JavaScript is required for this website to work.
post

Linkse hardnekkigheid botst op realiteit

Een socialistisch roerei in Kuregem.

Chris Ceustermans7/2/2015Leestijd 3 minuten

Een weerkerend euvel bij (centrum)linkse partijen: ze nemen hun wensen voor werkelijkheid. Jammer genoeg baseren ze daar hun beleid op, met alle gevolgen vandien.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Dit weekend organiseert de sp.a in The Egg bij Anderlecht/Kuregem een inhoudelijk congres met als titel Crescendo. Een opmerkelijke naam voor een partij die van existentiële crisis naar existentiële crisis sjokt. De partij wil de standpunten over thema’s zoals de lokroep van fascistische ideologieën voor moslimjongeren aanscherpen. Wat zogenaamd progressieve partijen zoals sp.a en Groen in deze fase nodig hebben, zijn niet zozeer duidelijkere standpunten maar het terug naar de dingen leren kijken.

Als literair auteur merk ik dat onbevangen naar de dingen en de mensen kijken, zonder meteen een oordeel te vormen, aartsmoeilijk is. Wat je moet proberen is om gebeurtenissen, menselijke reacties en emoties op je te laten inwerken, zonder die door je eigen gevoelens te laten kleuren.

Ook voor politici lijkt me dit kijken essentieel. Een cruciale fout die politici kunnen maken is hun wenselijk mensbeeld voor werkelijkheid nemen. Meestal levert zoiets tegenovergestelde resultaten op dan de beoogde. Dit is een steeds weerkerend euvel bij (centrum)linkse partijen zoals sp.a en Groen. Bij concrete dossiers ziet men keer op keer dat die partijen vanuit een menselijk wensbeeld vergeten rekening te houden met wie de mens is. Die houding trekt zich door tot in de kleinste projecten.

Een pijnlijk voorbeeld is het beruchte mobiliteitsbeleid in Mortsel bij Antwerpen. Vanaf 2001 werd dit door Groen aangestuurd en vanaf 2006 door het kartel Groen!-Sp.a-Spririt. Het speerpunt van het progressieve mobiliteitsbeleid en de groene burgemeester was het terugbrengen van de Antwerpsestraat tot tweemaal één baanvak. Die loopt dwars door het commerciële hart van Mortsel. Men wilde er zowel meer plaats voor openbaar vervoer, fietsers en voetgangers alsook de gemeente leefbaarder maken.

Helaas liep dit boeiende project stuk op de blindheid van progressieve politici. Ze geloofden heilig dat door het afknijpen van de wegcapaciteit een deel van het bestaande verkeer zou ‘verdampen’. Een beetje zoals de vermenigvuldiging van de broden en de vissen maar dan omgekeerd.

Ondanks heel wat waarschuwingen werden de plannen doorgedrukt. De winkelstraat van Mortsel oogt vandaag inderdaad heel wat aangenamer. Een tramlijn werd doorgetrokken naar Boechout. Allemaal winst voor de gemeenschap. Maar wat te verwachten was, gebeurde: het verkeer zocht als wild water een weg door vele omringende woonstraten waar tijdens het spitsuur files voor de woningen ronken. Vrachtwagens proberen de flessenhals van het centrum te vermijden en doorkruisen de gemeente langs de fietsassen. De gemeente had nagelaten om de maatregelen in te bedden in een sterk en globaal circulatieplan. Men concentreerde zich op de kers terwijl de taart nog moest gebakken worden. En vooral: men liet na om naar de mens/chauffeur te kijken zoals die is. Een wezen dat steeds op zoek is naar een achterpoortje of sluipweg voor zichzelf.

Niet veel later manifesteerde zich dan een tweede constante van een ondoordacht links beleid. De ingevoerde maatregel moest krampachtig worden verdedigd, tegen de realiteit van het terrein in. Van een opvolging van de maatregel via periodieke verkeerstellingen, communicatie en terugkoppeling was weinig te zien. Wel werd een propagandacampagne gestart met de boodschap dat ‘Mortsel vele jaren voorop loopt’ op de andere gemeenten. Dat het plan zou werken als andere gemeenten dezelfde maatregelen zouden nemen. Er kwam Orwelliaanse new speak aan te pas om de complexe en weerbarstige realiteit te verhullen.

Het lijkt er op dat links zichzelf in de jaren negentig in een geestelijk cordon sanitair heeft gezet. Door de morele zwakheid van een deel van de toenmalige oppositie begon men te geloven in de eigen morele superioriteit. Men zag zichzelf als een baken van volksontwikkeling maar vergat het om aan zichzelf te twijfelen en om op een gelijkwaardige manier van mening te verschillen. Mensen of bewegingen met een andere kijk op onder meer het falen van de multiculturele samenleving of duurzame mobiliteit werden, ondanks hun terreinexpertise, als verdacht beschouwd. Debat werd in de kiem gesmoord, zelfs overbodig geacht. Het is echter niet omdat men hooggestemde idealen koestert dat men daarom een(meer) hoogstaand wezen is. Dit is misschien de allergrootste valstrik voor links.

Ik hoop daarom dat de linkse congresgangers van de Sp.a zich zaterdag niet in het knusse congrescentrum The Egg afsluiten van het ontwrichte Kuregem, maar dat ze de omliggende straten van mijn vroegere buurt intrekken. Naar de betonnen school vlakbij de Albert I-square waar een paar dagen geleden een jongen verrot werd geslagen met baseball bats, wellicht omdat hij weigerde een petitie te ondertekenen voor het ontslag van een leraar die de aanslagen op Charlie Hebdo veroordeelde.

Misschien kan één van de linkse congresgangers zich kandidaat stellen om de vorige editie van Charlie Hebdo in de straten van Kuregem te verkopen – een praktische test in het kader van de voorzittersverkiezingen. Laat de anderen discreet toekijken. Ik weet niet wat er precies zal gebeuren. Maar dat zo’n observaties en ontmoetingen in deze fase van de existentiële zoektocht van links meer nodig, leerzaam en relevant zijn dan het formuleren van standpunten in The Egg, daarvan ben ik overtuigd.

Foto (c) Reporters

Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.

Meer van Chris Ceustermans
Commentaren en reacties