JavaScript is required for this website to work.
post

Nederlandse bejaarden in de politiek

Henk Jurgens10/11/2014Leestijd 4 minuten

In Nederland schuiven de partijen op naar belangengroepen, zo zijn er ook partijen voor ouderen, maar een echt stabiele factor zijn ze niet in de Nederlandse politiek, integendeel. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Met de afkaveling van de verzuiling veranderde het politieke landschap in Nederland drastisch. Het begon al bij de KVP, de Katholieke Volkspartij. Met de ontkerkelijking raakte de KVP haar katholieke stemmers gestaag kwijt en daarmee haar dominante positie binnen de Nederlandse politiek. In 1980 werd besloten tot een fusie met de protestantchristelijke partijen ARP en CHU en zo ontstond het CDA, het Christen-Democratisch Appèl, die op haar beurt ook weer langzaam maar zeker haar stemmers kwijt raakt. Om als politieke macht te kunnen blijven voortbestaan vormt het CDA, zoals uit de laatste verkiezingen blijkt, zich om tot een plattelandspartij, want waar vind je nog genoeg stemmende Christenen. In Nederland bestaat bij verkiezingen geen opkomstplicht. Ook de Partij van de Arbeid, samen met de KVP jarenlang de stabiliserende factor in de Nederlandse politiek, is haar traditionele achterban kwijt. De socialisten sluiten de rijen niet meer, zoals de toenmalige minister-president Kok in december 1995 in zijn Den Uyl lezing liet weten. Volgens hem moest de PvdA ‘definitief afscheid nemen van de socialistische ideologie.’ En afscheid werd er genomen: vooral door socialisten van de PvdA. Zie je wel, wij hebben gewonnen, liet de VVD-leider Frits Bolkestein weten. Het liberalisme heeft gewonnen! Maar de VVD was inmiddels een conservatieve partij geworden. Een partij die opkomt voor de belangen van haar conservatieve achterban en waar het woord ‘liberalisme’ nog slechts met zeer kleine lettertjes geschreven wordt. Zoals bijna overal op de wereld zijn kiezers behoudend en kien op hun eigen belangen. Ook in Nederland verschuiven de politieke partijen van ideologische partijen naar belangenpartijen.

In 1989 deden de eerste ouderenpartijen zonder succes mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. De Partij voor Ouderen en het Bejaarden Centraal deden, naast een partij als Vrouwenpartij voor Feministische Politiek, een gooi naar de kiesdeler. De kiesdeler wordt berekend door het totale aantal uitgebrachte geldige stemmen te delen door het aantal Kamerzetels. Elke partij die de kiesdeler haalt krijgt een zetel in de Tweede Kamer. In 1989 was de kiesdeler 59.465 stemmen. De feministen kregen nog twaalfduizend stemmen maar de beide bejaardenpartijen kwamen niet verder dan die van familie, vrienden en bekenden.

In 1994 veranderde dit radicaal door ingrijpende bezuinigingen op bejaardenoorden en op de AOW-uitkering, op het nationale bejaardenpensioen.  De Unie 55+ haalde één en het Algemeen Ouderen Verbond, het AOV, zes zetels. Het geluid van de ouderen zou in het vervolg ook in de Tweede kamer gehoord worden! Althans, dat dachten ze zelf. In mei ’94 vonden de verkiezingen plaats en al in oktober ’94 werd het eerste AOV-Kamerlid uit de fractie verwijderd wegens ‘solistisch optreden’. De fractievoorzitter, overigens een schoonzusje van de fractievoorzitter van de VVD, stapte diezelfde maand vervolgens met twee getrouwen eveneens uit de partij en stichtten een nieuwe partij: Senioren 2000. De twee overgebleven politici kregen op hun beurt onenigheid en gingen ieder voor zich verder.  Ze bleven allemaal in de Tweede Kamer zitten. In no time werden de belangen van de bejaarden in de Tweede Kamer verdedigd door vijf verschillende partijen. Veel zoden hebben ze echter niet aan de dijk gezet.

Bij de daaropvolgende Kamerverkiezingen in 1998 haalden geen van de ouderenpartijen de kiesdeler. Ook in 2002 lukte het de inmiddels via vele fusies ontstane Verenigde Senioren Partij noch de Unie 55+ de kiesdeler te halen.

