compromis’ – of modus vivendi — waarin ieders (on)vrijheid wordt afgebakend en dus beschermd, in plaats van nodeloos wordt beperkt.

Soms moeten wij daarbij de afweging maken tussen verschillende rechten en vrijheden die op het spel staan in een breed maatschappelijk debat, en op basis daarvan onze regelgeving opstellen, zoals bij onverdoofd slachten (dierenrechten), het boerkiniverbod (hygiëne) of het hoofddoekverbod aan de overheidsloketten (neutraliteit overheid). Het niet willen verbieden van iets, betekent echter niet dat men er mee akkoord gaat of het aan iedereen wil opleggen.

Orwelliaans

Als het verbod op folteren en mishandeling verboden is, altijd en overal, zou ook de ongelijkheid en discriminatie, zelfs in de privé-omgeving, niet toegelaten mogen zijn. Op Twitter lees ik dat dit nu door Wij Zijn Conservatief perfect aanvaardbaar geacht wordt. Apartheid, sekse-segregatie blijkt niet langer een probleem voor deze neo-conservatieven…

Als voorstanders van de liberale democratie vinden wij het ook vanzelfsprekend dat onderdrukking en mishandeling verboden zijn. We vrezen echter dat de definitie van ‘mishandeling of onderdrukking’ van Ann Moella niet dezelfde is als de onze, noch die van de liberale democratische rechtsstaat. De auteur wil ongelijkheid en discriminatie verbieden in de privé-omgeving. Hoe zij dat zal doen schrijft ze er niet bij, maar zonder orwelliaanse toestanden lijkt ons dat niet mogelijk. Daarenboven maakt zij nu de sprong  van ‘M/V zijn gelijkwaardig’ naar ‘M/V zijn gelijk’. Ze schrijft dat wij ongelijkheid en discriminatie “perfect aanvaardbaar” vinden en zelfs “apartheid of sekse-segregatie” steunen.

In ons essay schreven wij dat de overheid burgers niet mag discrimineren en pleitten wij dus voor de afschaffing van de bestaande positieve discriminatie op basis van afkomst of gender. Wij pleitten ook voor de maximalisering van de keuzevrijheid van de burger, en dus tegen de antidiscriminatiewetgeving. Medeondertekenaar van ‘Wij Zijn Conservatief’ professor Matthias Storme hield daarover enkele jaren geleden een interessant pleidooi ‘De fundamenteelste vrijheid: de vrijheid om te discrimineren‘. Hij kreeg daarvoor reeds in 2005, net zoals de door Ann Moella geciteerde vrouwenrechtenactiviste Ayaan Hirsi Ali, de Prijs van de Vrijheid van Nova Civitas.

Naar aanleiding van de uitreiking van die prijs liet hij in de Gazet van Antwerpen het volgende neerpennen: “De antidiscrimantiewetgeving maakt geen onderscheid tussen de publieke sector (de overheid) en de private (de burgers). Alleen dictaturen kennen dit onderscheid niet. Het beginsel van gelijke behandeling en niet-discriminatie moet gelden bij de overheid en bij organisaties die een monopoliepositie hebben. Maar men mag het niet veralgemenen tot gewone burgers. Ik pleit voor hun vrijheid om te discrimineren. Dat wil zeggen dat ze in hun dagelijks leven keuzes mogen maken die ze niet moeten verrechtvaardigen.” Even verder lezen we: “De antidiscriminatiewetgeving is totalitair omdat de wet geen onderscheid maakt tussen recht en moraal. En dat is nu net de basis van de democratie. Het recht zijn de regels die minimaal nodig zijn om de samenleving goed te laten functioneren. De moraal is het goed fatsoen. Over moraal moet je openbaar kunnen discussiëren, de staat kan ze niet opleggen. Dat principe dateert al van de Romeinen, het is de basis van onze scheiding tussen kerk en staat.”

Wij onderschrijven volledig deze conservatieve visie van de samenleving, en staan huiverig ten opzichte van de totalitaire overheidsvisie van Ann Moella, waarbij organisaties als Unia als een Big Brother meekijken over onze schouder bij elke keuze of beslissing, tot in de huiskamer toe. Wie ongelijkheid en discriminatie wil verbieden in de privé-omgeving, moet er tevens bij vertellen hoe men dat wenst door te voeren zonder in orwelliaanse toestanden, zoals in de voormalige Sovjet-Unie, te vervallen. Dat niet iedereen gelijk is, maar gelijkwaardig, maakt de wereld boeiend.  Dat sekse-segregatie mag op basis van fysieke verschillen, zoals in sportclubs of andere vrijetijdsverenigingen, maar niet op basis van een sociaal-conservatieve ethische grond, lijkt ons contradictorisch. Ook hier geldt het principe van de maximalisatie van de keuzevrijheid. 

