JavaScript is required for this website to work.
post

Links versus rechts: een oud verhaal?

ColumnJohan Sanctorum13/10/2015Leestijd 4 minuten

Jongeren denken niet meer volgens de geijkte ideologische paden,- iets waar vooral politici en politicologen het moeilijk mee hebben.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De wetenschap vordert met rasse schreden, mede door de democratisering van het onderwijs en de toegankelijkheid van de universiteit. Nog even, en we weten werkelijk alles, want de noodzaak om opgemerkt te worden en te publiceren drijft jonge onderzoekers tot in de verste uithoeken van alle kennisdomeinen. De correlatie tussen een automerk en de seksuele activiteitsgraad van de bestuurder, de invloed van Mozartmuziek op sanseveria’s,- noem het en de wetenschap heeft er onderzoek naar gedaan.

Een nieuw hoogtepunt (of dieptepunt) in deze weetjeskermis is de studie van Alain Van Hiel, Emma Onraet et alii aan de Gentse universiteit omtrent het verband tussen intelligentie en ideologische keuze op de links/rechts-as. ‘Studie’ is een groot woord, de onderzoekers hebben vooral bestaand materiaal hierover opgesnord en verwerkt tot een artikel dat werd gepubliceerd in de European Journal of Personality.

Holbewoners

En jawel hoor, wat had u gedacht: de ‘cognitive ability’ (het denkvermogen) van lieden die zich ter rechterzijde van het politieke spectrum bevinden, moet beduidend onderdoen voor de verlichte linkerzijde. Dat is evident,- kijk maar naar de meerderheid van de VRT-journalisten met een rode of groene partijkaart: niemand twijfelt toch aan hun intellectuele superioriteit die ze met glans etaleren in een bruin en verdorven Vlaanderen? Knack-journalist Joël De Ceulaer, zelf genesteld in het links-progressieve hokje, gewaagt zelfs van biologische verschillen en ontwaart onder het schedeldak van conservatieven een oud holbewonersbrein, terwijl progressieven zoals hijzelf gezegend zijn met moderne frontale lobben. Iets wat Raf Praet in Doorbraak terecht kwalificeerde als racisme van het politiek-correcte denken.

De Gentse onderzoekers ontwikkelen eenzelfde soort verklede domheid (want dat is het), maar zijn wat leper dan De Ceulaer. ‘We trekken hieruit geen conclusies omtrent de superioriteit van een bepaalde ideologie’, dekken Van Hiel en C° zich in. Hoezo, welke conclusies dan wel? Of was het toch maar gewoon om pagina’s te vullen en in een tijdschrift te publiceren?

Het probleem is vooral dat onze psychologen met hun onderzoekjes hopeloos de politieke realiteit zelf achterna hinken, namelijk dat ‘links en ‘rechts’ (of ‘progressief’ en conservatief’) geen absolute begrippen zijn, en dat wellicht nooit zijn geweest. Daarom zijn de etiketten ook simplistisch en eigen aan een primitieve hersenstructuur, als ik zelf ook even voor bioloog mag spelen.

De waarheid is, dat iemand met een redelijk IQ en dito kritische vermogens gedoemd is om elke dag opnieuw positie te kiezen, naargelang de context. Cultuurpessimisten zullen hier spreken van postmoderne lichtheid, maar in feite gaat het om de emancipatie uit een eeuwenoud, door de politieke kaste én de wetenschappers zelf opgelegd hokjesdenken.

Als ik ’s morgens opsta en de wereldactualiteit tot me neem, vraag ik me geen seconde af of mijn mening daarover zich links- dan wel rechtsdraaiend opstelt. Ik wissel dus van dag tot dag, van uur tot uur, en wie daar een probleem mee heeft moet zijn ‘cognitive abilities’ maar laten nakijken.

