JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Luckas Vander Taelen: een groene met bijsluiter

Jan Anthonis16/1/2013Leestijd 6 minuten

Een buitenbeentje. Volgens sommigen zelfs een ‘ambetanterik’. Of het nu was als frontman van punkgroep Lavvi Ebbel in de vroege jaren 1980 of als televisiemaker van Striptease bij de RTBf. Het etiket van anders dan anders raakt historicus van opleiding Luckas Vander Taelen niet meer kwijt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zo ook in zijn laatste functie als Vlaams Parlementslid voor Groen. Want in de vrije tribunes die hij regelmatig pleegt in De Standaard en in zijn vorig jaar gepubliceerd boek Brussel, een politiek incorrecte schets (Van Halewyck), neemt hij standpunten in die men op het eerste gezicht van een ‘groene’ niet zou verwachten. Zo neemt hij bijvoorbeeld het machogedrag van allochtone jongeren in Brussel zwaar op de korrel. Het leverde hem vanuit zijn Franstalige zusterpartij Ecolo zelfs het verwijt op dat hij een racist zou zijn. En of hij er nu zelf gelukkig mee is of niet, een eerder boek van hem werd in het magazine van het Vlaams Belang bijzonder lezenswaardig bevonden. Buitenbeentje of ambetanterik, Vander Taelen is in elk geval een groene waar je een bijsluiter bij nodig hebt.

Doorbraak: Wat vindt men eigenlijk bij Groen van uw standpunten?

Luckas Vander Taelen: ‘In mijn partij bestaat nog altijd zo iets als vrije meningsuiting. En ik weet dat ik soms op zere tenen trap. Maar net als alle andere partijen is Groen geen monolitisch blok. Iedere partij heeft wel een aantal Rik Torfsen. Een partij is een verzameling van mensen die zich verenigen rond een idee maar dat neemt niet weg dat je rond bepaalde onderwerpen grondig van mening kan verschillen. Groen heeft toch rebelse roots. En ik ben er toch in geslaagd om rond een aantal onderwerpen een debat te openen en aan te zetten tot reflectie ondanks het feit dat men niet altijd akkoord is met mij.’

Voelt u zich soms geïsoleerd binnen uw partij?

‘Ik heb niet dat gevoel. Natuurlijk is het zo dat vooral mijn eerste column die ik in oktober 2009 schreef, het meeste deining veroorzaakte. Die ging over de grootstedelijke problematiek waarbij ik wees op een aantal groeipijnen. Tot op vandaag wordt die column ook nog vlot rondgestuurd als een soort kettingbrief. Ik heb daarin gezegd wat veel mensen in de stad onder elkaar zeggen, overigens ook binnen Groen. Veel mensen in de basis van de partij kwamen me overigens complexloos zeggen dat ze me steunden. Ik heb trouwens in die column gewoon gewezen op problemen die in een grootstad als Brussel voortkomen uit het multicultureel gegeven. Ik heb nooit gezegd wat het Vlaams Belang zegt dat de multiculturaliteit er nooit kan zijn omdat er nu eenmaal een hiërarchie is. Zij vertrekken van een racistische ondertoon. Dat heb ik nooit gedaan.’

Wat is het probleem precies met de multiculturaliteit in Brussel?

‘Een van de grootste fouten die men kan maken is problemen te negeren of daar steeds in dezelfde termen over te blijven spreken. Het Vlaams Belang sprak altijd in termen van onverenigbaarheid, repressie en terugsturen. Ik van mijn kant probeer dan weer niet te blijven steken in wat er aan de linkerzijde altijd wordt gezegd dat alles een sociaaleconomische oorzaak heeft en dat allochtone jongeren er zelf niets kunnen aan doen. Er zijn ook andere krachten aan het werk. Brussel is een zeer gevaarlijke cocktail die af te rekenen heeft met een ondoordachte immigratiepolitiek uit de jaren 1960 waarbij men akkoorden afsloot met Marokko om mensen te importeren en die nadien absoluut niet te integreren. Er is een generatie opgegroeid van mensen die rancune hebben omdat hun ouders en grootouders hier nogal slecht zijn ontvangen. Niemand heeft er in de jaren 1960 of 1970 rekening mee gehouden dat er zoiets zou ontstaan als een radicale islam. De grote groep jongeren van Maghrebijnse afkomst en met een sociaaleconomisch zeer fragiele achtergrond worden die op de verkeerde manier aangepakt. Ik pleit eigenlijk voor een maatschappelijk contract tussen de stad en haar jonge burgers waarbij men aan die jongeren een degelijke opleiding garandeert en men komaf maakt met de zogenaamde “écoles poubelles”. Men moet ze bijvoorbeeld verplicht drietalig opvoeden op school wat in het Franstalig onderwijs nooit gebeurde. Men heeft in Brussel veel te lang toegelaten dat die jongeren afstuderen zonder diploma en zonder talenkennis. Het onderwijs in Brussel moet dringend worden hervormd. Je kan ook geen jongeren meer opleiden voor vakken die niet meer bestaan. Als je dat toch doet, ben je medeplichtig aan het feit dat het slecht afloopt. De behoefte aan ongeschoolde arbeid in Brussel wordt steeds kleiner. Je moet jongeren opleiden in de richting van de dienstensector. Het contract moet er ook werk van maken dat er geen sprake meer kan zijn van discriminatie of racisme. Het contract vraagt natuurlijk ook van die jongeren dat ze zich inspannen en dat ze geen mentaliteit aan de dag leggen van “het kan me niet schelen”. Voor wat hoort wat.’

