Een echte belastinghervorming organiseer je niet over meerdere legislaturen, maar los ervan. Het nieuwe (afgeslankte) plan van Van Peteghem zal zelfs een milde, politieke voorjaarsstorm niet overleven. Minister Van Peteghem sleept nu al maanden met zijn blauwdruk, groendruk, witboek en groenboek voor een ‘echte’ fiscale hervorming rond. Telkens was er wel iets, waardoor het ding kwam vast te zitten in het drijfzand. Na een reeks politieke najaarsstormen en allerlei blokkeringen vanuit verschillende politieke hoeken, is Van Peteghem naarstig op zoek…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Een echte belastinghervorming organiseer je niet over meerdere legislaturen, maar los ervan. Het nieuwe (afgeslankte) plan van Van Peteghem zal zelfs een milde, politieke voorjaarsstorm niet overleven.
Minister Van Peteghem sleept nu al maanden met zijn blauwdruk, groendruk, witboek en groenboek voor een ‘echte’ fiscale hervorming rond. Telkens was er wel iets, waardoor het ding kwam vast te zitten in het drijfzand. Na een reeks politieke najaarsstormen en allerlei blokkeringen vanuit verschillende politieke hoeken, is Van Peteghem naarstig op zoek naar die fiscale apenrots die hem een plekje in de geschiedenisboeken moet verschaffen. Wat een mens al niet bereid is te doen in het laatste (volle) jaar van een legislatuur. De slagzin is: ‘Iedereen gaat erop vooruit, sommigen veel en anderen allicht niet, en gemiddeld geeft dat 835 euro.’ Daar zullen de media wel op happen, om het nog maar eens op de kaart te zetten.
Niets is gratis
Maar niets is gratis, en dat dient ergens te worden gerecupereerd dus moet de btw omhoog. Beleidstechnisch kan je daar inderdaad een afruil in zien, maar dan moet je er wel consequent in zijn. Bijvoorbeeld zoals Hongarije dat heeft gedaan: de btw op 27 procent (het maximale onder de btw-richtlijn) en de inkomstenbelasting op 15 procent, inclusief gerealiseerde meerwaarden (ongeacht het actief). Dat is een afruil die ons gedrag stuurt.
‘Onze hervorming’ is dat niet: hier gaat het over een kleine verlichting in een deel van de inkomstenbelasting, ten nadele van een aanzienlijk verhoging van 6 naar 9 procent van de btw op heel wat basisvoorzieningen. Er zijn dan wel wat uitzonderingen: groenten en fruit, energie en water (om de linkse vrienden aan boord te krijgen), medicatie, en openbaar vervoer. Maar een flink deel van de dagdagelijkse benodigdheden zien de btw dus met 50 procent stijgen. Terwijl de gastronomische sector zich mag verheugen op een daling van 12 naar 9 procent. Dat is een keuze die vragen oproept.
Regressief
Nu is de btw altijd bedoeld geweest als een middel om gedrag te sturen, maar het is ook regressief (en raakt de onderkant van de salarismarkt dus harder), heeft een impact op de index en is eigenlijk niet bedoeld om mee te ‘marchanderen’. De vier segmenten in het btw-systeem (0 procent, laag, midden en hoog) hebben elk een finaliteit en dienen om neutraal te zijn. Er mag dus geen afruil zijn tussen de segmenten, of met andere woorden: het is niet de bedoeling dat politici de segmenten ideologisch gaan inkleuren.
Verder bewijst Van Peteghem dat een maatschappij twee keer risico loopt als een belasting wordt geheven: je bent je geld kwijt en de volgende keer ‘meer’. En dus moet de effectentaks flink omhoog. Nu kwam die in het eerste plan niet voor, maar werd vervangen door een ‘dual income tax’. Dus deze belasting moet nu omhoog, om later werd afgeschaft te worden tijdens de volgende legislatuur voor de invoering van de ‘dual income tax’. Rechtszekerheid ziet er toch echt anders uit.
Samenraapsel van politieke stellingen
Dat de fiscale druk aan onderkant van de salarismarkt te hoog is en dat maatregelen nodig zijn is een vaak gehoord slaapkamerbetoog, maar neemt het zicht weg inzake het feit dat de fiscale druk (veel) te hoog is in ‘alle’ segmenten van de salarismarkt. Aanpassingen van belastingvrije sommen en inkomensbandbreedtes zijn dan wel sympathiek, maar betekenisloos op zichzelf
Ze kunnen alleen maar een functie vervullen binnen een breder systematisch fiscaal kader, waarbij je de vraag beantwoordt wat voor overheid je wil en wat een verantwoorde fiscale druk is. Zonder die vraagstelling zal de markt die extra koopkracht van een hervorming wegconsumeren door hogere prijzen, wat niet eens zo lastig is in tijden van inflatie. Dat Groen als enige wel bereid is hierover te praten, toont aan dat ze wel beseffen dat ze straks niet meer meedoen en nog even wat piketpaaltjes willen uitzetten.