Liberale democratie

“We leven in een constitutionele parlementaire monarchie met een grondwet die vrijheden en rechten garandeert, waaronder – inderdaad – de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw. Dat is het wettelijk kader waarbinnen verontwaardigde politici en burgers kunnen optreden. Niet: de liberale democratie, waarmee deze neo-conservatieven hoog oplopen. De democratie is een begrip dat in onze Grondwet vervat zit. Het liberale aspect dat de neo-conservatieven eraan koppelen, helemaal niet.”

De liberale democratie wordt ook weleens de democratische rechtsstaat genoemd. Deze regeringsvorm is gebaseerd op een grondwet waarbij het parlement door het volk wordt gekozen, en de vrijheden worden beschermd. Onze constitionele parlementaire monarchie is dus een liberale democratie. Naast liberale democratie bestaat ook de onvrije democratie. Daar mag de bevolking ook de regering kiezen maar zijn de fundamentele vrijheden en rechten van het volk niet volledig gegarandeerd. Dat de schrijfster deze politieke basiskennis niet beheerst, verwondert ons.

Burgerschap

“Wat Wij Zijn Conservatief nu poneert, is een soort civiele invulling van burgerschap. Hun liberale rechtsstaat leidt dan tot een samenleving opgetrokken uit regeltjes, ‘waar je elkaar alleen maar kan tegemoet treden met ambtelijke en juridische argumenten in de hand’. (Vooraleer u mij neersabelt, de quote is van Bart De Wever). Dat verwordt dan tot een rechtsstaat die geen oog meer heeft voor vrouwonderdrukking en discriminatie, die de zogenaamde vrijheid van keuze in het dragen van een hoofddoek (bijvoorbeeld) belangrijker vindt dan de Universele Verklaring van de Rechten van het Kind. ‘The spirit of Enlightenment’ is onbestaande in dit land.”

Een civiele of minimalistische invulling van burgerschap leidt inderdaad naar een samenleving opgetrokken uit regeltjes, zoals we de laatste decennia hebben kunnen merken aan het wetgevend werk op alle politieke niveau’s. Ann Moella bekritiseert enerzijds deze civiele invulling maar pleit anderzijds voor nog meer ‘regeltjes’ en controle door de overheid om haar visie op vrouwenonderdrukking en discriminatie te bestrijden. Ze wil dus nog meer macht geven aan de overheid en nog minder keuzevrijheid aan de burger. Thomas Jefferson zei hierover in de 18e eeuw al het volgende: “The best principles of our republic secure to all its citizens a perfect equality of rights.”

De Universele Verklaring van de Rechten van het Kind of het Kinderrechtenverdrag wordt in Vlaanderen opgevolgd door het Kinderrechtencommisariaat. Die verzette zich in 2009 tegen een hoofddoekenverbod op school “omdat deze maatregel niet aansluit bij de school die vanuit de letter en de geest van het IVRK vandaag vorm zou kunnen krijgen.” Dus ofwel heeft de Kinderrechtencommisaris het Kinderrechtenverdrag niet aandachtig genoeg gelezen ofwel vergist Ann Moella zich en is de hoofddoek niet in strijd met de kinderrechten. 

De uitspraak van VNJ’er Maarten De Boeck in het recente Doorbraakinterview ‘Kinderen iets meegeven is vandaag verdacht‘ sluit aan bij wat wij hierover denken: “Maar misschien is het vandaag al verdacht als je kinderen iets probeert mee te geven. Als je dat doet vanuit je eigen overtuiging. Dat is genoeg om tegenstand te krijgen. Het neutraliteitsdenken heeft een grote invloed in de maatschappij. Dat schuift heel ver op. Mag een leerkracht iets vertellen vanuit zijn eigenheid? Ik hoop van wel. Mag een jeugdbeweging dat? Dat ligt bij een aantal mensen blijkbaar moeilijk. Een overtuiging willen doorgeven of beschikbaar te stellen, dat is genoeg om verdacht te zijn.” Blijkbaar is het voor zowel rechts-populisme als links politie corrdct vandaag verdacht om de eigen maatschappijvisie mee te geven aan het nageslacht. Beslist straks de overheid ook welke verhaaltjes we mogen voorlezen aan onze kinderen?

