JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Migratie, een geschenk uit de hemel? (2/2)

Vlaamse Indicatoren: boeiende cijfers, weinig aandacht

Jan Van de Casteele3/3/2019Leestijd 5 minuten
Zelfs Myria heeft geen cijfers over de kost van migratie

Zelfs Myria heeft geen cijfers over de kost van migratie

foto © Reporters / GYS

Ook voor migratie ligt tussen nul en oneindig ergens een kritisch punt. Wie de stoof van migratie laat gloeien, kan er zich aan verbranden

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Is een zindelijk migratiedebat nog mogelijk? Het is moeilijk, zowel door de vaak overhaaste slogantaal van de ultra’s van rechts als door de stugge dagdromerij van veel progressieven die de stoof van de migratie willen laten gloeien. Hoeveel migratie is haalbaar?

Kunnen we het hier wel hebben over het financiële plaatje? Niet makkelijk. Informatie over de kostprijs van migratie is nauwelijks beschikbaar. N-VA-ministers vroegen de Nationale Bank om een degelijk onderzoek en cijfers voor april 2019, maar wèg is de N-VA en waar zijn de cijfers?

Niemand weet het

Instellingen en organisaties die ‘leven’ van de migratie, weten het evenmin. Het federaal Migratiecentrum Myria (dat samen met het Interfederaal Gelijkekansencentrum Unia voortkomt uit het voormalig Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, CGKR) publiceerde onlangs Migratie in cijfers en in rechten. Daar vinden we wel veel tabellen en grafieken, en nog meer suggesties om massamigratie makkelijker te maken, maar geen info over wat dat allemaal moet en mag kosten.

Dat is ook niet het geval bij het uitstekende cijferwerk van de Vlaamse Regering en Statistiek Vlaanderen, dat vorig jaar werd gepubliceerd in de Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor.

En in de brochure  Samenleven in Diversiteit 2017 schrijft men: ‘Een beleid afstemmen op superdiversiteit begint met het kennen en begrijpen ervan.’ Maar ook hier vinden we tussen honderden bladzijden grafieken en commentaren nauwelijks informatie over de kostprijs van migratie. Horen die niet bij het maatschappelijk debat?

Een troost: de cijferreeksen die er wél staan, zijn een mooie aanzet tot nadenken over de omvang van immigratie en emigratie, en over het verband tussen migratie en werk (of geen werk), leefloon, wonen en gezondheid, onderwijs, en nog veel meer.

Arbeid en werk

We starten bij de economische kern van het debat: arbeid en werk. Zowat alle cijferreeksen bevestigen het grote verschil tussen de komst van Europese en die van niet-Europese staatsburgers. Wie geen werk heeft, kost meer (uitgaven overheid), en betaalt minder belastingen (inkomsten overheid). Dat is dus — vergelijk het met de fameuze transfers naar Wallonië — een dubbel probleem.

In 2016 lag de werkzaamheidsgraad bij de personen van Belgische nationaliteit op 73 procent. Bij personen met een niet-EU-nationaliteit was dat 46 procent. Geen verwijt aan nieuwkomers die hier niet meteen werk vinden. Wel aan het adres van diegenen die ervan uitgaan dat een samenleving dat probleem op korte en zelfs op lange manier onbeperkt kan opvangen. Dat lijkt ons iets voor mensen met toverstokjes.

Kijken we dan even naar het spiegelbeeld, de werkloosheid. Die ligt bij personen met een niet-EU-nationaliteit driemaal hoger dan bij personen met een EU-nationaliteit (exclusief Belgen) en vijfmaal hoger dan bij de Belgen (Europese cijfers, EAK).

In de tabellen over uitkeringsgerechtigde werklozen (Sociale Zekerheid, KSZ-data) zien we dezelfde verschillen. Bij de personen van Belgische herkomst ligt de werkloosheidsgraad het laagst (4 procent in 2016). Bij de personen van niet-EU-herkomst ligt is dat ruim 3 keer hoger (14 procent).

Leefloon

Wie helemaal uit de boot valt, wordt in een beschaafd land ook geholpen. Met een leefloon bij voorbeeld. Een teken van beschaving. Bij de personen van Belgische herkomst bleef het aantal (equivalent) leefloontrekkers de jongste jaren (2009-2016) stabiel: afgerond een kleine 13.000. Het aantal leefloners met EU-nationaliteit steeg licht van 3.101 tot 3.805. Tot hier het goede nieuws.

Het aantal leefloners uit niet-EU-landen — dat al veel hoger lag in 2009 — steeg van 16.760 naar 23.195. Die toename is er bij mensen van Turkse en Maghrebijnse herkomst, maar nog meer bij personen uit Afrika en Azië.

Minder aan de slag, meer werkloosheid, meer leefloon. Geen kosten aan migratie? Waar zijn die toverstokjes?

Terloops even vermelden dat ook binnen België de verschillen tussen de regio’s bijzonder groot zijn. In Brussel is 61 procent van de 20- tot 64-jarigen aan de slag, in Wallonië 64 procent en in Vlaanderen 74 procent. Hetzelfde geldt voor het spiegelbeeld van de de werkloosheidscijfers.  En voor het leefloon. Vlaanderen telt met bijna 60 procent inwoners maar een stevig kwart van de leefloners. De rest zit in de twee andere gewesten. Al jaren zo.  Bij die communautaire zijsprong past dezelfde vraag: waar ligt de nog haalbare grens van de solidariteit?