Dit veranderde in 2012. 50Plus haalde twee zetels bij de Tweede Kamerverkiezingen. 50Plus is de voortzetting van de Onafhankelijke Ouderen- en Kinderen Unie, OokU, waarvan de oprichters gepensioneerde VARA-medewerkers waren. De VARA, die ooit nog eens Vereniging van Arbeiders Radio Amateurs heette en die toen tot de rooie familie hoorde. Fractievoorzitter van 50Plus in de Tweede Kamer werd de oud-VVDer Henk Krol. In oktober 2013, na een volgens eigen zeggen succesvol politiek optreden in de Kamer, stapte hij echter weer op omdat de Volkskrant had ontdekt dat hij in zijn periode als eigenaar van de Gaykrant – Krol was in Nederland een bekende voorvechter van de belangen van homofielen – gesjoemeld had met pensioenpremies van zijn medewerkers. De Gaykrant bleek voor haar medewerkers geen pensioenpremies afgedragen te hebben. Na Krol’s vertrek uit de Kamer kreeg het overgebleven Kamerlid ruzie met Krol’s opvolgster. Ze besloten onafhankelijke van elkaar hun werkzaamheden in de Tweede Kamer, in het belang van Nederland, te blijven voortzetten. In september van dit jaar ging Krol’s opvolgster met ziekteverlof. Binnen 50Plus vond men dat de commotie rond Krol inmiddels was verstomd en Henk Krol werd, tijdelijk, tot zijn opvolgster weer beter zou zijn, wederom lid van de Tweede Kamer. Hij is nu fractievoorzitter van de eenmansfractie 50Plus. Inmiddels zijn er nieuwe aanklachten tegen Henk Krol geuit. In een interview met Nu.nl ontkent hij echter alles en beschuldigt hij niet bij name genoemde Tweede Kamerleden van een hetze tegen hem.  ‘De “mensen op straat” staan nu nog vaak ver van de pensioenmaterie af, zei 50Plus Tweede Kamerlid Henk Krol woensdag 5 november in een Kameroverleg over pensioenen,’ lezen we op de officiële website van 50Plus. ‘Krol noemde dit héél zorgelijk omdat het uiteindelijk toch allemaal gaat over een pensioenpot van meer dan € 1 biljoen van diezelfde “mensen op straat.”’

De grote man achter 50Plus is het Eerste Kamerlid Jan Nagel. Ooit was Nieuw-Linkser Nagel Eerste Kamerlid voor de PvdA. In 1993 richtte hij de lokale partij Leefbaar Hilversum op, waarvoor hij wethouder werd. In 2001 stichtte hij samen met Pim Fortuyn Leefbaar Nederland. Nadat ze ruzie kregen ging Fortuyn verder met zijn eigen Lijst Pim Fortuyn, de LPF, die na de moord op Fortuyn de Nederlandse politiek een paar jaar in haar ban hield. Nagel is een van de oprichters van OokU en van 50Plus. In zijn VARA-tijd was Nagel onder meer de man achter het radioprogramma In de Rooie Haan  en de televisierubriek Achter het Nieuws. ‘Van Jongerenactivist tot bejaardenbeschermer,’ schreef het weekblad Vrij Nederland. Het NRC Handelsblad had het over een ‘handelaar in herrie’ en KRO’s Brandpunt noemde hem de ‘Raspoetin der Lage Landen.’ ‘Dat er een markt is voor leefbaarpartijen en een ouderenpartij heeft hij goed gezien,’ tekende Vrij Nederland op uit de mond van Hans Kombrink, oud staatssecretaris en strijdmakker in Nieuws Links van Nagel.

Nagel heeft gelijk: in Nederland zijn de politieke partijen verschoven van ideologie naar belangen. Maar of dit op deze wijze moet?

Foto (c) Reporters (Jan Nagel, de raspoetin der Lage landen)

De Nederlandse publicist Henk Jurgens (1942) is politicoloog (UvA). Hij schrijft regelmatig in Doorbraak over Nederland en de Nederlandse politiek.

Commentaren en reacties