JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Minder regelneverij, meer samenleving

Jan Van Camp30/4/2019Leestijd 4 minuten

foto ©

Verregaande overheidsinmenging leert mensen af initiatieven te nemen. Dat is nefast voor de economie, maar ook voor de samenleving.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Afgelopen vrijdag kwam het Planbureau met de doorrekening van de sociaaleconomische maatregelen die de verschillende partijen in hun verkiezingsprogramma hebben staan. Zonder te willen ingaan op de details van deze berekening is het de laatste dagen en weken duidelijk geworden dat de zogenaamde progressieve partijen, onder het mom van klimaatmaatregelen, kiezen voor meer belastingen en meer overheidsingrijpen. Opmerkelijk, de overheid roomt al een waanzinnig deel van onze welvaart af en heeft een verregaande impact op onze samenleving.

Impact van overheid?

Vooraleer we de hardwerkende Vlaming nog eens opzadelen met groen-rode klimaatbelastingen en klimaatambtenaren, is het volgens mij de moeite om eerst na te kijken wat de rol van de overheid is en welke impact ze heeft op ons leven. Er is immers een fundamenteel probleem met het teveel aan taken die de overheid in dit land voor haar rekening neemt en het beslag dat zij legt op haar burgers om dit te betalen. Want naast de economische gevolgen van de constante afroming van de productiviteit en creativiteit van onze burgers, zijn er de sociale en geestelijke consequenties die mogelijk nog erger zijn.

Vandaag kunnen we niet meer spreken van een milde vorm van staatsinterventie in België en Vlaanderen. Vadertje staat roomt niet alleen de helft van het inkomen van het meest productieve deel van de samenleving af. Het steeds uitdijende takenpakket van de staat legt steeds meer beslag op onze samenleving, regelt steeds een groter deel van het dagelijkse leven. Mensen beginnen te geloven dat wat het individu, de vereniging of de markt kan, de overheid beter kan. De alomtegenwoordige staat wordt geacht een antwoord te hebben op elk ongemak dat de burger kan ervaren van wieg tot kist. En wee de politicus die durft suggereren dat de overheid er niet is om elk particulier probleem op de lossen en de burger best wat zelfredzamer mag zijn.

De staatsinterventie heeft dergelijke vormen aangenomen dat onze burgers het verschil niet meer zien tussen de overheid en de samenleving. Meer zelfs: elke notie van een samenleving die zich zelf ordent, door zelfbeheersing of sociale controle, los van het wetgevend kader, los van een politieagent of rechter, wordt weggehoond, dan wel als verdacht conservatisme weggezet.

Aangeleerde hulpeloosheid

Dit heeft tot gevolg dat onze samenleving geen collectieve ambitie en veerkracht meer heeft. In de plaats is een samenraapsel van geatomiseerde individuen gekomen die zich uitsluitend op hun eigen rechten focussen en steeds vaker naar de rechter lopen om ze af te dwingen. Een tramlijn aanleggen om de mobiliteitsknoop op te lossen. Goed, maar niet in mijn straat. Profiteren van de economische ontwikkeling die een luchthaven brengt. Goed, maar als er ook maar één vliegtuig verkeerd vliegt is een rechterlijk dwangbevel nooit veraf.

De kost hiervan is enorm. Een groot deel van de tijd en energie van onze samenleving gaat er aan op. Bovendien wordt de druk op het gerechtelijk apparaat steeds groter, wat de politieke klasse aanzet om nog meer delen van het leven te regelen en haar beslag op onze samenleving nog groter te maken. Als we deze onzalige sneeuwbal laten aanzwellen zullen we eindigen in de absurde situatie waar alles verboden is wat niet in wetteksten staat, in plaats van omgekeerd.

We moeten dus de rol van de overheid beperken. Niet alleen om te besparen of om onze economie zuurstof te geven, maar om onze samenleving te redden van de doorgeslagen regelneverij en juridisering. We moeten ruimte maken voor onze gemeenschap waar Vlamingen vrij zijn om hun leven vorm te geven naar eigen inzicht, maar ook de verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen van hun keuzes.

Barokke boscoach

Dit lijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan, sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is onze staat en de zaken waar ze zich mee bezig houdt exponentieel toegenomen. Bovendien is het een feit dat onze samenleving complexer is geworden. Als dan nog de laatste jaren barokke uitwassen, zoals een boscoach gesponsord door belastinggeld, het levenslicht zien is het overduidelijk dat de discrepantie tussen wat een overheid moet doen en wat ze allemaal doet ondragelijk groot is geworden.

Hoe zorgen we er dan voor dat onze overheid haar burgers de ruimte laat om gemeenschap te vormen en zich meer focussen op taken die er echt toe doen? Kerntaakdebatten en administratieve vereenvoudiging hebben in het verleden al bewezen niet (genoeg) te werken. Geholpen door de groen-rode partijen, lijkt de overheid een meerkoppige hydra die, zo lijkt het wel, instanties en overheidsdiensten blijft creëren. De beste manier om de regeldrift in te perken is de uitvinders van de boscoach met rug tegen te muur te zetten door de belastingkraan dicht te draaien. Enkel zo verplichten wij hen echt te overdenken wat een kerntaak is en wat niet.

Helikopterouders

Ten tweede, en misschien nog belangrijker, hebben wij als politici de plicht om niet elke uitroep van maatschappelijk ongenoegen om te zetten in een administratie die hier iets aan moet doen, of om de gevolgen van elke calamiteit te collectiviseren. We moeten het lef hebben om onze burgers te vertellen dat er meer in hen zit dan een leven aan de hand van een overheid, die als een helikopterouder alles regelt en alle verantwoordelijkheid neemt. We moeten openlijk durven pleiten voor een renaissance of bijna reanimatie van het besef dat onze burgers niet alleen rechten hebben maar ook plichten. Plichten die verder gaan dan het naleven van de wetten en decreten van onze verschillende overheden. Plichten die verder gaan dan afwachten tot wanneer de overheid optreedt.

Daarom dus, laten we in plaats van een groen-rood belastings-en instellingenbos bij te planten, verder hervormen, de belastingen verder verlagen en de rol van de overheid terugdringen. Laten we het initiatief weer bij de burgers leggen in plaats van bij ambtenaren. Het zal niet alleen onze economie ten goede komen maar ook onze samenleving en geestelijke gezondheid.

Jan Van Camp (°1985) is N-VA-gemeenteraadslid in Puurs-Sint-Amands. Na passages langs verschillende kabinetten is hij adjunct-woordvoerder van de N-VA Kamerfractie.

Commentaren en reacties