Gedurende de Eerste Wereldoorlog leed het Russische leger zware verliezen. Ten einde raad gaf de tsaar bevel om ook de moslimbevolking in Russisch Turkestan te mobiliseren. Het gevolg was een hevige opstand met tienduizenden slachtoffers. Tevens leidde de grote Centraal-Aziatische Opstand tot de eerste barst in het enorme Russische Rijk. Het is een onbekend stukje oorlogsgeschiedenis. Tijdens de lente van 1916 leed de Russische legertop aan een collectieve depressie. Het leger van de tsaar had zich het jaar voordien, als…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Gedurende de Eerste Wereldoorlog leed het Russische leger zware verliezen. Ten einde raad gaf de tsaar bevel om ook de moslimbevolking in Russisch Turkestan te mobiliseren. Het gevolg was een hevige opstand met tienduizenden slachtoffers. Tevens leidde de grote Centraal-Aziatische Opstand tot de eerste barst in het enorme Russische Rijk. Het is een onbekend stukje oorlogsgeschiedenis.
Tijdens de lente van 1916 leed de Russische legertop aan een collectieve depressie. Het leger van de tsaar had zich het jaar voordien, als gevolg van een groot Duits offensief, volledig moeten terugtrekken uit het voormalige Polen. Hierbij hadden de Russen heel wat manschappen en materiaal verloren.
Tsaar Nicolaas II eiste nu van zijn generaals dat er een tegenoffensief gelanceerd zou worden om het verloren gegane grondgebied te heroveren. Maar met welke manschappen? Na twee jaar oorlog voeren had het leger zowat 2 miljoen soldaten (gesneuvelden, gewonden, deserteurs en krijgsgevangenen) verloren. De dienstplichtige leeftijd was met twee jaar verlaagd. Enige zoons werden al opgeroepen en zelfs een doktersverklaring was niet meer voldoende om aan mobilisatie te ontsnappen. Al deze maatregelen bleken onvoldoende te zijn. Wat gedaan?
Vrijgesteld
Tijdens een generale stafvergadering liet de tsaar weten dat dan ook maar de moslims die in Russisch Turkestan woonden, dienden opgeroepen te worden. Zij waren tot dan vrijgesteld van legerdienst. Het zogenaamde Russisch Turkestan betrof een gigantisch gebied dat het hedendaagse Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kazachstan en Kirgizië omvatte.
Het hele gebied behoorde slechts sinds 1870 effectief tot het Russische rijk en telde toen ongeveer 10 miljoen inwoners. Daarbij kwamen ook nog eens 1,2 miljoen Russische boeren (een tiende van de bevolking) die de meest vruchtbare grond en een groot deel van de waterbronnen in bezit namen om er katoen te telen. De mannelijke moslimbevolking was vrijgesteld van dienstplicht omdat ze als onbetrouwbaar gold en fysiek niet bestand was tegen het koudere noordelijke klimaat.
Alle waarschuwingen van de ministeries van Oorlog en Binnenlandse Zaken werden weggewuifd. Onder meer bestonden er geen geboorteregisters in Centraal-Azië zodat elke controle onmogelijk was. Maar de tsaar had vers kanonnenvoer nodig en daarvoor moesten alle bezwaren wijken.
Choedzjand
Op 25 juni 1916 werd bekend gemaakt dat 250.000 islamitische mannen tussen 19 en 43 jaar zich moesten melden om ingezet te worden in werkbataljons achter het front. Dat was een compromis. Hiermee konden tienduizenden etnische Russen vrijgemaakt worden voor frontdienst.
Toen het tsaristisch decreet in Russisch Turkestan bekend werd, kwamen eerst de Tadzjieken en de Oezbeken in opstand. De moslims voelden zich geen onderdaan van de tsaar. Op 4 juli braken rellen los in de stad Choedzjand. Een woedende menigte demonstreerde bij het kantoorgebouw van de districtscommandant, die daarop zijn soldaten beval het vuur te openen. In andere steden en dorpen gingen de inwoners over tot geweld. Russische ambtenaren werden verjaagd en in vele gevallen vermoord.
