JavaScript is required for this website to work.
post

‘Na Pegida nu ook Pegada: opgelet voor ’terroristische mogendheid’ Amerika

Dirk Rochtus27/1/2015Leestijd 3 minuten

In het Oost-Duitse Erfurt is nu ook de beweging Pegada ontstaan: geen aanhangsel van Pegida, maar een waarschuwing voor Amerika als ’terroristische mogendheid’ en voor een breuk met Rusland.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Mensen die hun karretje vasthaken aan een succesvol initiatief heten in het Duits ‘Trittbrettfahrer’ (letterlijk: zij die op het opstapje van een tram of bus meerijden zonder te betalen). Na Pegida is er nu in Erfurt, de hoofdstad van de Oost-Duitse deelstaat Thüringen, ook een beweging opgericht onder de naam ‘Pegada’ (Patriotische Europäer gegen die Amerikanisierung des Abendlandes). De organisatie is geen aanhangsel van Pegida, maar het lijdt geen twijfel dat de leidinggevende personen de naam bewust gekozen hebben om een graantje mee te pikken van de bekendheid die de beweging uit Dresden geniet. Pegada waarschuwt voor Amerika als ’terroristische mogendheid’ en voor een breuk met Rusland. Het is nog de vraag of Pegada veel succes beschoren is. Niettemin boort ze een geestelijk potentieel in Duitsland aan dat altijd al kritisch gestaan heeft tegenover Amerika en het Westen en tegelijk lonkt naar Rusland.

‘Jonge volkeren’

Door zijn centrale ligging in Europa heeft Duitsland vaak een ‘schommelpolitiek’ bedreven tussen Oost en West. Vaak ging de slinger naar Rusland. Het Verdrag van Rapallo van 16 april 1922 is er een goed voorbeeld van hoe Duitsland als verliezer van de Eerste Wereldoorlog en Rusland als jonge Sovjetstaat elkaar vonden, juist omdat beide toen in de ogen van het Westen als paria’s golden. Tijdens de Republiek van Weimar, in de jaren ’20 van vorige eeuw, waren er heel wat Duitse intellectuelen, ook van de rechterzijde, die dweepten met Rusland als alternatief voor het ‘decadente’ Westen. Arthur Moeller van den Bruck (1876-1925), boegbeeld van de ‘Konservative Revolution’ en auteur van het boek ‘Das dritte Reich’ (1923), droomde van een ‘Duits socialisme’. In het werk ‘Das Recht der jungen Völker’ (1919) brak hij een lans voor de belangen van het Duitse en het Russische volk als ‘jonge volkeren’, volkeren dus die omwille van hun dynamiek de toekomst zou toebehoren. Tussen 1906 en 1922 gaf Moeller van den Bruck ook de Duitse vertaling van het werk van Dostojevski uit. ‘Linke Leute von rechts’, zo noemde de publicist Kurt Hiller die Duitse nationalisten die ten tijde van Weimar droomden van een bondgenootschap met de Sovjet-Unie in een gemeenschappelijke strijd tegen het kapitalistische Westen. Over deze ‘nationaalbolsjevisten’ publiceerde Otto-Ernst Schüddekopf in 1960 een boek met als titel, inderdaad, ‘Linke Leute von Rechts’. Voor de nationaalsocialisten echter was niet alleen het Westen als inbegrip van de ‘decadente democratie, maar ook de Sovjet-Unie als product van de ‘judeo-marxistische wereldbeschouwing’ de vijand.

Het ‘spook van Rapallo’

Na de Tweede Wereldoorlog zette de Bondsrepubliek Duitsland in op het Westen vanuit het geloof dat alleen zo de waarden van de democratie konden worden verwezenlijkt. Duitsland moest als het ware ‘am westlichen Wesen’ genezen (in plaats van ‘am deutschen Wesen soll die Welt genesen’, zoals het nog ten tijde van het Keizerrijk luidde). De christendemocratische kanselier Konrad Adenauer loodste de jonge West-Duitse staat binnen in Europa (via de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) en in de trans-Atlantische gemeenschap via de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Maar soms stak de vrees voor het ‘spook van Rapallo’ weer de kop op, de vrees dat West-Duitsland zich wel eens zou kunnen afkeren van het Westerse bondgenootschap en van het Westen, bijvoorbeeld toen er in de jaren’80 massademonstraties plaatsvonden tegen de opstelling van Amerikaanse atoomraketten op West-Duitse bodem.

Kiemen

In de Duitse Democratische Republiek (DDR) werd de vriendschap met de Sovjet-Unie als ‘bevrijder van het fascisme’ gecultiveerd. Ook al werd ze niet van harte beleefd door de bevolking, toch werden zo in ‘Oost-Duitsland’ de kiemen gezaaid voor op zijn minst kennis over en begrip voor Rusland. Sowieso bestonden er de laatste tweehonderd jaar goede banden tussen Pruisen en later Duitsland enerzijds en Rusland anderzijds, afgezien van een bloedige onderbreking door twee wereldoorlogen. Maar zelfs tijdens de Koude Oorlog bleef ook de Bondsrepubliek zich bewust van de noodzaak aan goede betrekkingen met Moskou. Zo komt het dat er in het huidige Duitsland heel wat ‘Russlandversteher’ te vinden zijn in de politiek, de media en de academische wereld. En blijkbaar ook onder de bevolking, zoals Pegada voorlopig nog op een bescheiden schaal aantoont. Volgens waarnemers zou Pegada ook extreemrechtse krachten tellen, en dat herinnert dan mutatis mutandis weer aan die Duitse nationalisten uit de jaren ’20 die vanuit hun afkeer voor het ‘decadente’ Amerika bereid waren in zee te gaan met een ‘dynamisch’ Rusland.

(Dit stuk verscheen eerder op www.knack.be)

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties