JavaScript is required for this website to work.
post

Nieuwe Senaat = herinvoering dubbelmandaat

Pieter Bauwens5/2/2012Leestijd 3 minuten

Eén van de vele losse draden in de Di Rupo-akkoorden is de hervorming van de Senaat. Enkel over de toekomstige samenstelling van de Senaat lijkt het akkoord op het eerste zicht vrij duidelijk.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De 40 rechtstreeks verkozen senatoren worden afgeschaft. In de plaats daarvan wordt het aantal deelstaatsenatoren uitgebreid van 21 naar 50 (29 N, 20 F en 1 D). Daarnaast blijven de tien gecoöpteerde senatoren (6 N en 4 F) behouden. De verhouding tussen de taalgroepen blijft ongewijzigd. Het idee van een paritaire Senaat (zoals in het vooruitzicht gesteld door paarsgroen in 2002) is gelukkig afgevoerd. Pittig detail: door de afschaffing van de rechtsreeks verkozen senatoren wordt de federale dotatie voor de partijen automatisch (maar wellicht ongewild) fors verlaagd.
Ik spreek hierboven opzettelijk van ‘deelstaatsenatoren’ omdat er in het akkoord geen sprake meer is van gemeenschapssenatoren. Tot nu toe worden die senatoren immers gekozen door en uit de gemeenschapsparlementen, wat de tweeledigheid van de staatsstructuur accentueert. Maar de Franstaligen willen daarvan niet weten. In het akkoord wordt er (met uitzondering van de Duitstalige Gemeenschap) enkel vaagweg verwezen naar de ‘parlementen van de deelstaten’: ‘Elke taalgroep zal, ieder wat hem betreft, de verdeling van de nadere regels van de vertegenwoordiging van de parlementen van de deelstaten kunnen bepalen’. Wat dit concreet impliceert is onduidelijk. Allicht wil men de deur openzetten naar het creëren van Franstalige ‘gewestsenatoren’, die apart worden aangeduid door het Waals Parlement en de Franse taalgroep van het Brussels Parlement.
Wat dan weer wel zwart op wit in het akkoord staat is dat de zetelverdeling voor de ‘deelstaatsenatoren’ zal gebeuren op basis van de verkiezingen in de ‘deelstaten’. Tot nu gebeurt de zetelverdeling voor de gemeenschapssenatoren op basis van het resultaat van de federale senaatsverkiezing. Het resultaat van de regionale verkiezingen heeft op die zetelverdeling geen enkele impact. Dat is zo beslist in 1993 omdat men schrik had dat de federale regering zou worden gedestabiliseerd als een electorale verschuiving bij de (losgekoppelde) regionale verkiezingen ook tot een zetelverschuiving zou leiden in de Senaat. Vanaf 2014 komt daar dus verandering in en zal de vertegenwoordiging van de deelstaten op federaal niveau een weerspiegeling vormen van de politieke krachtverhoudingen in de deelstaatparlementen.
Moeten we daar blij om zijn? Niet echt. Want tegelijkertijd werd ook beslist om de regionale en de federale verkiezingen opnieuw te laten samenvallen (door de federale legislatuur op vijf jaar te brengen). De regionale verkiezingsuitslag wordt vanaf 2014 een doorslagje van de federale (net als in 1995 en 1999). Daardoor maakt het niet veel meer uit of de deelstaatmandaten in de Senaat nu worden verdeeld op basis van de federale of de regionale verkiezingsuitslag.
Partijen spelen graag sinterklaas met lucratieve mandaten. Vandaar dat ze geen komaf wilden maken met de gecoöpteerde senatoren. Maar dat betekent wel dat de Senaat nooit een zuivere deelstatenkamer zal kunnen worden. Veel zal uiteraard afhangen van de bevoegdheden van de Senaat. Maar over dit uiterst belangrijke punt is het akkoord extreem vaag, zelfs tot op het lachwekkende af. De bevoegdheden zullen beperkt zijn, en in ieder geval een aantal institutionele aangelegenheden bevatten en ‘eventueel’ de goedkeuring van ‘sommige’ gemengde verdragen. Als de bevoegdheden echt zo beperkt zullen blijven, dan zal de Senaat slechts heel uitzonderlijk vergaderen. Geen probleem voor de deelstaatsenatoren, die zich in hun deelstaatparlement kunnen bezighouden. Maar wat zal men dan aanvangen met die tien duurbetaalde gecoöpteerde senatoren? Zal de Senaat dan evolueren naar een soort van gezelligheidsclub waar de senatoren zich in de watten kunnen laten leggen door het talrijke personeel (dat men allicht niet zal willen ontslaan)?
De kans is veel groter dat de Senaat aan het einde van de rit ongeveer dezelfde bevoegdheden zal hebben als vandaag, en dus een belangrijke speler zal blijven op het federale niveau. De ‘deelstaatsenatoren’ zullen gewoonweg federale senatoren zijn die het regionale parlement als achterpoortje gebruiken om in de Senaat te komen. De uitbreiding van het aantal deelstaatsenatoren betekent dan bij nader inzien dat de klok voor een stuk wordt teruggedraaid naar het tijdperk van het dubbelmandaat. Zucht.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties