JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Niet wijs

Lezing uit het Boek der Wijsheid van Kris Peeters

Jean-Pierre Rondas26/11/2016Leestijd 5 minuten

Een archivistisch-filologische benadering.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ik vrees een uittocht uit ’t Stad. Hij is nog niet goed en wel naar Antwerpen verhuisd of we hebben het hier al zitten. De regerende burgemeester Bart de Wever had zijn toekomstige concurrent Kris Peeters verwelkomd als een politicus die juist niet in het moedige midden, maar een boogscheut verder op links staat. En verdomd als ’t niet waar is, dat was voor Peeters de aanleiding om voor het eerst in deze Antwerpse campagne de uitdrukking ‘niet wijs’ te gebruiken. ‘Voor een burgemeester die nog twee jaar beleid moet voeren met een coalitiepartner als CD&V is dit eigenlijk niet wijs,’ vertelde hij in Terzake. We weten nu wat ons te wachten staat: een stortvloed met van die geniepige, kleverige, miezerige niet-wijs-verwijtjes, die door de kranten heel getrouw worden opgepikt en weergegeven alsof het brandend nieuws was. Ik kan het weten, want ik heb een steekproefje gedaan.

Onze wijze methode

Afhankelijk van de insteken die je in Google stopt komen er duizenden treffers met zowel ‘Kris Peeters’ als ‘niet wijs‘. Hij moet dit idioom honderden keren gebruikt hebben – en dan zijn we er ons terdege van bewust dat we enkel de keren meetellen dat hij daarmee in het nieuws is geraakt. Wat hij bijvoorbeeld in de wagen mompelt, of in bad, aan tafel, of op het toilet, daarover hebben we jammer genoeg geen gegevens.

We zijn methodologisch streng geweest. Met uitdrukkingen waarin ‘niet wijs’ voorkomt samen met bijvoorbeeld ‘maken’ hebben we geen rekening gehouden. Alhoewel ‘dat gaan we u niet wijsmaken’ een en ander zou onthullen over Peeters’ middenpolitiek van discretie. Evenmin konden we rekening houden met de combinatie ‘niet wijs’ plus het werkwoord ‘raken’. Als Peeters ergens niet wijs uit geraakt, doet hij daar namelijk geen uitspraken over. Soms komen de bijwoordjes ‘wel’ of ‘goed’ tussen ‘niet’ en ‘wijs’ te staan. Maar dan zijn het anderen die uitspraken doen over hem.    

We hebben ons dus beperkt tot de oordelende zin van de vorm ‘X of Y is niet wijs’. Als oordeel is het in zijn geval ook een ver-oordeling van het strengste kaliber. Peeters’ tegenstanders sidderen als hij het weer eens op hen toepast – en wie in de krant of op de webstek van DeRedactie Kris Peeters zoekt, vindt ‘niet wijs’. Omgekeerd ook.

Klaarblijkelijk wijselijk

Uit de resultaten blijkt dat Peeters zijn geliefkoosde oordeel overal laat optekenen. In de krant. Op het internet. In tijdschriften. In het Staatsblad (verschillende vermeldingen). Op band met beeld en geluid. Uit alle mogelijke archieven kan men catalogi opstellen van de dingen die door Peeters onwijs werden bevonden. Binnenkort, daar ben ik van overtuigd, verschijnt ‘niet wijs’ op de Antwerpse muren. Hangt er misschien van af waar exact hij komt wonen.

De tweede vaststelling is de wijde bandbreedte van categorieën van mensen die ooit door zijn oordeel werden getroffen, en die daar tot vandaag onder gebukt gaan. De koning bijvoorbeeld:  ‘Na de uitvoering van de zesde staatshervorming ligt het zwaartepunt al helemaal bij de deelstaten, het zou niet wijs zijn van de koning als hij dat niet erkent of naar waarde schat’ (6 juli 2013).Of de directie van Volkswagen: De uitspraken van Volkswagen deze week, dat de schadevergoedingen in Europa niet toepasbaar zouden zijn zoals het in de VS wel kan, zijn niet wijs’ (7 juli 2016). Of een Waals politicus:Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) noemt de aanpak van federaal staatssecretaris Melchior Wathelet (CDH) in het dossier van het nieuwe vertrekplan voor Brussels Airport ‘niet wijs’ (18 juli 2012). Over de Nederlanders: ‘Het zou niet wijs zijn dat Nederland zich daar nu niets meer van zou aantrekken (over kilometerheffing, 26 januari 2011).

Het wordt duidelijk dat we hier een tijdsdimensie moeten toevoegen. De oplettende lezer heeft het gemerkt: het overgrote deel van de onwijs-uitspraken wordt gedaan tijdens het parlementair reces, wanneer Peeters bijna alleen het Martelarenplein of de Wetstraat bemant. Het is in die eenzaamheid dat hem de onwijsheid van zijn medemensen opvalt, en hem een onstuitbare drang overvalt dit ook mee te delen. We laten vooralsnog in het midden of ook 11 juli, de dag van de Vlaamse nationale feestdag, daar iets mee te maken heeft.

Onwijze uitspraken

Het zijn vooral uitspraken van andere politici die Peeters niet wijsvindt. Hij heeft iets met ‘uitspraken’. Het lijkt er sterk op dat zijn politieke zijnswijze er voornamelijk in bestaat uitspraken over uitspraken te doen.