De beste manier om moslimmeisjes als vrouw te emanciperen van een milieu waar de gelijkwaardigheid van de vrouw en man inderdaad vaak nog niet is doorgedrongen, is hen — met of zonder hoofddoek — naar school te sturen. Een algemeen hoofddoekenverbod betekent evenzeer een ernstige inkrimping van de keuzevrijheid voor allochtone meisjes en zal de oprichting van een afzonderlijk islamitisch scholennet stimuleren. Dat laatste lijkt ons geen goed idee indien men een samenleving wenst op te bouwen met een gezamelijk waarden- en normenpatroon. 

De seculiere overheid

“‘De seculiere overheid moet zich neutraal opstellen tegenover alle religies’, klinkt het in het pleidooi van Wij Zijn conservatief, ‘voor zover deze de burgerlijke wetgeving integraal erkennen en respecteren’… En nog: ‘zolang er geen sprake is van schade aan anderen moet de persoonlijke vrijheid gevrijwaard worden.’ Het zou moeten gaan om onze verdediging tegen een radicale, salafistische stroming binnen de islam. Laat dit nu net het probleem zijn – nog maar eens – van de positie van de vrouw en het minderjarig meisje: haar onderdrukking en discriminatie is schadelijk voor de geestelijke gezondheid van het kind. Dat gaat lijnrecht in tegen onze vrijheden en rechten zoals die bepaald werden in… de wetgeving.”

Terwijl er eerst werd gedroomd van religievrije samenleving (want die is blijkbaar beter zoals men kon merken in bijvoorbeeld de communistische paradijzen.), daarna kritiek werd geuit op de islam als geheel, vernauwt het debat nu tot de “radicale, salafistische stroming binnen de islam”. Als conservatieven zijn ook wij geen voorstander van extremistische stromingen binnen eender welke ideologie en/of religie. Maar wanneer de geestelijke gezondheid van het kind nu juist geschonden wordt, beslissen wij niet, maar de rechtsstaat op basis van de wetgeving. Dat men fysieke en/of psychische kindermishandeling nog beter moet en kan controleren, lijkt ons een terechte opmerking. Echter, een sociaal-conservatieve opvoeding is geen discriminatie noch onderdrukking, ook niet volgens de wetgeving.

Voltaire

“Wie dat toelaat, ondermijnt en verzwakt de rechtsstaat. Het zou moeten gaan om onze verdediging tegen een radicale, salafistische stroming binnen de islam, die zich steeds feller uit en die de rechtsstaat bedreigt. Het is Voltairiaans moedig om daar tegen in te gaan.”

Salafistische stromingen bedreigen de rechtsstaat minder dan de autoritaire reactie hiertegen vanuit bepaalde politieke groeperingen. Het probleem is niet de wetgeving noch de rechtsstaat, maar wel de laksheid of de afwezigheid van de overheid, ook onder deze centrumrechtse regering, wanneer deze radicale groeperingen, en niet alleen, de wet overtreden door de keuzevrijheid van andere te beperken. Wij pleiten dan ook in ons pleidooi voor meer politie, die beter in het sociaal weefsel is geïntegreerd, en een assertievere houding van de burgers door meer sociale controle op dit vlak.  

Wat de schrijfster bedoelt met ‘Voltairiaans moedig’, is ons niet bekend. Tolerantie in de voltairiaanse betekenis is de tolerantie jegens het woord. Het gaat daarbij om de vrijheid je ideeën, gedachten, opinies en overtuigingen hardop uit te mogen spreken en op schrift te kunnen stellen. Iets dat niet mogelijk is in Iran. Johan Op De Beeck zegt in zijn boek De bedreigde vrijheid: de strijd om uw vrije meningsuiting iets waar wij ons volledig in kunnen vinden: “Wie beweert te ijveren voor een verdraagzame samenleving moet openstaan voor meningen die beledigend, schokkend en storend zijn Het is zo voltairiaans als het maar kan. Er bestaat niet zoiets als het recht om niet beledigd te worden.” Dit betekent dat gegronde kritiek op de islam of bepaalde allochtone groepen niet steeds moet worden gecriminaliseerd als islamofobie of racisme (wat niet betekent dat het niet bestaat) maar ook dat kritiek op voor ons algemeen aanvaarde waarden en normen niet kan verboden worden.

Turnhout

“Wie recent de foto’s zag van een Afrikaans symposium van de internationale islamitische gemeenschap in de sporthal van Turnhout, waar vrouwen als vee achter een haastig opgetrokken muur mochten zitten, onzichtbaar voor mannen, beseft de discriminatie en onderdrukking van de vrouw in de islam. Dat aanvaarden wij niet in onze samenleving. Zelfs niet omwille van de ‘godsdienstvrijheid’!”