Gelooft u dat dit kan lukken?

‘Ik denk dat we de keuze niet zullen hebben. Je zit nu met wijken zoals Kuregem en Molenbeek waar meer dan dertig procent van de jongeren geen werk hebben. Dat wordt gevaarlijk. Veel is er niet nodig, één vonk volstaat opdat er relletjes zouden ontstaan.’

U merkt ook dat de jongere generatie anders naar deze problematiek kijkt.

‘Mijn dochter van 23 bekijkt Brussel inderdaad op een veel homogenere manier dan de generatie daarvoor. Zij bekijkt de stad als een stad van alle Brusselaars maar waarbij ze ook zonder complexen de problemen zal aanduiden. Dat is ook iets wat Sofie Peeters deed met haar film Femme de la rue, waarvan ik trouwens de promotor was. Inmiddels is deze film over de seksistische opmerkingen van allochtonen op straat een miljoen keer bekeken op YouTube. Jongeren van nu merken het meteen op als bepaalde mensen zich misdragen en hebben er ook niet langer geduld mee.’

Staat repressie in uw woordenboek?

‘Ja natuurlijk, maar dat hoort ook bij het contract, niet alleen met de jongeren maar met de burgers in het algemeen. “Wij gaan er als stad voor zorgen dat de straat proper is maar als je als burger iets op de grond gooit, heb je wel een boete van 50 euro te pakken.” Zo zou het moeten zijn. Er zijn gemeenten in Brussel die op dat vlak zijn geëvolueerd. Schaarbeek bijvoorbeeld waar men na een sensibiliseringscampagne een nogal repressief beleid heeft gevoerd rond sluikstorten. Als je dat doet, is het sluikstorten rap gedaan hoor. Je kan dat met een straffe term “zero tolerance” noemen maar als je dat goed inkadert, wordt dat door de meeste mensen best aanvaard.’

Bent u nu niet zwaar geevolueerd van een punkperiode in de jaren 1980 naar de standpunten die u nu inneemt?

‘Ik denk dat niet. De wereld rondom mij is geëvolueerd. De stad is veranderd en ik ben ouder geworden en heb een dochter opgevoed. Je kan een kind krankzinnig opvoeden door het de verkeerde signalen te geven. Maar je moet aan een kind kaders geven anders staat een kind na een paar jaar op uw kop te dansen. En dat geldt eigenlijk voor de samenleving in het algemeen en voor jongeren in het bijzonder. Als je jongeren altijd maar blijft zeggen dat niks hun eigen fout is, dat klopt niet natuurlijk. Het moet steeds van twee kanten komen.’

Ligt het probleem ook niet in een gebrek aan visie en het feit dat Brussel bestaat uit 19 aparte gemeenten?