Herverdelende rechtvaardigheid
Extreem problematisch is het feit dat een aantal aanzienlijke pijnpunten blijven liggen: taxatie op huurinkomsten, bedrijfswagens, invoering ‘dual taxation systeem’, inclusief meerwaardebelasting, enzovoort. Allemaal, en niet toevallig, hervormingen die de belastingdruk zullen verhogen.
Ook het feit dat het huwelijksquotiënt wordt afgeschaft in het voorstel roept vragen op. Als er een onrechtvaardigheid inzit ten aanzien van alleenstaanden, dan kan je dat in de tarifering aanpassen, eerder dan afschaffen. Daar getrouwden en alleenstaanden objectief niet in dezelfde situatie verkeren, kan dat overigens een andere behandeling rechtvaardigen. Dat alleenstaanden een flink deel van de kosten alleen moeten dragen (in tegenstelling tot gehuwden of wettelijk samenwonenden) is geen fiscaal argument. Daarop sturen is dus ideologisch en wetstechnisch niet optimaal, noch doelmatig in het kader van herverdelende rechtvaardigheid.
Budgetneutraal wordt belastingverhoging
De bedoeling is dat het hele verhaaltje budgetneutraal zal worden. Zo staat het er, maar de volgende zin kwalificeert dat door te stellen ‘inclusief de beoogde terugverdieneffecten’. En we weten in België wat dat betekent. Meestal duiken die niet op, zeker niet als het gaat om verhoogde tewerkstelling.
Meer nog, alle pijnlijke belastingverhoging zitten in het tweede luik, dat klaarligt voor de volgende legislatuur. Consistentie zal dus ‘0’ zijn, maar laat ons dat niet weerhouden om het een ‘grote belastinghervorming’ te noemen. Wat dus nu verkocht wordt als budgetneutraaln, zal straks na het tweede luik een zoveelste belastingverhoging zijn. De budgettaire druk zal dan ook zodanig hoog zijn opgelopen, dat het dan als rechtvaardig zal worden verkocht dat de druk stijgt.
Experts
Van Peteghem verschuilt zich achter de internationale experts om een verschuiving van arbeid naar consumptie te rechtvaardigen. Hij heeft dan maar naar ‘bepaalde’ experts geluisterd en ook niet ‘echt goed’ geluisterd. Het is niet de consumptie op zichzelf die men meer wil belasten (dat is enkel de techniek), maar de druk die ‘overconsumptie’ (zeker de meest vervuilende) legt op infrastructuur, transport en grondstoffen.
Daarom dat diezelfde experts stellen dat je altijd uitwijkingsmogelijkheden moet hebben als je iets – met duurzaamheid als argument — verhoogt qua belastingdruk. Dat is voor allerlei basisproducten niet het geval, of die vallen ook onder het voorziene verhoogde 9 procent. Andere experts adviseren gebruik van de maximale bandbreedte (tot 27 procent btw) op luxeproducten, om de verschuiving te realiseren. Geen woord daarover. Ook niet over de geadviseerde route om via een algemene CO2-heffing dezelfde doelstellingen te halen.
Rapport
Terwijl ik dit schrijf loopt het nieuwste ‘IMF assessment report’ voor België binnen. Ernstig samengevat stellen ze dat een fiscale hervorming hand in hand moet gaan met ‘verhoogde fiscale en financiële coördinatie tussen de regio’s’ en gericht ‘op een investerings- eerder dan uitgavenbeleid’. En dat tegen de achtergrond van teruglopende productiviteit van onze economie.
Ondertussen wordt voorzien dat de (para)fiscale inkomsten zullen stijgen van 49,9 procent van het bruto nationaal product in 2021, naar 51,5 procent in 2028. Dat noemen wij dus een neutrale rechtvaardige belastingherziening. Erger nog, zowel de druk op arbeidsinkomen als op activa stijgt, maar op btw daalt het. Het Internationaal Monetair Fonds doorziet het probleem dus wel van een ondoordachte btw-herziening, zoals voorzien, alsook een onvoltooide getrapte belastingherziening in de inkomstenbelasting.
Van Peteghem weet dat de kans dat hij als minister terugkomt, laat staan op Financiën, nagenoeg nul is na mei 2024. Met dit voorstel heeft hij voortijdig zijn Waterloo zelf georganiseerd. En dat alleen maar om te bewijzen dat de CD&V relevant kan zijn in een federale regering. Politiek realisme is geen deugd.