Taal, inburgering, onderwijs

Een ernstige handicap voor nieuwkomers die werk zoeken, is de taal, de belangrijkste component van de inburgering. Vlaanderen doet hier via allerlei inburgeringsprogramma’s en studiefaciliteiten al heel grote inspanningen. Hoeveel groter kunnen en moeten die worden?

Nieuwkomers lopen achterstand op. Zo steeg  het aantal kleuters met een andere thuistaal dan het Nederlands op goed een handvol jaren van 43.028 (2009-2010, 17,2 procent) naar 57.523 (2016-2017, 21,5 procent). In het lager onderwijs is er een stijging van 13,6 naar 18,7 procent en in het  secundair een stijging van 13,3 naar 19,3 procent. Los het maar op. Geen kosten aan migratie?

De Vlaamse resultaten van het PISA-onderzoek over de onderwijsprestaties van 15-jarigen geven aan dat autochtone leerlingen veel beter scoren dan leerlingen die in het buitenland geboren zijn of wiens beide ouders in het buitenland geboren zijn. Dat is geen verwijt aan die kinderen, maar wel aan diegenen die ook hier meteen spreken van ‘discriminatie’…

Uiteindelijk verlaten jongeren met een vreemde nationaliteit en een vreemde thuistaal veel vaker het secundair onderwijs zonder diploma. In 2015 was dat het geval bij 10 procent van de leerlingen met een Belgische nationaliteit, een pak minder dan de 24 procent van de leerlingen met een EU-nationaliteit en de 38 procent van leerlingen van buiten de EU. Taalachterstand, leerachterstand. Geen kosten aan migratie? Waar zijn die toverstokjes?

Wonen

Wat huisvesting/wonen betreft zijn er al evenmin goede, actuele studies. De Migratie- en Integratiemonitor 2018 verwijst nog naar resultaten van een onderzoek uit 2013 (Agentschap Wonen-Vlaanderen).

72 procent van de Belgische huishoudens hebben een eigen huis, tegenover 54 procent van de EU-burgers en maar 21 procent van de burgers met een niet-EU-nationaliteit. Het is het prima te werken aan beterschap, maar liefst met zin voor realisme.

Hetzelfde geldt voor het alternatief voor een eigen woning, de huurwoning. Eind 2016 was maar 2 procent van de personen met een Belgische nationaliteit een sociale huurder. Bij de personen met een niet-EU-nationaliteit gaat het om 8 procent. Zelfde verhaal. Geen kosten aan migratie?

Gezondheid

Is gezondheidszorg misschien een uitzondering? Het kan best zijn dat armere nieuwkomers de nodige medische zorg vaker uitstellen. Bij de Belgen gaat het om 3 procent, bij de personen met een niet-EU-nationaliteit om 9 procent. Men kan proberen die kloof te verkleinen, natuurlijk. Maar geen kosten aan migratie?

Grens

Ongeveer de helft van de 18-plussers met een niet-EU-nationaliteit leeft in een huishouden met een inkomen onder de armoederisicodrempel. Dat is vijfmaal meer dan dit het geval is bij de personen met een Belgische nationaliteit (9 procent). Hoe zindelijk kan het debat hierover worden gevoerd?

Veel progressieven zullen in de aanloop naar de verkiezingen zoals hun uithangbord Jos Geysels (Groen/Decenniumdoelen) driftig doordrammen over ‘1,3 miljoen armen’ in dit land. In mistige termen —  van ‘materiële deprivatie’ tot ‘subjectieve armoede’ of wat de ondervraagde zélf over zijn armoede vindt —  wordt armoede almaar ‘verruimd’. Maar veel gemener is hun bijna potsierlijke queeste naar de zondebok. Hun dogma is duidelijk: niet migratie is het probleem, de Vlaming is de schuld van alles. Het zijn ‘wij’ die discrimineren.

Van Geysels en co mag je geen rationele link leggen tussen mogelijke hypermigratie en een aantal (evidente) gevolgen daarvan. Solidariteit lijkt wel een spel zonder grenzen. Nieuwkomers zo goed mogelijk opvangen is prima. Tot aan de poort van de realiteit. Tot op het punt waar de autochtone gemeenschap de culturele, economische en fiscale druk kan en wil dragen.

De streep van de haalbaarheid

Een ding staat vast: tussen nul en oneindig ligt ergens de streep van de haalbaarheid. Daar moeten we proper over kunnen discussiëren, met degelijke cijfers bij de hand. Die zijn er in dit land niet. Een bepaalde progressieve lobby maakt daar misbruik van, en wil meer poorten open.

Zo zijn ze zelfs de objectieve bondgenoot van de elite van de politieke overkant, voor wie maar één ding telt: goedkope arbeidskrachten. Dat is niet ok. Met migratie zonder grenzen wordt het moeilijk. In tovenaars hoeven we niet te geloven. Een escalatie van de problemen valt misschien nog te vermijden.

Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.

Commentaren en reacties