JavaScript is required for this website to work.
post

Monetaire doping: het failliet van de consumptiemaatschappij

Waarom monetair financieren van schuld geen goed idee is

Martin De Vlieghere4/10/2021Leestijd 4 minuten

inflatie

inflatie

foto © Gerd Altmann

Willen we opnieuw het gouvernementeel-bancair systeem redden of willen we terug naar een duurzame economie? De keuze is hard maar eenvoudig.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Overheden dreigen om te vallen telkens de economie in recessie gaat. Daarom moeten we allemaal mee in de mantra van ononderbroken groei, negatieve rente, inflatie, langere files, wachtlijsten, tekorten en levenslang werken. Wij kunnen vier redenen onderscheiden waarom deze mantra onhoudbaar is.

Geld is steeds minder een medium voor het aanleggen van reserves

De gezinnen kunnen niet meer zinvol op lange termijn sparen. Tenzij ze gewaagde beleggingen op de beurs doen of de vastgoedzeepbel verder helpen opblazen. De tijd van termijnrekeningen en kasbonnen is al 12 jaar voorbij. De enige financiële reserves die de gezinnen nog hebben, staan op spaarboekjes. Intussen steken de overheden zich steeds verder in de schulden voor salarissen en uitkeringen die voornamelijk consumptief gespendeerd worden. Daardoor is het spaarsaldo van de samenleving minimaal of zelfs negatief.

De grote luxe waarin veel gezinnen leven, maskeert hun onzekere toekomst. Hun financiële zelfredzaamheid is aangetast. Daardoor rukt de verzorgingsstaat nog verder op in de financiële gevarenzone. Als er dan een crisis uitbreekt, is het enige antwoord om massaal geld bij te drukken. Geld verliest daardoor echter nog sneller zijn functie van lange-termijnreserve.

Steeds meer zombiebedrijven

Monetaire financiering van groei en overheidsuitgaven is niet nieuw. Reeds decennialang wordt de kredietmultiplicator (verstrekte kredieten keren onmiddellijk en vrijwel volledig in de vorm van deposito’s terug in het bankwezen waardoor ze gedeeltelijk opnieuw uitgeleend kunnen worden) onvoldoende afgeremd. Daardoor ontstonden zombiebedrijven die alleen leven bij gratie van te goedkoop (en meer en meer ook gratis) krediet en decadente consumptie. Excessieve geldcreatie veroorzaakt niet alleen een daling van het spaarsaldo, maar ook een daling van de kwaliteit van de gemiddelde debiteur. De steeds schaarsere kapitaalgoederen en gekwalificeerde arbeidskrachten worden daardoor ook nog eens naar heilloze activiteiten afgeleid. Dit is een doodlopende straat.

Tot enkele jaren geleden was het nog min of meer mogelijk om het probleem van de zombiebedrijven in kaart te brengen. Vandaag is dat onmogelijk. Heel de economie is verslaafd aan steeds grotere dosissen monetaire doping.

Steeds meer en grotere beleggingszeepbellen

Over de inflatie wordt zowel het Europese als het Amerikaanse publiek al decennialang in slaap gewiegd door ‘de index’ (van de consumptieprijzen). Maar die zegt niets over de prijzen van activa en grondstoffen. Ook metaforisch taalgebruik van nieuwslezers zoals: ‘vandaag reageerden de beurzen opgelucht op de beslissing van de centrale bank om haar rentetarief niet te verhogen’ verhult het inflatieprobleem. In feite vluchten de beleggers in activa zoals aandelen uit vrees voor muntontwaarding. Met opluchting heeft dat niets te maken.

De Amerikaanse vastgoedzeepbel werd een mondiaal probleem door de ogenschijnlijke aantrekkelijkheid van herverpakte hypothecaire tegoeden in CDO’s als beleggingsproduct. Kort daarop ontstond een nieuw beleggingsdrama: de waardeloze Griekse staatsobligaties en de daaropvolgende jarenlange eurocrisis. Vandaag zijn de staatsobligaties van alle eurolidstaten waardeloos.