Overal in het enorme gebied diende het leger in te grijpen en schoot het met machinegeweren in de woedende menigtes. Er dienden zelfs troepen van het front teruggetrokken te worden om de groeiende islamitische opstand neer te slaan. Zo bekwam Nicolaas II juist het tegenovergestelde van wat hij beoogde.
Staat van beleg
Op 17 juli werd in heel Russisch Turkestan de staat van beleg en de avondklok afgekondigd. Maar er was geen houden aan. Ook de Kirgiezen, Kazachen en Turkmenen verzetten zich tegen de Russische dwang. Zo’n drieduizend Russische kolonisten werden vermoord. In een stroomversnelling wilden de islamitische volkeren zich vrijmaken van de tsaristische dwingelandij.
In de geschiedenisboeken staat dat algemeen protest geboekstaafd als de Centraal-Aziatische Opstand. De opstand was niet van religieuze aard, al legden rapporten van de Russische inlichtingendienst uit die tijd daar wel de nadruk op. De regering was beducht voor Duitse en Ottomaanse complotten maar daar was niets van aan.
Generaal Koeropatkin
De Russische generaal Aleksej Koeropatkin, bekend om zijn wreedheid en doortastende aanpak, werd met een aanzienlijke troepenmacht naar het opstandige gebied gezonden om orde op zaken te stellen. Dankbaar maakte hij gebruik van het aanwezige spoorwegennet om met zijn troepen her en der opstanden neer te slaan.
Het kwam tot haast klassieke koloniale taferelen. Relatief kleine gevechtseenheden met superieure wapens behaalden in korte tijd overwinningen op grote groepen opstandige moslims, die in vele gevallen nog met musketten, zwaarden, knuppels, bijlen en speren streden. De moslims hanteerden als leuze: ‘Het is beter hier te sterven dan daar’. De ene slachtpartij volgde op de andere.
Koeropatkin toonde geen genade. Hij had bevel gekregen de bevolking mores te leren en dat deed hij ook. In vele gevallen werden de leiders onthoofd of opgehangen. Gevangenen werden als slaven afgevoerd naar de werkbataljons. Hele dorpen en steden werden vernield en gebrandschat, vrouwen verkracht en kinderen ontvoerd. Honderdduizenden zochten hun heil in de vlucht en vertrokken onder meer naar China. Tijdens hun tocht stierven ze met tienduizenden in de onherbergzame passen van het Tiensjangebergte.
Guerrillaoorlog
Na het neerslaan van de opstand kregen de overgebleven kolonisten wapens en de vrije hand om zich uit te leven op de lokale bevolking. Het resultaat was een orgie van bloeddorstig geweld. Minstens 150.000 moslims werden op brute wijze vermoord. In de Doema (het Russische parlement) werd schande gesproken over het buitensporige geweld.
Uiteindelijk belandden 123.000 islamitische mannen aan het front, waar ze bij bosjes ten prooi vielen aan ziektes en de vrieskou. Na de Februarirevolutie draaide premier Kerenski het mobilisatiedecreet terug. De overlevende moslims mochten terug naar huis dat geen thuis meer was. In Russisch Turkestan woedde er inmiddels een goed georganiseerde guerrillaoorlog tegen een veel grotere Russische troepenmacht.
Lenin
Ook na de Oktoberrevolutie bleef het in Centraal-Azië onrustig. De bolsjewisten noemden de islamitische opstandelingen basmatsji of bandieten. Na de burgeroorlog trachtte Lenin de gemoederen te kalmeren door de verschillende bevolkingsgroepen elk hun eigen Sovjetrepubliek te geven. Maar het was pas na een grootscheepse operatie van het Rode Leger dat de hele regio in 1926, tien jaar later, weer tot ‘rust’ kwam.
Onder meer in Kirgizië staat een groot monument dat aan de opstand en de massale vlucht herinnert.
Met dank aan Ivo van de Wijdeven (Historisch Nieuwsblad)