JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Nederlandse christendemocraten willen dienstplicht herinvoeren

Nederlandse christendemocraten zetten zich af tegen beleid dat ze zelf ooit invoerden

Pieter de Jonge12/2/2023Leestijd 4 minuten
Partijleider van CDA Wopke Hoekstra deelt flyers uit op de markt in Hilversum.

Partijleider van CDA Wopke Hoekstra deelt flyers uit op de markt in Hilversum.

foto © Belga/ANP

Het christendemocratische CDA pleit voor dienstplicht en correctie van ‘doorgeschoten marktwerking’. Zij keren zich daarmee tegen beleid van hun langstzittende premier Ruud Lubbers.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zaterdag 4 februari had de Nederlandse parlementaire pers het druk. Vanwege de naderende Provinciale Statenverkiezingen, 15 maart, hielden drie politieke partijen congres: GroenLinks, de sociaaldemocratische Partij van de Arbeid (PvdA) en het christendemocratische CDA.

Vooraf koesterde het CDA hoge verwachtingen van een inhoudelijke koerswijziging die deze zaterdag zou worden aangenomen op het congres in Amersfoort. Publicitair haalde die vooralsnog weinig uit. Media hadden meer aandacht voor de congressen van PvdA en GroenLinks, gehouden in hetzelfde gebouw in Den Bosch, als opstapje richting mogelijke partijfusie. Of dit enthousiasme van het journaille gedeeld wordt door de kiezer, is afwachten.

Dienstplicht

Wat wél aandacht kreeg, was de opmerking van Wopke Hoekstra – CDA-partijleider, vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken – dat jongens en meisjes minimaal één jaar dienstplicht moeten vervullen. Weliswaar aangepast aan de huidige tijd. Nu moet het ook gelden voor meisjes, en kan gekozen worden tussen militaire en maatschappelijke dienstplicht.

Die keuzemogelijkheid bestond van oudsher in Duitsland. Dienstplichtigen konden kiezen tussen het leger of sociale dienstplicht, meestal in de zorg. Vanwege de extra handen in de zorg werd lang vastgehouden aan de dienstplicht. Die werd niet afgeschaft door de ‘rood-groene’ regeringen van Gerhard Schröder (1998-2005, socialisten en groenen), maar tijdens de ‘zwart-gele’ regering (christendemocraten en liberalen) van de christendemocratische bondskanselier Angela Merkel (2009-2013). De Defensieminister die er in 2010 een einde aan maakte, was Karl-Theodor zu Gutenberg, toen nog hoop voor de toekomst van de CSU, de behoudende zusterpartij van de CDU uit deelstaat Beieren.

In Nederland werd de dienstplicht in de jaren negentig ‘opgeschort’. Formeel kunnen jongeren opgeroepen worden, dat wordt alleen niet meer gedaan. Dit besluit werd niet genomen door een CDA-minister. Maar ook al was Defensieminister Relus ter Beek van de PvdA, hij vervulde die functie in het derde kabinet van CDA-minister Ruud-Lubbers (1989-1994).

In 2016 pleitte toenmalig CDA-leider Sybrand Buma al voor herinvoering van de dienstplicht. In 2019 verrichtte het ministerie van Defensie hier studie naar. Toen werd geconstateerd dat herinvoering van de dienstplicht duur was. Hollanders en geld… In 2019 was CDA-politica Ank Bijleveld minister van Defensie.

Afstemmen met coalitiepartners

Al hetzelfde weekend bleken de coalitiepartners niet te porren voor het voorstel van Hoekstra. Sophie Hermans, fractievoorzitter van grootste regeringspartij VVD (rechts-liberaal) in de Tweede Kamer, verklaarde de volgende ochtend in het rechtse praatprogramma WNL op zondag geen voorstander te zijn. Het bezwaar zat in het verplichte karakter. Zij wees op het onlangs ingevoerde vrijwillige dienstjaar, waar voldoende aanmeldingen voor zijn.