Uiteraard hebben wij zoals de meeste burgers van dit land onze bedenkingen bij de recent opgedoken beelden uit de Turnhoutse sporthal. Hoe hard die beelden echter ook botsen met onze morele opvattingen over de plaats van de vrouw in onze samenleving, kunnen wij zelfs daar niet bepalen of een deel van die vrouwen daar tegen hun eigen wil aanwezig zijn. Wel kan de overheid maken dat indien dit het geval zou zijn, deze vrouwen veel gemakkelijker daaruit zouden kunnen ontsnappen. Enerzijds door klachten omtrent mishandelingen ernstiger te nemen, de vrouwen effectief in bescherming te nemen en effectief strenge straffen in de wetgeving op te nemen. In plaats van een dagelijks stroom van veroordelende berichten op sociale media van beleidsmakers over dit onderwerp, zou dit effectief iets aan de benarde situatie van sommige vrouwen kunnen veranderen

Schuldig verzuim

“Wie daar blind voor blijft, wie de zogenaamde ‘liberale rechtsstaat’ belangrijker vindt, wie meent dat godsdienstvrijheid ten alle tijde moet primeren, pleegt daadwerkelijk Schuldig Verzuim. Ik schrijf het opzettelijk met hoofdletters en ik citeer meteen Burke met een van zijn toepasselijke tegeltjeswijsheden:  All that is necessary for the triumph of evil, is that good men do nothing. Het enige wat nodig is om het Kwaad te doen zegevieren, is dat de goede mensen niets doen. – de filosoof van de conservatieven zegt het zelf… Overigens had Burke zelf – voor de goede verstaander- een hekel aan filosofen, maar dit even terzijde. (Smile).”

Wij pleiten voor een vrij, maar respectvol debat over onze Leitkultur en een samenlevingdie onze normen en waarden zonder schroom en assertief durft uit te dragen. Wij hebben nergens beweerd dat godsdienstvrijheid te allen tijde moet primeren op andere vrijheden, maar wij willen het ook niet verder inperken omwille van een “radicale, salafistische stroming binnen de islam”. Dat zou net hetzelfde zijn als de vrijheid van meningsuiting inperken omdat er meningen bestaan die ingaan tegen de geldende mattachappelijke waarden en normen. Misschien is dat wel de betekenis van “Voltairiaans moedig”?

We stellen net zoals David Geens in zijn essay ‘Debat over de boerkini is een vals debat’ vast dat onze huidige samenleving het moeilijk heeft met godsdienst en religie en in de publieke ruimte nog weinig kansen biedt tot een ernstige gedachtewisseling hierover. Heel vaak worden deze begrippen quasi onmiddellijk verbonden met terreur en indoctrinatie. In tegenstelling tot links dat blind is voor mistoestanden bij de moslimgemeenschap en tegelijkertijd christenen de mond snoert in debatten als euthanasie en abortus, pleit er vandaag een rechts-populistische lobby “voor het terugdringen van geloof tot een louter privé-aangelegenheid, en daarbij de liberale vrijheden van het individu om in het openbaar leven volledig zichzelf te zijn, ontkent.”

Het citaat “All that is necessary for the triumph of evil, is that good men do nothing.” komt oorspronkelijk niet van Edmund Burke maar van John Stuart Mill. Het origineel dateert uit 1867 en luidt: “Bad men need nothing more to compass their ends, than that good men should look on and do nothing.” Deze woorden sluiten echter wel nauw aan bij een citaat van de Ierse protestant John Philpot Curran uit 1813: “The condition upon which God hath given liberty to man is eternal vigilance.”. Vrijheid is nooit volledig veroverd en good men moeten voortdurend op hun hoede zijn voor bad men die het willen beperken, uit welke hoek ze ook vandaan komen: agressief moslimfundamentalisme, autoritaire maakbaarheidsideologieeënen atheïstische onverdraagzaamheid.   

Edmund Burke voorspelde de gewelddadige escalatie van de Franse Revolutie reeds een jaar na het uitbreken ervan in zijn boek Reflections on the Revoluton in France. De blinde terreur van het Jacobijnse schrikbewind onder leiding van Robespierre en Sain-Just en van het daaropvolgende Directiore, leidde ertoe dat Liberté, Égalité, Fraternité, ou la mort meestal eindigde in la mort. Wij zijn ook voor Égalité maar eveneens voor Liberté en Fraternité. Ze zijn als de heilige drievuldigheid, en het verdwijnen van het onderlinge evenwicht tussen deze drie nobele begrippen, zoals toen tijdens de Terreur, veroorzaakt la mort van de andere twee. Deze vergissing willen we niet meer maken en laten wij liever in de krochten van de geschiedenis verdwijnen.

“The greater the power, the more dangerous the abuse.” Edmund Burke in zijn Speech on the Middlesex Election, 7 februari 1771.

 

 

 

 

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties