JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Met een lucifer op zoek naar een speld

Is doemdenken op zijn plaats in deze crisis?

Julien Borremans20/4/2020Leestijd 4 minuten
De pest in Londen in 1665

De pest in Londen in 1665

foto © Reporters

De doemscenario’s vliegen ons weer om de oren. Het einde van de beschaving is nabij. Maar na iedere epidemie lonken grote hervormingen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Seriële pandemieën, mondiale verarming, de terugkeer van de Grote Depressie uit de jaren dertig, gigantische sociale onrust… Het is maar een greep uit de doemscenario’s die op ons afkomen. De ineenstorting van onze beschaving in de komende decennia staat zo goed als vast.

Dokter-tovenaar aan het woord
Volgens welzijnseconoom Paul Frijters zijn we niet zo gek verwijderd van burgeroorlogen. Anderen voorspellen dan weer dat we naar ‘een posthumanistisch tijdperk’ evolueren. ‘Het meest verontrustende is dat we geen idee hebben van wat ons bedreigt’, zegt Thomas Gillespie. ‘Big Brother’ wordt weer eens van stal gehaald, net als ‘de biopolitiek’ van Michel Foucault. Het is wachten op een supervirus dat ‘grote schoonmaak’ zal houden, een turboversie van een kruising van het corona- en het ebolavirus.

Dan is er nog de overvloed aan psychosociale klachten die catastrofale proporties dreigen aan te nemen. En alsof het nog niet genoeg is, heeft het coronacrisis alles te maken met de nivellering in het onderwijs, een reeks van wetenschappers die amper kunnen verbergen dat ze er niets vanaf weten en een leger aan incompetente politici. Slik.

In periodes van grote onrust en twijfel komen de dokter-tovenaars met de meest lugubere en onheilspellende diagnoses. De kwaal wordt dan geconnecteerd aan grote maatschappelijke bedreigingen, onheilspellende ontwikkelingen en lugubere tendensen, waarvoor de behandeling soms erger is dan de kwaal. Met een lucifer de hooiberg in, op zoek naar een speld.

Frisse lucht als remedie tegen corona?
Tot in de negentiende eeuw werd er verondersteld dat epidemische ziektes samenhingen met bedompte lucht, rottend afval en stilstaand water. Bijgevolg werd overgegaan tot een grootscheepse reinigingsoperatie van huizen en steden. De aanvoer van frisse lucht was de beste remedie tegen onder andere de cholera. De verdorven lucht was weg, maar de ziekte bleef. Wetenschappelijk inzicht en grote sanitaire omwentelingen zorgden ervoor dat bepaalde epidemies uit de steden verdwenen. Iedere periode brengt blijkbaar een zekere mate van verdwazing met zich mee.

We leven momenteel op een kruispunt van verschillende ontwikkelingen en uitdagingen. Maar laten we dat niet opblazen tot buitenproportionele afmetingen. Paul Frijters omschrijft Covid-19 als ‘een vrij kleine ziekte’. In vergelijking met de massale slachtpartijen die de pokken, de pest, de Spaanse griep, cholera, malaria… hebben aangericht, valt Covid-19 wel mee. Katapulteer je twee eeuwen terug in de tijd en beeld je even in dat je een van bovenvermelde ziektes kreeg.

Onze voorouders stonden wel voor grotere uitdagingen en moesten zich behelpen met schaarse medische middelen. Van een verzorgingsstaat was geen sprake. Vijf weken quarantaine… dat zou wel het minste van hun zorgen zijn geweest. Wie begin zeventiende eeuw in Antwerpen leefde en 75 jaar werd, zou volgens historicus Gerrit Valk minstens zes keer de pest hebben meegemaakt.

Zijn we ‘watjes’ geworden?
Mijn moeder bracht tijdens de Tweede Wereldoorlog een deel van haar jeugdjaren door in de schuilkelders van Werl, niet ver van Soest, waar ze om de haverklap moest naar toe hollen om te ontkomen aan de tapijtbombardementen van de Amerikanen. Tussen de puinhopen waren de uitdagingen om te overleven wel van een andere dimensie. Ziektes en ontberingen waren dagelijks kost. De dood waarde door de puinhopen. Na de oorlog waren er de armoede, de honger, de vernederingen… en de loodzware opdracht om het land herop te bouwen. Naast de bergen ellende kenden de jeugdjaren van mijn moeder ook wel heel veel vreugde. De armoede was knagend en vernederend, maar de mensen deden veel met weinig. Momenteel lijkt net het omgekeerde het geval te zijn.