Sinds de ECB in maart 2015 begon met het opkopen van bankactiva door directe geldcreatie leven wij al ruim zes jaar in een soort parallel universum. Daarin is ondanks de recordhoeveelheden staatsobligaties die worden uitgegeven, de vraag toch nog altijd groter dan het aanbod en gaat de rente erop (inflatiegecorrigeerd) steeds verder onder nul. De belegger vlucht naar obligaties wegens de (schijn)zekerheid dat de ECB ze zal blijven opkopen op de tweedehandsmarkt. Ondanks het ongeziene aanbod ervan, zijn obligaties nog nooit zo duur geweest. Dit is de grootste beleggingszeepbel aller tijden. De vraag is niet of deze zeepbel zal barsten, maar wanneer.

Steeds groter risico op algemeen verspreide geldaversie = hyperinflatie

De massamedia, de economen, de bankiers, de vakbonden en de industrie zijn zo bang van een Grote Economische Depressie dat er een brede consensus is dat alle middelen geoorloofd zijn om die te vermijden. In hun delirische angst voor een systeemcrisis doen zij lacherig over het risico op hyperinflatie. Hyperinflatie lijkt veraf als de marktmechanismen na decennialange inflatoire scheefgroei deflatoir zijn. Maar als je deflatie tot elke kost wil vermijden en bereid bent om de munt op te offeren aan het financieel (het gouvernementeel-bancair) systeem, moet je achteraf niet kwaad zijn dat mensen, verzekeringsmaatschappijen en Chinese banken die munt plotseling allemaal tegelijk gaan dumpen.

We hebben er al in eigen land een voorproefje van gehad. Vorig jaar kwamen in de Vlaamse journaals vastgoedmakelaars met het absurde verhaal dat de plotselinge piek in vastgoedprijzen slechts een inhaalbeweging was ten gevolge van het tijdelijke verbod op huisbezichtigingen. In dit verhaal gingen zij domweg voorbij aan het feit dat de vastgoedprijzen continu zijn blijven stijgen. De verklaring is dat als mensen en ondernemingen vrezen voor verdere geldontwaarding zij zo veel mogelijk willen kopen. Tegelijk neemt — om dezelfde reden — de motivatie van vastgoedeigenaars om te verkopen af. Als iedereen tegelijk geldavers wordt, dan exploderen de prijzen en zitten we met zijn allen in de hyperinflatie.

Hyperinflatie is catastrofaal. Elke economische transactie, zelfs de meest eenvoudige, zoals een brood kopen bij de bakker, wordt onnoemelijk ingewikkeld. Het enige voordeel is dat ook de superrijken honger lijden. Daarom komt er snel een munthervorming. Deze munthervorming zal om evidente redenen extreem inflatie-avers zijn. Daarom zal de eerste dag van de nieuwe munt het integrale gouvernementeel-bancair complex instorten. De fasen van de aanloop naar en de hyperinflatie waren dus domweg verloren tijd.

Conclusie: Het is maar wat je wil oplossen

Wil je voor de zoveelste keer het gouvernementeel-bancair systeem redden of wil je terugkeren naar een duurzame economie? De keuze is hard. Inmiddels is namelijk ieders huishoudelijke begroting gestoeld is op de uitgaven van insolvabele debiteurs. De gevolgen van een Grote Depressie zijn onoverzichtelijk en zullen voelbaar zijn voor iedereen. Maar de keuze is wel eenvoudig.

Hoe sneller we stoppen met geldcreatie, hoe groter de motivatie om op lange termijn te sparen en hoe meer van dat spaargeld zal gaan naar de goede bedrijven. Want ook tijdens een Grote Depressie zijn er bedrijven die zien dat hun kosten sneller dalen dan hun verkoopsprijzen. De Grote Krimp, hoe beangstigend ook, is daarom tijdelijk. Economische groei om een dolgedraaide consumptiemaatschappij kunstmatig in de tijd te rekken, is geen goede reden om te volharden in het kwaad van monetair gefinancierde consumptieschuld.

De auteur is doctor in de Wijsbegeerte en ex-medewerker UGent

Commentaren en reacties