JavaScript is required for this website to work.
Communautair

N-VA of Vlaams Belang: maakt het iets uit?

Bart Maddens6/9/2016Leestijd 3 minuten

Het zou veel gezonder zijn mocht N-VA zich ontwikkelen tot een echte centrumpartij in de plaats van aan te schurken tegen Vlaams Belang.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De opiniepeilingen suggereren dat N-VA en Vlaams Belang meer dan ooit communicerende vaten zijn: het Vlaams Belang wint wat de N-VA verliest. Daardoor blijft het aantal V-stemmen min of meer constant. Volgens de laatste peilingen van vóór de zomervakantie heeft het V-kamp een marksegment van ongeveer 38%, dit is evenveel als bij de verkiezingen van 2014. Alleen is de verhouding tussen N-VA en Vlaams Belang fors gewijzigd. Het aandeel van Vlaams Belang binnen het V-kamp is gestegen van 15% naar 36%.

Dit maakt de N-VA zeer zenuwachtig. De partij heeft er zich altijd op beroemd dat zij geslaagd is waar de traditionele partijen faalden: het Vlaams Belang naar de marginaliteit duwen Mocht het Vlaams Belang in 2019 met vlag en wimpel terugkeren, dan zou dat een zware morele nederlaag zijn voor de N-VA. Nogal wiedes dus dat de partij al het mogelijke doet om die trend te keren : “Mijn partij doet er alles aan om zoveel mogelijk potentiële Vlaams Belang-kiezers aan onze kant te krijgen én te houden”, bekende Siegfried Bracke vorige week in Knack. Omgekeerd is het ook de logica zelve dat het Vlaams Belang zwaar inbeukt op de N-VA (vorige zondag zelfs letterlijk, op de Gordel). Want daar zitten haar potentiële kiezers. Fair enough allemaal. Maar maakt het voor de Vlaamse Beweging eigenlijk iets uit of de V-stemmen nu naar de N-VA of het Vlaams Belang gaan?

Over één zaak kunnen we het eens zijn : het is niet wenselijk dat alle V-stemmen naar één van de twee Vlaams-nationale partijen gaan. In 2014 stonden we dicht bij een situatie waarbij het Vlaams Belang helemaal van de politieke kaart werd geveegd. Dan zou er geen radicale waakhond meer geweest zijn om de N-VA op het rechte Vlaams-nationale pad te houden (of ten minste een poging daartoe te doen). Zonder Barbara Pas zou de communautaire stilte vandaag totaal zijn in de Kamer. Dat dus liever niet.

Het omgekeerde is momenteel minder realistisch. Maar we hebben het wel al eens meegemaakt tijdens de paarse periode. Het partijpolitieke Vlaams-nationalisme werd toen zo goed als gemonopoliseerd door het Vlaams Blok/Belang. Wie zich toen outte als flamingant kreeg automatisch een uiterst-rechts etiket opgeplakt. Daardoor was de maatschappelijke bandbreedte van de Vlaamse Beweging kleiner dan ooit. Dat veranderde vooral na de regionale verkiezingen van 2009. Dankzij superster Bart De Wever werd het in bredere kringen weer een beetje trendy om Vlaamsgezind te zijn. Vlaamse bewegers werden opnieuw fréquentable in de media.

Hoe zwaarder het Vlaams Belang gaat doorwegen op de V-balans, hoe groter de kans dat het weer de richting uitgaat van vóór 2009. Maar anderzijds: als de N-VA de voormalige Vlaams Belang-kiezers enkel kan behouden door zelf sterk naar (uiterst) rechts te verschuiven, wat is dan nog het verschil? Zoals hier vorige week al werd betoogd dreigt de N-VA dan op dezelfde hoop geveegd te worden als het Vlaams Belang. Zo wordt de maatschappelijke bandbreedte van de beweging evengoed smaller. Flamingantisme staat dan gelijk met een hard antimoslim- en antivluchtelingendiscours. Het zou voor de Vlaamse Beweging veel gezonder zijn mocht de N-VA zich ontwikkelen tot een echte centrumpartij in de plaats van aan te schurken tegen het Vlaams Belang. Nog beter zou zijn mocht er ook een linkse V-partij ontstaan, maar dat is louter dagdromerij.

Of moeten we vooral kijken naar het nut van een V-stem? Hoe meer stemmen de N-VA verliest aan het Vlaams Belang, hoe groter de kans dat de partij opzij wordt geschoven bij de regeringsvorming in 2019. Maar ook hier moeten we de vraag stellen: maakt dat eigenlijk veel verschil? Tenzij er een electoraal mirakel gebeurt, zal de N-VA in 2019 opnieuw moeten instemmen met een institutionele standstill, als ze aan de bak wil komen toch. Hoogstens krijgt ze dit keer wat communautaire snoepjes. Zo nuttig blijkt een N-VA-stem dus niet te zijn vanuit Vlaamsgezind oogpunt.

Of toch? Valt het status quo niet te verkiezen boven neo-unitaire recuperatie ? Zonder de N-VA in de regering hadden de aanslagen van 22 maart wellicht geleid tot een herfederaliseringsgolf. Dankzij de N-VA is er vooralsnog niets in huis gekomen van de Communauté Métropolitaine de Bruxelles. Dankzij de N-VA wordt er niet getornd aan de strenge taalregels voor het hoger onderwijs in Vlaanderen, om maar iets te zeggen. Met een tripartite zouden we op deze terreinen veel slechter af zijn.

Daartegenover staat dan weer dat de N-VA louter een inerte kracht is, waarvan geen enkele natievormende dynamiek meer uitgaat. De partij gebruikt haar immense financiële en politieke kapitaal niet om een draagvlak te creëren voor Vlaamse onafhankelijkheid. Ze laat dat over aan de Vlaamse Beweging, zeer goed wetende dat die daar niet de nodige middelen voor heeft.

Door haar regeringsdeelname moet de partij ook veel kansen laten liggen om het Belgische regime te delegitimeren. Stel je de heisa rond de failed state maar eens voor met de N-VA in de oppositie. De N-VA zou geen spaander heel hebben gelaten van België. Maar nu moest de partij zich op de vlakte houden. Sterker nog, sommige N-VA-politici bestonden het te ontkennen dat België een falende staat is. Een tweede regeringsdeelname in dezelfde omstandigheden zal die Belgische metamorfose enkel maar versterken. De partij zal dan steeds verder weggroeien van haar Vlaams-nationale wortels.

Bij nader inzien is de onwenselijke situatie waarbij het Vlaams Belang weer de enige V-partij wordt dus toch niet zo denkbeeldig. Niet omdat de N-VA verdwijnt, wel omdat ze ophoudt een V-partij te zijn.

Foto: ©Reporters

Categorieën
Personen

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties