JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Mea culpa, mea maxima culpa

ColumnJulien Borremans3/2/2018Leestijd 4 minuten
Kinderen op school, leren ze wat ze moeten leren? Hoe hoog ligt de lat?

Kinderen op school, leren ze wat ze moeten leren? Hoe hoog ligt de lat?

foto © Reporters

Johan Sanctorum analyseert het Vlaamse onderwijs op een manier zoals een visboer een zeetong met een hakbijl zou fileren. De discussie moet veel ruimer worden gevoerd en met argumenten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Johan Sanctorum analyseerde het Vlaamse onderwijs op een manier zoals een visboer een zeetong met een hakbijl zou fileren. Verfijnd vakmanschap is wel wat anders. Gebrek aan praktijk- en dossierkennis zet de filosoof niet aan om met de nodige schroom het debat te betreden. Integendeel! Brutaal schopt hij om zich heen. Iedere nuance is zoek.

Mea culpa

In het berucht interview slaat OESO-onderwijsexpert Dirk Van Damme inderdaad mea culpa: ‘Ons taalbeleid voor migrantenleerlingen is in het algemeen te laks geweest.’ Laat daar geen onduidelijkheid over bestaan. Dirk Van Damme beseft dat de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen voor o.a. het Nederlands heel erg soepel worden ingevuld. Dit heeft inderdaad tot gevolg dat een deel van de schoolgaande jeugd niet het vereiste (taal)niveau haalt om later vlot door te stromen naar vervolgonderwijs of tewerkstelling. Er is inderdaad een nivellering naar onder toe. Van Damme beseft dat het heel belangrijk is dat mensen het Nederlands op een hoog niveau moeten beheersen en dat dit in de eindtermen moet worden gebetonneerd. De lat moet een flink stuk hoger worden gelegd.

Tot daar kan ik Sanctorum volgen. Daarna verliest hij de pedalen en sukkelt hij van de ene sloot in de andere. Zo beweert hij dat een complete generatie pubers vandaag nog nauwelijks kan lezen of schrijven. Dat is gratuite onzin. Er zijn inderdaad heel hoge niveauverschillen, maar beweren dat we binnenkort met een generatie analfabeten opgescheept zitten, getuigt van een fundamenteel gebrek aan praktijkkennis. Vervolgens haalt hij de soixante-huitards van stal, die – door middel van de democratisering van het onderwijs – hun stempel op het onderwijs drukten en zorgden voor een fatale spiraal neerwaarts. Spoedig loopt het onderwijs vol met randdebielen die nog net in staat zijn om samen met hun leerlingen banale werkboeken in te vullen. Tot daar de intellectuele fastfoodkost van Sanctorum.

Kwaliteitsverschillen

In het interview met Dirk Van Damme staan interessante dingen te lezen, die de Sanctorum onvermeld laat. Het grote kwaliteitsverschil tussen scholen zorgt ervoor dat het voor de leerlingen op de ene school haast een pretje is om een diploma secundair te halen, terwijl dit op een andere geen sinecure is. De ene onderwijsinstelling legt de lat hoog, terwijl op een andere school de spreekwoordelijke lat dramatisch laag ligt. ‘In Vlaanderen bestaat de kwaliteitscultuur op vele scholen, maar niet op systeemniveau. De autonomie van de scholen is te extreem ingevuld. Leraren examineren volledig autonoom. We hebben geen enkel zicht op de standaarden die daarbij worden gehanteerd.’ Dit zorgt er voor dat de kwaliteitsverschillen tussen de scholen groot is.

Daarbij komt nog dat veel leerkrachten het onderwijs verlaten voor een baan met meer zekerheid en minder werkdruk. De grote niveauverschillen in een klas nopen de leerkracht ertoe om gedifferentieerd les te geven. Achterstand moet geremedieerd worden, terwijl iedere leerling op haar/zijn niveau wordt bediend. Dit vraagt ontzettend veel van de leerkrachten. De taakbelasting neemt Olympische afmetingen aan. Niet iedere leerkracht is bereid om deze inspanning te leveren… Dit tast het onderwijsniveau eveneens aan.