Hieruit kan geconcludeerd worden dat Hoekstra zijn voorstel niet eerst afstemde met de coalitiepartners. CD&V-partijvoorzitter Sammy Mahdi heeft dezelfde gewoonte. Die benadering heeft nadelen. Coalitiepartners gunnen je eerder iets als je het ze eerst achter de schermen vraagt en pas bij toezegging naar de pers stapt, dan wanneer je het publiekelijk opeist. Daardoor wordt dus minder bereikt. Wat leidt tot het tweede probleem: de betreffende partijleider krijgt het niet voor elkaar en is in de beeldvorming verzwakt.

Mahdi werkte kort in de media voor hij de politiek inging en kan zich nog net achter zijn leeftijd verschuilen. Hoekstra is Shell-directeur geweest en partner bij McKinsey. Hij was zes jaar senator voor hij in 2017 minister van Financiën werd. Leeftijd noch gebrek aan maatschappelijke ervaring kan hij als excuus gebruiken.

Koerswijziging

Wat was nu de grote koerswijziging die het CDA ging inslaan? ‘Minder ik, meer wij’. De maatschappij is te individualistisch geworden en dus egoïstisch, er moet meer nadruk komen op de samenleving.

Op zich hoeft dit niet te verbazen van christendemocraten. Die hechtten altijd al aan gezin, kerk, en het maatschappelijk middenveld, het geheel aan verbanden en organisaties waarin mensen zich beroepsmatig, maatschappelijk of recreatief in verenigen. Een bindweefsel dat vereenzaming tegengaat zonder dat de overheid alles regelt. Middenweg tussen socialistisch ‘collectivisme’ en liberaal ‘atomisme’.

Nu meent het CDA dat de rijksoverheid de afgelopen veertig jaar te veel ruimte heeft gegeven aan bedrijven en de markt, en daarbij de menselijke maat uit het oog verloor. Het CDA neemt afstand van het ‘neoliberalisme’ dat begin jaren tachtig werd ingevoerd.

Afgezien van de vraag of ‘neoliberalisme’ een accurate term is om het onder Reagan en Thatcher gangbaar geworden economische model te omschrijven, blijft het opmerkelijk dat het CDA hier nu tegen is. Was het niet CDA-premier Ruud Lubbers die in de jaren tachtig bezuinigde op overheidsuitgaven en overheidsbedrijven verzelfstandigde en privatiseerde? In België en Duitsland voerden zijn christendemocratische collega’s Wilfried Martens en Helmut Kohl hetzelfde beleid. Volgens het CDA is wat in de jaren tachtig goed uitpakte na zoveel decennia te ver doorgeschoten. Nu is correctie nodig.

Verkiezingsuitslagen

Lubbers werd najaar 1982 voor het eerst premier. Ondanks zijn bezuinigingen won hij in 1986 negen Kamerzetels en bleef het CDA in 1989 gelijk. Jan Peter Balkenende werd in 2002 voor het eerst CDA-premier. In 2003 won hij een zetel. In 2006 verloor het CDA 3 zetels, maar bleef de grootste partij. De kiezers straften het economische rechtse beleid niet af.

In 1989 ruilde Lubbers de liberalen als coalitiepartner in voor de socialisten. De verkiezingsuitslag van 2006 was zodanig dat Balkenende in 2007 moest regeren met de PvdA. In Lubbers-III waren de onderlinge verhoudingen relatief goed, Balkenende-IV was een ‘vechtkabinet’. In 1994 en in 2010 werd het CDA electoraal afgestraft.

De Duitse CDU wordt sinds december geleid door iemand die de partij weer de rechtse uitstraling van de jaren tachtig en negentig wil geven. Volgens een recente peiling groeit de CDU nu weer. CD&V groeit voorlopig niet, maar Mahdi zou het goed aan kunnen voelen dat de toekomst van de partij rechts van het midden ligt.

CDA-leider Hoekstra volgt zijn buitenlandse collega’s niet. Plaats de eerdere verkiezingsuitslagen naast de ‘koerswisseling’ van het huidige CDA-kader en er rest maar één conclusie: het CDA pleegt electorale zelfmoord.

Pieter de Jonge is historicus. Hij publiceert regelmatig op www.historiek.net en is Nederland-correspondent voor Doorbraak.be.

Commentaren en reacties