‘Off the record zullen heel wat Brusselse politici u zeggen dat de fusie van gemeenten onvermijdelijk is maar tegelijk zeggen ze dat ze niet zo zot zijn om hun eigen machtsbasis af te schaffen. Ook het idee om het aantal gemeenten in Brussel terug te brengen tot zes zoals Freddy Thielemans onlangs voorstelde, is waanzinnig. In een stad van 1,2 miljoen inwoners moet je toch geen zes burgemeesters hebben, laat staan negentien. Je kan het alleen oplossen via een staatshervorming. De uitdagingen van Brussel zullen zo groot worden dat een herorganisatie zich zal opdringen. Het is mijn mening dat de Vlaamse Beweging te veel heeft ingezet op BHV waardoor de Franstaligen een half miljard hebben gevraagd voor Brussel zonder dat er veel voorwaarden aan werden verbonden. Men had het aan één voorwaarde moeten verbinden, met name de institutionele hervorming van de stad. Want zelfs als men zou komen tot zes politiezones, dan is dat nog een absurditeit. Het Zuidstation bijvoorbeeld is een buurt met behoorlijk wat criminaliteit. Die buurt ligt verdeeld over drie politiezones. Dan kan je nog een goeie coördinatie hebben, werken doet dat niet.’

Gaat Vlaanderen correct om met Brussel?

‘Je zou een topconferentie moeten organiseren tussen Brussel en Vlaanderen want de impact van Brussel op Vlaanderen is enorm. De invloed is voelbaar tot in de heel ruime periferie. Tot in mijn geboortestad Aalst bijvoorbeeld. Als ik daar nu rondloop, zie ik er een grote groep Afrikanen die er zich hebben gevestigd en die met een Hollands accent zelfs vrij behoorlijk Nederlands praten. In alle Aalsterse scholen heb je nu al tien procent kinderen die thuis geen Nederlands praten en die groep zal alleen maar groter worden. Brussel loopt letterlijk over. Het is verassend dat men deze stad zo goed als doodzwijgt. De hele Vlaamse politieke klasse zegt zeer weinig over Brussel. Men weet dat Brussel beter kan worden beheerd. Maar wat de plaats is van deze nieuwe stad binnen het geheel dat weet men niet. Ook N-VA weet dat niet. Bij monde van Siegfried Bracke heeft men daar gezegd dat ze zelf nog moeten bekijken wat de rol van Brussel is binnen het confederalisme. In de jaren zestig was confederalisme gemakkelijk te organiseren geweest, met drie redelijk af te bakenen gebieden. Nu is het veel moeilijker vanwege de economische invloed van Brussel op de rand die steeds groter wordt en verder reikt.’

Wat wekt uw grootste kwaadheid op wat Brussel betreft?

‘Wanneer ik Brussel binnenrijd via afrit 17 Brussel Centrum probeer ik nog altijd gechoqueerd te zijn door het vuilnis dat daar ligt en de ondoordachte urbanisatie van dat gebied. Het is er heel lelijk en heel vuil en men doet er niets meer aan omdat men dat niet meer ziet. In mijn boek pleit ik ervoor dat elke gemeente een freelancer in dienst zou moeten nemen die de gemeente niet kent. Je geeft die een week carte blanche en vraagt hem te zeggen wat er hem opvalt want de Brusselaars zelf zien vaak niet meer wat er mis is. Vaak is het ook een kwestie van organisatie en opvoeding. Als ik schoolgaande jongeren in Vorst door mijn straat zie lopen, smijten die systematisch verpakkingen op de grond. Ik pleit al tien jaar voor het herinvoeren van de champetter. Zeg maar een wijkagent die iedereen kent en die als taak heeft heel de dag rond te slenteren in zijn wijk zonder dat er GAS-boetes aan te pas moeten komen. Ik woon zeven jaar in Vorst en heb nog nooit een wijkagent gezien.’

Ziet u het nog goed komen?

‘Soms word ik er zelf moe van omdat ik zie wat er in andere steden gebeurt. Alleen al op het vlak van cultuur. Ik neem nu met Lens een eenvoudig voorbeeld waar men recent een bijhuis van het Louvre opende. Iedereen gaat daar nu wel naartoe. Hetzelfde voor Amsterdam waar men het Hermitage heeft en een nieuw stedelijk museum. In Brussel heeft men daarentegen een museum van Moderne Kunst waarvan de directeur heeft besloten om de afdeling moderne kunst te sluiten … Ik durf zeggen dat men in Brussel de laatste dertig jaar niets heeft gedaan om Brussel aantrekkelijk te maken. Er kan geen visie zijn omdat het allemaal te verdeeld gebeurt. Brussels minister van Cultuur Fadila Lanaan van de PS protesteerde ooit dat er op een tentoonstelling in de Bozar te weinig Franstalige kunstenaars vertegenwoordigd waren. Ze rekende Luc Tuymans natuurlijk bij de Vlamingen terwijl dit voor mij gewoon een tot in New York wereldvermaarde kunstenaar is. Het blijft allemaal zo klein in Brussel.’

Categorieën

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties