JavaScript is required for this website to work.
post

Nepal verdient onze hulp

Henk Jurgens1/5/2015Leestijd 2 minuten

Henk Jurgens reageert op een cynisch stuk van Johan Sanctorum over Himalyatoerisme en McDonaldscultuur van Nepal.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een paar jaar geleden waren mijn vrouw en ik in Nepal, onder andere in Kathmandu en Bhaktapur. De aardbeving heeft ons dan ook zeer getroffen. Het is inderdaad verschrikkelijk, waarschijnlijk meer dan 10 000 mensen dood en dan al die prachtige tempels en beelden die misschien wel voorgoed naar de kloten zijn. We hebben onze foto’s inmiddels al weer een paar keer bekeken maar daar hebben ze in Nepal niet veel aan vrees ik.

Het is inderdaad een erg arm land, maar als reiziger ben je wel wat gewend. Dat de economie op toerisme drijft is op zich niet zo erg. Ze hebben Nepal heel veel te bieden. In Doorbraak schreef Johan Sanctorum eerder deze week een column over het Himalayatoerisme en de volgens hem oprukkende McDonaldscultuur. Hij heeft het over high-budget toerisme en over luxehotels. Sanctorum zal het wel ergens gehoord hebben maar wij hebben daar niets van gemerkt.

In Kathmandu, een schitterende stad maar helaas met een enorme luchtverontreiniging, deelden we onze hotelkamer met kakkerlakken en liepen er in de keuken muizen rond. Niets bijzonders voor een Aziatisch land. Zelfs in de resorts (althans die waar wij geweest zijn) staan geen luxe hotels en lopen er meer kakkerlakken dan olifanten of zebra’s of neushoorns. Veel Amerikaanse toeristen zijn we ook al niet tegengekomen. Dit is niet zo verwonderlijk want Amerikanen blijven na 9/11 nog steeds thuis. Zelfs de Europese toeristenindustrie heeft daar nog steeds last van. Sanctorum schrijft dat de gemiddelde Amerikaanse toerist ook in Nepal aan zijn coca-cola wil nippen en hamburgers wil eten, allemaal ingevoerd uiteraard. Of je hamburgers in Kathmandu kunt eten weet ik niet, maar een beetje reiziger nipt toch echt elke dag wel aan zijn coca-cola, want dat is erg goed om zijn darmen rustig te houden. En wordt de coca-cola ingevoerd? Ja, uit India, waar de cola onder licentie wordt geproduceerd.
Dat als monniken verklede bedelaars poseren voor een kiekje, in ruil voor een aalmoes zoals Sanctorum schrijft, is ook al niet zo verwonderlijk. Boeddhistische monniken leven van aalmoezen en bedelen dus de hele dag. En net als veel Nepalezen zijn ze vaak aardig voor toeristen.

Wat Sanctorum bedoelt met ‘dat nogal wat tempels op de werelderfgoedlijst van de UNESCO staan, bevordert de toeloop en tast de culturele eigenfrequentie nog verder aan’, ontgaat mij. Dat Nepal is geëvalueerd naar de status van McDonaldsrepubliek is onjuist.
De meeste buitenlandse toeristen komen voor de cultuur en de natuur en zeker niet voor McDonalds. Interessant dat Sanctorum in de tempels van Kathmandu en omstreken gemompel heeft gehoord dat de goden die platloperij beu waren en eens goed hebben gekucht, waarna de aarde begon te schudden.

Al een aantal jaren zijn ontwikkelingshulporganisaties vanuit Nederland en België in Nepal actief. SOS Kinderdorpen timmert het meest aan de weg maar ook andere vrijwilligersorganisaties organiseren er projecten.
Hopelijk komt er veel geld beschikbaar om de ellende voor de mensen te verlichten en om het cultureel erfgoed te restaureren. En, hopelijk komt de toeristenindustrie snel weer op gang. Nepal is het waard!

 

Foto: (c) Henk Jurgens

De Nederlandse publicist Henk Jurgens (1942) is politicoloog (UvA). Hij schrijft regelmatig in Doorbraak over Nederland en de Nederlandse politiek.

Commentaren en reacties