Je wordt niet links of rechts geboren, het zijn relatieve begrippen die aan ruimte, tijd en omstandigheden zijn gebonden. Er zijn vandaag voor een kritische geest goede redenen om naar ‘rechts’ op te schuiven. De islamisering bijvoorbeeld, en de manier hoe de nieuwe migratiegolf ons opnieuw opzadelt met enorme acculturalisatieproblemen terwijl we de oude nog niet hebben opgelost. Er zijn ook goede redenen om naar ‘links’ op te schuiven: de toenemende armoede en ongelijkheid, wereldwijd én bij ons, of de milieuproblematiek en de belabberde staat van het klimaat. Maakt ons dat tot bipolaire naturen? Of is het gewoon gezond verstand?

Intellectuelen tegen politieke correctheid

Met de opgang van de sociale media is ook het collectief bewustzijn ontploft tot een permanent vuurwerk van meningen die elkaar tegenspreken, maar ook permanent evolueren, omslaan, van uur tot uur. Dat psychologen, trendwatchers en politicologen, maar ook het politieke establishment zelf, en last but not least de reguliere media, daar maar moeilijk mee om kunnen, is hun probleem. Partijen lopen leeg, mopperen over de ‘wispelturige kiezer’ omdat mensen beginnen nadenken, geef toe: dat is een vooruitgang. Ook al zien de wetenschappers enkel een zwart gat.

Want ja, ook de gepensioneerde VUB-professor sociologie en sp.a-ideoloog Mark Elchardus heeft, via zo’n ongelooflijk interessante bevraging, vast gesteld dat de twintigers en dertigers van vandaag de toekomst donker inzien en de politici nog maar weinig krediet geven. ‘De angst regeert’, besluit de professor in zijn aansluitende publicatie ‘Voorbij het Narratief van Neergang’.

Tussen de regels leest men echter vooral dat de professor zelf teleurgesteld is over het feit dat zijn paradigma om zeep is, en dat jongeren genuanceerd, dus over de klassieke ideologische krijtlijnen heen, politiek oordelen. Sceptisch omtrent globalisering en multiculturele maakbaarheid, sterk verontrust over het moslimfundamentalisme, doch tevens begaan met de groeiende kloof tussen rijk en arm en, jawel, het klimaat. Zijn de partijen opgewassen tegen dit soort differentiatie? Neen dus. Is iemand ‘van nature’ nog links of rechts, zoals het karikaturale wereldbeeld van Joël De Ceulaer het zou willen? Ik dacht het niet.

In Frankrijk, waar het debat over asiel en migratie op een hoger niveau wordt gevoerd dan bij ons, hebben intellectuelen resoluut het voortouw genomen in de sloop van het links/rechts-hokjesdenken (dat nochtans zelf uit het pre-revolutionaire Frankrijk stamt). De filosoof Alain Finkielkraut (‘La seule exactitude’), de polemist Éric Zemmour (‘Le Suicide français’) en de holbewoner Michel Houellebecq (‘Soumission’) rekenen elk op hun manier af met de politiek-correcte waan, stellen de zaken rond identiteit en vervreemding op scherp en laten de politieke kaste perplex achter. Zelfs de van origine linkse filosoof Michel Onfray stelt dat heel de migratiehype het probleem van een ontredderde en deels verpauperde Franse onderklasse versluiert. Dat deze mensen zich verontrust opstellen is terecht en heeft niets met xenofobie te maken, stelt Onfray.  

‘Verraad en vaandelvlucht’, ‘een knieval voor Marine Le Pen’, krijten zijn oude Marxistische kameraden. Maar neen. Misschien is het wel een kwestie van voortschrijdend inzicht, en mag je van een filosoof verwachten dat hij wikt en weegt, de reële situatie inschat, buiten de dogma’s om.

Wie dan vendelzwaaiend op de oude barricaden blijft staan, links of rechts, progressief of conservatief, is weinig meer dan een zoölogische bezienswaardigheid. En wetenschappers die deze tweedeling aanhouden, al evenzeer.

 

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

Tags

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties