JavaScript is required for this website to work.
Media

De lijdensweg van het recht op informatie

Guy Freiermuth12/12/2017Leestijd 8 minuten
Wat blijft er nog over van het ‘speuren naar waarheid’ in een mediaklimaat
waarin alle journalistiek is gepolitiseerd en het brede publiek sceptisch is?

Wat blijft er nog over van het ‘speuren naar waarheid’ in een mediaklimaat waarin alle journalistiek is gepolitiseerd en het brede publiek sceptisch is?

foto © Adobe Stock

De lezende Vlaming haalt z’n informatie uit kranten en tijdschriften, maar ook uit een steeds diverser online medialandschap. Een overzicht.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Feiten

De belangenvereniging van Vlaamse online media, Media.21 (Apache.be, Charlie Magazine, DeWereldMorgen, Doorbraak.be, Express.be, M0*/MO.be, Newsmonkey.be, Rekto:Verso.be, StampMedia.be) en nieuwkomer Sceptr.net die tot hiertoe nog niet aansloot bij Media.21 zijn verbolgen over de toekenning van 910.000 euro Vlaamse overheidssteun aan Mediahuis. Media.21 pleit fors voor een eerlijker en transparanter mediabeleid. De vereniging is van oordeel dat de Vlaamse regering de mediaconcentratie nog versterkt en de pluriformiteit belemmert. Het te kort doen treft vooral de nieuwe digitale journalistiek.

Daar een democratie niet werkbaar is zonder een onafhankelijke en pluriforme pers, kan het belang van de voorliggende klacht nauwelijks onderschat worden. Naast vrije meningsuiting is vrije meningsvorming, het recht op informatie dus, een onmisbaar gegeven in deze context. Enkel dan kan de burger ten volle zijn rol vervullen. Maar dan mag niet alle aandacht worden toegespitst op de overgebleven mediaconcerns. De klacht moet dus ernstig worden genomen. Maar anderzijds is de klacht ook niet nieuw.

Duiding

Voor een goed begrip dus even de geschiedenis in.

De Beroepsunie van de Belgische Pers stond 45 jaar geleden reeds aan de klaagmuur. Het pluralistisch karakter van de toen nog gepolitiseerde dagbladpers werd immers bedreigd en het concentratieduiveltje loerde om de hoek. In 1974 werd er dan ook een wet tot behoud van de verscheidenheid in de opiniepers gestemd. Uitgevers en journalisten waren het oneens over de steunverlening. De uitgevers wensten de problemen niet aan de grote klok te hangen, terwijl de journalisten de discussie in volle openbaarheid wilde brengen.

De allereerste hulp, ondertussen ruim meer dan een halve eeuw oud, bestond uit onrechtstreekse overheidssteun. Die hulp kwam ieder bedrijf ten goede. De bekendste voorbeelden waren verlaagde spoor- en luchtvaarttarieven, verminderde post- en telefoontarieven, korting voor dagbladpapier en een btw-nultarief. Hiermee hoopte de overheid vooral de concentratie in te dijken. Dit lukte onvoldoende en bovendien kwamen de grotere persbedrijven er het beste mee weg en nam de ongelijkheid nog toe.

Nadien volgde de rechtstreekse hulp. De representatieve uitgeversvereniging beschouwde deze steun als een compensatie voor de toegenomen middelen van de openbare omroep die tijdens weekends en op feestdagen een informatiemonopolie bezat. In het verlengde van deze discussie dook voor het eerst het begrip ‘geïntegreerd mediabeleid’ op. De wetgever schermde veelvuldig met het begrip pluralisme, maar de facto werd er het behoud van de toenmalige krantentitels mee nagestreefd. Kritiek kwam er, omdat de steun aan het bedrijf werd gegeven en het geld vaak voor commerciële doeleinden werd gebruikt.

In 1979 hield de wetgever gedeeltelijk rekening met de kritiek en zorgde voor een selectievere verdeling. Maar omdat de oplage boven de taalgrens hoger lag dan eronder, dook vanwege de gelijke verdeling ook het communautaire luik op. De discussie kende in 1989 een einde toen de rechtstreekse overheidssteun gemeenschapsmaterie werd. De onrechtstreekse hulp bleef tot in 1997 federale bevoegdheid.

De gediversifieerde steun die na 1997 volgde, waarbij de overheid een omgeving creëerde waarin media in de toekomst konden gedijen, was een trendbreuk. De Vlaamse Gemeenschap koos, in samenspraak met de uitgevers voor protocollen. Aanvankelijk kwam de gediversifieerde steun neer op het kopen van advertentieruimte voor overheidscommunicatie, voor een gedegen journalistenopleiding en voor digitale projecten.