Multimedia vormen steeds meer de didactische hoeksteen van het onderwijs. Een zorgvuldig gebruik van de ICT kan een sterkte in het leerproces zijn. Maar het veelvuldig gebruik van diverse media legt ook een kwalijke maatschappelijke ontwikkeling bloot. We evolueren steeds meer van een lees- naar een beeldcultuur. Leerlingen lezen steeds minder en geven zich steeds meer over aan een snel veranderende beeldcultuur, met alle gevolgen van dien. De oprukkende beeldcultuur werkt fnuikend voor de leescultuur.

We kunnen nog tal van redenen aanhalen waarom de schrijf- en leesvaardigheden van leerlingen achteruit gaan. Uit onderzoek blijkt duidelijk dat de vermindering van de motivatie waarom kinderen minder lezen heel uiteenlopend zijn en dat daar in vele gevallen nogal ingewikkelde micro- en macroprocessen aan de grondslag van liggen. Ik stel dan ook voor om de discussie in de breedte en de diepte te voeren en ons niet te beperken tot wat gekef aan de zijlijn.

Vlaams parlement

Tot slot wil ook wel wijzen dat het onderwijs een afspiegeling van de maatschappij is en dat grote maatschappelijke uitdagingen zich in het onderwijs scherp stellen. Problemen in het onderwijs dienen dan ook in een breder maatschappelijk kader te worden gezien. De instroom van tienduizenden nieuwkomers per jaar die zich amper integreren, laat zich ook in het onderwijs voelen. Dat ligt voor de hand.

Jaren geleden beschreef Scheffer de multiculturele samenleving als een ‘eilandenrijk zonder veel bruggen’, met steeds meer getto’s in de grote steden, ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen, sociale ongelijkheid en culturele segregatie. Het gevolg is dat er ‘Parallelgeselschaften’, etnische enclaves, ontstaan waar iedereen op zichzelf leeft en er weinig contact is met de wijdere omgeving. Hoe denkt u hoe het op de scholen verloopt?

België is de slechtste leerling in de OESO wat betreft de economische participatie van vreemdelingen van buiten de EU. Van de jongeren tussen 20 en 25 jaar van Maghrebijnse oorsprong zijn ongeveer 47% actief, terwijl dat voor de niet-moslims ongeveer 84% is. Er is vrijwel geen enkel land in de OESO waar er zoveel armoede bij migranten is, in verhouding tot de rest van de bevolking. Deze mentale, geografische  ‘apartheid’ – met enorme kloven in welvaart en welzijn – zet zich in het onderwijs door.

Wij hebben intussen derde generatie migranten die geen opwaartse mobiliteit in onze samenleving kent. Ze blijven als het ware plakken aan de grond. Zelfs mensen die in een gezin van reguliere migratie zijn geboren, doen het zeer slecht. Dit leidt tot grote ongerustheid en onvrede, zowel bij allochtone al autochtone bevolking. Ook dit laat zich in het onderwijs voelen.

Denkt u nu werkelijk dat leerlingen die opgroeien in armlastige achterstandswijken, waar er een gemis is aan een duidelijke opvoedingsstructuur, waar een flink deel van de familie nooit regulier werk heeft gehad, waar de dienaren van het gerecht soms over de vloer komen, waar integrisme woekert, gemotiveerd zijn om zonder dt-fouten te schrijven? Dit is werkelijk hun laatste bekommernis.

Vlaanderen heeft intussen heel wat bevoegdheden gekregen, waaronder: tewerkstelling, integratie, inburgering en onderwijs. Laat dat nu net de bevoegdheden zijn waar het Vlaams Parlement aan de slag kan om een aantal kwalijke ontwikkelingen – zoals hierboven beschreven – te beteugelen. Vlaanderen kan dan eindelijk eens bewijzen dat het met de verworven bevoegdheden zoveel meer doet dan de federale overheid. Wat onderwijs, integratie en tewerkstelling betreft, is er nog een hele weg te gaan. In plaats van op de pianist te schieten, is het beter om eens de componisten het vuur aan de schenen te leggen om betere partituren te schrijven en ze op elkaar af te stemmen. De Vlaamse regering heeft nog heel wat werk op de plank liggen.

Julien Borremans studeerde architectuur, wijsbegeerte en management. Hij is werkzaam in het onderwijs. Borremans publiceerde voor verschillende tijdschriften en kranten. Hij werkt mee aan verschillende internetfora.

Commentaren en reacties