JavaScript is required for this website to work.
Europa

Gaan minderheidskabinetten de norm worden?

Versnippering in de politiek

Luc Nijs2/4/2019Leestijd 3 minuten

Minderheidskabinetten lijken stilaan de norm in Nederland. Ons land volgt wellicht. Het werkt handig, maar laat geen langetermijnvisie toe.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Gefragmenteerde maatschappijen, schisma’s die in de media uitvergroot worden, aanzienlijke uitdagingen die geen baat hebben bij één-dimensionele oplossingen en de fragmentering van de publieke ruimte via (onder andere) de sociale media. Allen versplinteren ze het politieke spectrum. Het wordt dus steeds lastiger om een regeerakkoord af te sluiten waar alle onderhandelende partijen zich in herkennen. Er zijn bovendien nog maar weinig politieke partijen die zich nog vier of vijf jaar lang willen laten ketenen aan een regeerakkoord.

Er is een aanzienlijke kans dat steeds meer politieke partijen gaan opteren voor minderheidsformaties. Daarbij kunnen ze hun oppositiepartners kiezen om dossier per dossier bepaalde programmapunten gerealiseerd te krijgen. Een voordeel is dat de regeringsvorming sneller gaat, accenten duidelijker kunnen gelegd worden en de oppositie een meer centrale rol krijgt in het besluitvormingsproces. Democratie is uiteindelijk een continuüm en niet een moment iedere vier of vijf jaar. Bovendien hoeft de regerende partij niet alle thema’s volledig voor de verkiezingen uit te vlooien en kan zich beperken tot slogans en boutades. De rest is achterkamerwerk.

Instabiliteit?

Minderheidskabinetten bestonden  reeds eerder in het verleden, vaak tijdelijk of om de rit van een gebroken kabinet uit te rijden. Daardoor kreeg het meteen ook een zweem van instabiliteit, maar die hoeft evenwel niet inherent te zijn aan een minderheidskabinet. Als politiek de kunst van het haalbare is, is het pragmatische van een minderheidsmodel zeker werkbaar, ook op langere termijn. Ik schat dat Nederland binnen twee jaar, als het kabinet het zolang nog rekt, in die richting zal evolueren. Dat een hele reeks belangrijke partijen nu ongeveer even groot zijn, draagt daar toe bij. België staat die test binnenkort reeds te wachten.

Een eigen identiteit

Het voordeel is dat men niet meer met een log meerderheidskabinet zit waarin geen enkele kiezer zich nog herkent omdat men alles sterk dient te onderhandelen. De herkenbaarheid bij het publiek zal dus groter zijn. Als men een minderheidskabinet met een helder inhoudelijk kader en een eigen identiteit heeft, is dat althans de verwachting. Het gevolg zou dan een dun regeerakkoord met wat hoofdlijnen en vooral een richting kunnen zijn. Zo ziet de Nederlandse minister-president Rutte zijn functie al een tijdje wanneer hij zegt ‘dat wie last heeft van visie naar de oogarts moet’. Nu staat de man met de Colgate-glimlach bij vriend en vijand bekend als iemand met een schokkend gebrek aan ideeën. De scherpte van het debat is in zijn aanwezigheid dus vaak ook totaal afwezig. Dat is evenwel een noodzakelijke voorwaarde om zo’n minderheidskabinet te laten functioneren, zeker op lange termijn.

Opportunisme

Ik vergelijk het in mijn industrie, de investeringswereld, met de centrale relevantie van de gekozen investeringsstrategie en het achterliggende proces. Het garandeert de herhaalbaarheid van de strategie en verschaft vooraf inzicht in rendement en eventuele risico’s. Partijen die zich bedienen van wat men ‘pragmatische en opportunistische investeringsstrategieën’ noemt —en zich dus niet vastpinnen op een rigide strategie— halen vaak hier en daar exceptionele resultaten. Gemiddeld scoren ze echter beneden de norm. Dat risico dreigt ook voor minderheidskabinetten.

En in Vlaanderen?

Op Vlaams niveau ontbreken spijkerharde analyses over maatschappelijke problemen volledig. En als men al debatteert, is het in een caféstijl met als doel het winnen van het argument (al zwaaiende met wat rapporten) eerder dan het hoger tillen van de kwaliteit van de besluitvorming. Dat vertaalt zich dan weer in slechte wetgeving, iets waar de Raad van State al vaker naar verwees. De Raad heeft geen tijd en capaciteiten heeft voor intensieve ‘handholding’ van de politiek. Ik zie een goed functionerend minderheidskabinet nog niet gebeuren in een land waar de meest zichtbare politici net diegenen zijn die zich regelmatig van testosterontweets of ontregelend cynisme bedienen. Maar het zou wel degelijk de norm kunnen worden in een land waar de inhoud het steevast verliest van de vorm, kwaliteit het verliest van het compromis en ambitie het verliest van middelmatigheid . En het staatsmanschap? Dat heeft het al lang verloren van machtszoekend opportunisme.

Luc Nijs is CEO en bestuursvoorzitter van investeringsmaatschappij The Talitha Group en doceert o.a. ‘internationale kapitaalmarkten’ aan de Universiteit Leiden.

Commentaren en reacties