In januari 2008 trad een driejarig protocol in werking. Hierbij werden aan uitgeversverenigingen subsidies toegekend voor het starten van gemeenschappelijke opleidingsprojecten met bijzondere aandacht voor buitenlands nieuws en onderzoeksjournalistiek. Na dit protocol werd eind 2011 de MediAcademie opgericht door vier beroepsorganisaties met de steun van de Vlaamse Mediaminister. Oorspronkelijk had die tot doel de media-actoren te ondersteunen qua bijscholing met het oog op het snel evoluerend digitaal medialandschap.

En in het voorjaar 2014 werd, op initiatief van onafhankelijke nieuwssites, de koepel Media.21 opgericht. De Vlaamse Regulator voor de Media drong er bij de beleidsmakers tevens op aan over de diversiteit van de berichtgeving te waken. De nieuwe Vlaamse regering kondigde in het regeerakkoord dan ook een beleid aan dat een evenwichtig medialandschap garandeert. Stemmen gingen op om de journalistiek te subsidiëren en niet de mediagroepen. Hierbij werd verwezen naar de steun van het Fonds Pascal Decroos voor de onderzoeksjournalistiek.

In 2016 werd door de mediaminister beslist om innovatieve journalistieke projecten te steunen. Het ging hierbij om projecten van één jaar, gericht op kleine mediaorganisaties.

Commentaar

Zoals de duiding aantoont is de klacht van Media.21 en anderen niet nieuw.

Sinds de ontzuiling en de door commercie uitgeholde ideologie begonnen de kranten in de vorige eeuw aan een tocht naar centrumlinks. De Morgen zond, gedwongen door diverse oorzaken, tegelijk zonen uit naar andere titels wat het progressieve beeld van de gedrukte media nog verhoogde. Voordien had universitair onderzoek reeds aangetoond dat een meerderheid journalisten voor progressieve partijen stemden. Dit linkse stemgedrag kende ook zijn weerslag op de journalistieke opleidingen en in grote mate ook op de afgestudeerden van deze hogescholen. Dit alles droeg bij tot het modieuze linkse discours en het permanente ideologische onevenwicht.

Volgens anderen serveerden de kranten nu meer eenheidsworst. In een jubileumbijlage van De Morgen droeg Paul Goossens daar zelf toe bij door te stellen dat de nieuwsselectie niet zozeer meer in het belang van een problematiek gebeurde, maar dat de maatstaf eerder het succes bij het grote publiek was. Een andere markante uitspraak viel in een dubbelinterview met Peter Vandermeersch en Yves Desmet waarin beiden toegaven dat ze evengoed mekaars blad zouden kunnen maken. Die inwisselbaarheid is ondertussen nog gestegen. Hoe anders te verklaren dat Bart Caron (Groen) onlangs in het Vlaams Parlement verklaarde dat wanneer hij ’s morgens vier of vijf kranten doorneemt, hij er eigenlijk maar twee verschillende gelezen heeft.

Hoe dan ook, de informatiezoekende lezer wordt grotendeels aan zijn lot overgelaten, dit in een democratie waar een gediversifieerd media-aanbod essentieel is, even fundamenteel trouwens als vrije meningsuiting. Het komt er immers op aan de burger zo goed en zo volledig mogelijk te informeren en hem toegankelijk nieuws vanuit zoveel mogelijk invalshoeken aan te reiken. Dit helder uitgangspunt biedt diezelfde burger dan de mogelijkheid om met kennis van zaken actief deel te nemen aan het politieke gebeuren. Ons land kampt reeds decennialang met dit majeur probleem. Reeds in1991 luidde één van mijn conclusies in het De Batselier-rapport ‘dat er in een samenleving met een stijgend informatieaanbod evenveel behoefte is aan een innoverend beleid dan aan marktbehoudende steunmaatregelen‘. Maar de wetgever had toen vooral oog voor het behoud van de overblijvende krantentitels. Wat een verademing toch om een kwarteeuw later in de beleidsbrief van mediaminister Sven Gatz te lezen dat hij subsidies wil toekennen aan ‘nieuwe innoverende nieuwsmedia die de pluriformiteit versterken en het informatieaanbod verruimen’.

Maar de vraag blijft nu of de nieuwe digitale media, o.a. verenigd in de koepel Media.21 reeds voldoende diversiteit brengen om van een brede opiniewaaier te gewagen. Een blik op de uitgangspunten en de redactie van de aangesloten leden biedt al wat informatie.