Van alle politici zijn de uitspraken van N-VA’ers de meest betreurenswaardige, te beginnen met die van Bart De Wever. Die had gezegd dat er nog geld te rapen viel in de sociale zekerheid. Peeters zei heel verrassend terug dat hij dat niet wijs’vond (1 september 2016). Toen De Wever in 2010 in het Duitse weekblad Der Spiegel  België als de zieke man van Europa gedefinieerd had,  was Peeters zo verbolgen dat hij aan zijn niet wijs’ voorwaar nog een woord toevoegde: het was ook ‘niet juist’. Dat lot is ook Zuhal Demir ten deel gevallen: Vicepremier Kris Peeters (CD&V) vindt de uitspraken van N-VA-Kamerlid Zuhal Demir over onterechte werkloosheidsuitkeringen bij RVA ‘niet wijs’ en ‘populistisch’ (19 april 2015). Waarbij ‘onjuist’ en ‘populistisch’ slechts versterkingen zijn van ‘niet wijs’, want dat is het ergste.

Want het kan ook omgekeerd: ‘niet wijs’ kan door een bijwoordelijke uitdrukking een beetje afgezwakt worden. Over Geert Bourgeois, die gezegd had dat de Vlaming spuwt op de stakingsgrens die door België loopt, was Peeters heel wat milder: ‘Het gebruik van het woord spuwen was in die zinniet wijs’, zei hij op 11 juli 2016. Bemerk de nuance (spuwen ‘in de zin’ van, nu ja, van spuwen): hier wordt aan hogere politiek gedaan, met een mengeling van linguïstiek en moraal. ’t Blijft natuurlijk niet wijs.

Onwijs gaaf

We hebben dus gezien dat uitspraken van anderen ‘niet wijs’ zijn. Een heel andere categorie bestaat uit Peeters’ zinnen over mogelijke uitspraken van zichzelf die hij dus niet zal doen, omdat het niet wijs zou zijn ze te doen. Hier bevinden we ons in het hart van de politiek. Het is hier dat er harde planken worden geboord. Hier mogen we even ruiken aan het wezen van het beroep van politicus, namelijk geheimhouding terwijl je toch verder babbelt en mediatijd vult. Ziehier enkele specimina uit ons bewijsmateriaal, drie van dit jaar en twee uit 2012:

Peeters tot interviewster Linda De Win: ‘Het zou niet wijs zijn om nu al over mandaten te spreken’ (17 november 2016). ‘Het zou niet wijs zijn elementen vrij te geven die Caterpillar manoeuvreerruimte geven’ (13 september 2016). ‘Vermogensbelasting op tafel? Dat is nu niet aan de orde. Het zou trouwens niet wijs zijn nu al in de krant te zeggen wat wij willen doen’ (10 januari 2016).  Over onderwijshervormingen: ‘Het eindstation zal concreter worden als we het naderen. Het zou niet wijs zijn nu alle contouren vast te leggen’ (26 november 2012). Over de Hedwige-polder: ‘Het zou ook niet wijs zijn om nu al te zeggen dat wij die periode zouden verlengen, mochten we daar al aan denken. Iedereen luistert immers mee’ (4 oktober 2012).

Geen enkele reguliere journalist is er ooit opgekomen om aan Peeters de vraag stellen waarom hij dat nu al zijn hele politieke carrière doet, jarenlang datzelfde zinnetje produceren. Linda de Win bijvoorbeeld had dat best wel gedurfd maar ze heeft het niet gedaan. Er is een uitzondering geweest, die dan nog op de CD&V-webstek is verschenen. Ik weet niet wat er van de mens die het deed geworden is, maar dit was zijn vraag op 18 april van dit jaar:  ‘Dat zegt u wel vaker: dat iets niet wijs is.’ Peeters: ‘Juist. Daarmee bedoel ik eigenlijk dat ik het dom vind om uitspraken te doen die nodeloos onrust zaaien.’

De middelmatige moedwil

Ziet u: ‘uitspraken’. En ‘niet wijs’ is ‘dom’. En je mag de kiezende burger niet nodeloos verontrusten. Gezien de frequentie waarmee Peeters dit allemaal debiteert, moet dit het fundament van zijn denken uitmaken. Is dit de basis van de in de geschiedenis van de staat België ongeziene, niet-aflatende en kinderachtige CD&V-sabotage van de eigen regering?

Kinderachtig: want er zit nog een heel ‘klein’ kantje aan. Toen de eerste militairen in de Antwerpse straten verschenen ging Peeters niet alleen opzichtig boodschappen doen op de Meir; zijn medewerkers begonnen ook e-mails te sturen over de, tja, onwijsheid van de burgemeester om het leger daar te laten patrouilleren. Maar verantwoordelijk was Peeters niet. De onwijzen waren in dit geval zijn minderen:  ‘Ik denk dat die mail wat ongelukkig geformuleerd geweest is. Ik heb de mail niet vooraf gelezen, ik heb ze samen met u in een dagblad kunnen lezen. Zo e-mails sturen is niet wijs(1 februari 2015).

Zo heb ik er nog tientallen, maar eentje nog, one for the road: volgens Peeters ‘is het ook niet wijs om te snoeien als het vriest’ (17 september 2017). U ziet dat hij de natuurwetten niet schuwt. Er zit ook een kosmisch kantje aan. Hij schijnt het al gezegd te hebben toen hij pas geboren was: ‘Dat is hier niet wijs’. Maar dat lijkt me eerder naar de Gentse betekenis te gaan. Daar heb  je slechts de keuze tussen ‘vrie waas’ en ‘nie waas’. Niks moedig midden daartussen.

Wie gaat er nu naar Antwerpen? Het moedige midden of de middelmatige moedwil? Het wordt daar plezant in de Antwerpse gemeenteraad. Telkens als Peeters het woord neemt (en dus ‘niet wijs’ zegt) mogen ze er een paar met lachkramp buiten dragen, havenschepen Marc van Peel voorop. Airplay!

foto ©reporters

Categorieën

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.

Commentaren en reacties