Uiteraard is het bijzonder jammer dat mensen moeten sterven, maar veel anderen worden door de medische wetenschappen gered en kunnen convenabel leven dankzij de sociale zekerheid. Hebben de verzorgingsstaat en de consumptiemaatschappij ons niet te slap, te zacht, te teergevoelig gemaakt? Bij de minste tegenslag moeten we naar de psycholoog of bij de dokter voor antidepressiva. Onze weerstand lijkt wel die van een spons. We zuigen alle ellende en problemen op. Bij de minste tegenslag ontspoort ons leven en dreigen we te vervallen in gejammer en gezeur.

Het einde van de beschaving
In zijn boek Waarom de wereld niet naar de knoppen gaatomschrijft Maarten Boudry de kankeraars als ‘de doemdenkers van de ‘wacht-maar’-school.’ De wereld waarin we leven, is wel veel beter dan vroeger, maar het mooie liedje blijft niet duren. ‘Binnenkort botst onze groei op zijn grenzen. Dan overschrijden we een of andere kritieke drempel, waarna we regelrecht de afgrond in duiken.’

Alleen duurt die ‘binnenkort’ al bijna vijftig jaar en wordt er van de premisse vertrokken dat de mensen zich gedragen als lemmingen die als enige ambitie hebben zich van de rotsen te werpen. Los van het feit dat de uitdagingen groot zijn, verandert er ook veel ten goede. Daar mogen we niet blind voor zijn.

Grote epidemieën leiden tot hervormingen
Waait deze crisis dan over zonder dat er een rimpeltje op het water verschijnt? Zeker niet. Maar de wereld zal niet naar de knoppen gaan en er liggen ook geen revoluties in het verschiet. Volgens historicus Bart Funnekotter hebben catastrofale epidemieën grote politieke en sociaaleconomische gevolgen, maar blijven revoluties uit. Zo leidde de Honderdjarige Oorlog, maar vooral de pest in het veertiende-eeuwse Frankrijk tot de centralisatie van de macht.

Als antwoord op de grote cholera-epidemie van 1832 en 1849 in Engeland raakte het grote publiek doordrongen van de dringende noodzaak aan stedelijke gezondheidsmaatregelenJoseph Bazalgette, chief engineer van de Londense Metropolitan Board of Works, coördineerde de bouw van het rioolnetwerk van London. Met deze constructie hielp hij de stad af van de cholera-epidemieën. Anderen beweren dat de pest in de middeleeuwen een impuls aan het kapitalisme heeft gegeven.

Maak het verschil met België
Is de kans rijp om België te hervormen? Eens de gezamenlijke vijand verslagen komen de tegenstellingen nog meer op scherp te staan. De groeiende schuldenberg, het overheidstekort, nieuwe belastingen en de noodzakelijke besparingen zullen de spanningen binnen dit surrealistisch koninkrijkje nog verder op scherp stellen. Bert Bultinck – hoofdredacteur van Knack – stelde in De afspraak op vrijdag dat verkiezingen in het najaar zinvol zijn. Mogelijk… om duidelijk te maken dat de communautaire tegenstellingen onoverbrugbaar lijken. Dreigt de Grote Blokkering?

‘Never waste a good crisis’, Vlaamse regering! Het is tijd voor actie. Zet Vlaanderen op de kaart door de bevoegdheden goed en degelijk uit te voeren. Maak het verschil met België. Zorg voor een bestuur dat de grote uitdagingen van morgen aanpakt en stabiliteit vertoont. Of zoals Bart De Wever — de Augustus der Lage Landen — schreef: ‘Als Vlaanderen een product is van onze verbeelding, waarom is het ondenkbaar dat we er iets goeds van maken?’

Julien Borremans studeerde architectuur, wijsbegeerte en management. Hij is werkzaam in het onderwijs. Borremans publiceerde voor verschillende tijdschriften en kranten. Hij werkt mee aan verschillende internetfora.

Commentaren en reacties