Apache wil ‘onderzoeksjournalistiek brengen, draagt een onafhankelijke vierde macht hoog in het vaandel en wil lezers actief betrekken’. Stukken worden vaak door de reguliere pers overgenomen. Apache schrijft vanuit een progressieve invalshoek, wat met ex-De Morgen-journalisten Karl Van den Broeck, Tom Cochez, Georges Timmerman en Nica Broucke in de redactie nauwelijks kan verbazen. In de Raad van Bestuur vinden we als voorzitter Dirk Apers terug, die ooit nog aan de wieg van De Koopjeskrant stond en uitgever André Van Halewyck. Apache bekwam onlangs 50.000 euro subsidie om de inhoud van het online nieuwsmagazine beter te ontsluiten voor een breder publiek.

DeWereldMorgen(DWM) Officieel klinkt het dat ‘zij stemmen aan bod laten komen die je in andere media niet hoort’ en willen met duiding rond maatschappelijke thema’s de ‘wereld toegankelijker maken. DWM is de opvolger van het vroeger door de PVDA gesteunde Indymedia en heeft nu met de steun van ABVV en ACV een duidelijk progressief profiel. DeWereldMorgen werd er door medeoprichter Global Society van beschuldigd het pluralistisch en journalistiek medium te hebben herleid tot het partijvehikel van de PvdA. De algemene redactie wordt geleid door politiek filosoof Thomas Decreus. Redacteurs zijn o.a. Christophe Callewaert (PvdA) en Lode Vanoost (ex-Agalev).

Doorbraak is een opiniewebsite die voor Vlaamse staatswording staat en onafhankelijk is van partijen en drukkingsgroepen. Deze site ‘analyseert de samenleving en becommentarieert met respect voor het debat’. Doorbraak geeft op jaarbasis ook een tiental boeken uit. De Raad van Bestuur van de vzw ‘Stem in het Kapittel’, onder leiding van voorzitter Jean-Pierre Rondas, benoemt de kernredactie. Die bestaat o.a. naast hoofdredacteur Pieter Bauwens, uit Karl Drabbe (uitgever), Jean-Pierre Rondas en Marc Vanfraechem (beiden ex-Klara/VRT), Dirk Rochtus (hoofddocent KU Leuven) Harry De Paepe (historicus). De redactie heeft een honderdtal medewerkers, waarvan een veertigtal op meer vaste, geëngageerde basis.

Sceptr ging in het najaar van 2017 online en positioneert zich ronduit als rechts-conservatief, meer nieuwsgericht dan Doorbraak. De site kwam er op initiatief van het Vlaams-nationalistische weekblad ’t Pallieterke, die hoogstwaarschijnlijk ook financiers aanbracht. Sceptr belooft objectief nieuws, analyses en stimulerende opinie. Net als voornoemde sites trekt ook Sceptr ten strijde tegen de groeiende mediaconcentratie, maar dient zich tevens aan als ‘alternatief voor de te linkse media’. Hoofdredacteur is Jonas Naeyaert, ex-woordvoerder van de Vlaamse Volksbeweging. Hij kan rekenen op een 40-tal losse medewerkers. Op termijn zal Sceptr een beroep doen op communicatiestudenten en plant het meer onderzoeksjournalistiek.

Newsmonkey De redactie van een tiental journalisten streeft naar een mix van breed populair nieuws en achtergrondverhalen, maar ‘altijd geschreven met een focus op sociale media’. Het is hierdoor moeilijker om een duidelijke strekking te ontwaren al werd Newsmonkey opgericht door drie ex-werknemers van De Persgroep: Mick Van Loon (ex-hoofdredacteur HLN.be), Wouter Verschelden (ex-hoofdredacteur De Morgen) en Patrick Van Waeyenberge (ex-directeur De Persgroep). De initiatiefnemers lanceerden naast hun startkapitaal een crowdfunding-actie waardoor ook kleine aandeelhouders een vinger in de pap kregen. Newsmonkey haalt vooral inkomsten uit ‘native advertising’, het verwerken van reclame in redactionele inhoud.

Charlie is een onafhankelijk magazine dat via crowdfunding dagelijks online verschijnt en tweemaal per jaar een bookzine uitgeeft. Charlie is een genderneutrale naam, maar de artikels hebben een vrouwelijke focus. Hoofdredactrice Jozefien Daelemans , die voordien werkte als art director voor vrouwenbladen, wil informatie op een toegankelijke en kwalitatieve wijze overbrengen naar jonge mediagebruikers. Gesteund door een twintigtal medewerkers wil ze een meer realistische beeldvorming brengen, vooral wat vrouwen en mensen van kleur betreft. Mediaminister Sven Gatz betoelaagde Charlie Magazine zopas met 49.760 euro om video’s te maken die leren hoe je vrouwen en jongeren met een migratie-achtergrond kan bereiken.

MO*Mondiaal Nieuws wil ‘een zo breed mogelijk publiek betrouwbare informatie aanbieden om de gemondialiseerde wereld – en de eigen plaats – beter te begrijpen. De vzw wordt gefinancierd door lidgelden, door federale- en Vlaamse subsidies, NGO’s bijdragen en advertenties. Hoofdredacteur Gie Goris kan rekenen op een indrukwekkende reeks gespecialiseerde redacteurs, medewerkers, columnisten, experten en bloggers die de wereld onder hen verdelen. Hij is vooral trots dat MO* een van de betere nieuwssites is qua milieu, klimaat, migratie en diversiteit. MO* wil meer inzetten op onderzoeksjournalistiek, maar moet vanwege de verminderde subsidies dan wel op zoek naar nieuwe inkomsten.

StampMedia wil de stem van jongeren tussen 16 en 26 jaar versterken. Deze baseline werkt in twee richtingen: de mediakennis bij de jongeren vergroten en de nieuwsmedia meer jongerenwijs maken. Stampmedia is het eerste persagentschap in Vlaanderen, erkend door de VVJ en ondersteund door professionele begeleiders, dat aandacht schenkt aan jongeren die het minst gehoord worden. De medewerkers maken onder leiding van hoofdredacteur Marijn Sillis journalistieke stukken die zij bezorgen aan reguliere nieuwskanalen. Zeer onlangs kreeg Stampmedia 50.000 euro subsidie om nieuwsitems aan te passen op maat van jongeren van 16 tot 20 jaar en die naar deze doelgroep te verspreiden.

Rekto:Verso richt de blik op de wereld van kunst en cultuur en bericht hierover op papier en online. De ambitie is om de cultuurliefhebbers niet enkel een verdiepend beeld te bieden, maar ook om hen dicht te betrekken bij de actuele kwesties rond film, muziek, literatuur en beeldende kunst. Een tiental gespecialiseerde redacteurs graaft daartoe dieper dan de mainstream media, maar toegankelijker dan de vaktijdschriften. Rekto:Verso is een vzw en wordt geleid door een raad van bestuur onder leiding van Tom Rummens. De vzw krijgt een werkingssubsidie (2017-2021) van de Vlaamse overheid via het Kunstendecreet en haalt andere inkomsten uit o.a. abonnees en advertenties.

Express Express.be noemt zichzelf een ‘zuiver internet-initiatief met een internationale redactie, die dagelijks een andere kijk biedt op de actualiteit’. Express.be spitst zich toe op economische onderwerpen en het ondernemerschap in het bijzonder, materie die in mainstreammedia minder aan bod komt. Inspiratie vond de site bij populaire Amerikaanse websites als Business Insider, Newser en de Huffington Post. Enkele jaren geleden fuseerde Express met 6minutes. Beide zijn pioniers van het native advertising model in ons internetlandschap. Dominique Dewitte die aan de wieg stond van Express werd binnen de nieuwe combinatie de algemene directeur, terwijl Leo Van Dorsselaer de taak van senior writer op zich nam.

De leden van Media.21 en nieuwkomer Sceptr bieden op basis van deze summiere gegevens alleszins reeds potentieel om de opiniewaaier uit te breiden. Apache en DeWereldMorgen kunnen dit als nieuwssites vanop de links-progressieve vleugel, Doorbraak en Sceptr vanop de rechts-conservatieve. Charlie, Stampmedia, Rekto:Verso, MO* en Express kunnen als webmagazines doelgroepen als vrouwen, jongeren, cultuurliefhebbers, mondialisten en zakenlui bedienen. Uiteraard zou onderzoek, op basis van kwantitatieve en kwalitatieve inhoudsanalyses, voor wetenschappelijke besluitvorming kunnen vormen. Iets voor onze hogescholen en masteropleidingen journalistiek?

Dit artikel verscheen reeds op vjv.vlaanderen (Media.21), de website van de Vlaamse Journalisten Vereniging die de belangen verdedigt van journalisten, fotografen, cartoonisten die hun journalistiek werk verrichten als freelancer of in bijberoep.

Categorieën

Guy Freiermuth is lid en erelid van de VJV. Hij is erelector aan de Artesis-Plantijn Hogeschool(Apen zelfstandig journalist (o.a. Radio2, Boekengids, Knack, Streven, Mediagids en hoofredacteur van Mediazakboekje, Argus, Mediadossiers en Achter Het Nieuws).

Commentaren en reacties