fbpx


Economie
MMT

No free lunch: moderne monetaire theorie




Vanuit de Verenigde Staten maakt de moderne monetaire theorie (MMT) een sterke opgang. Het gaat erom op welke manier de overheid haar uitgaven het best kan financieren. Ze heeft in principe de beschikking over drie opties: -het heffen van belastingen; -het uitgeven van staatsleningen op de financiële makten; -het aanmaken van nieuw geld, of het draaien van de pers om geld te drukken. Dit wordt ook de monetaire financiering genoemd. De twee eerste methoden zijn de klassieke waarover geen discussie…

Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement

U hebt een plus artikel ontdekt. We houden plus-artikels exclusief voor onze abonnees. Maar uiteraard willen we ook graag dat u kennismaakt met Doorbraak. Daarom geven we onze nieuwe lezers met plezier een maandabonnement cadeau. Zonder enige verplichting of betaling. Per email adres kunnen we slechts één proefabonnement geven.

(Proef)abonnement reeds verlopen? Dan kan u hier abonneren.


U hebt reeds een geldig (proef)abonnement, maar toch krijgt u het artikel niet volledig te zien? Werk uw gegevens bij voor deze browser.

Start hieronder de procedure voor een gratis maandabonnement





Was u al geregistreerd bij Doorbraak? Log dan hieronder in bij Doorbraak.

U kan aanmelden via uw e-mail adres en wachtwoord of via uw account bij sociale media als u daar hetzelfde e-mail adres hebt.








Wachtwoord vergeten of nog geen account?

Geef hieronder uw e-mail adres en uw naam en we maken automatisch een nieuw account aan of we sturen u een e-mailtje met een link om automatisch in te loggen en/of een nieuw wachtwoord te vragen.

Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)

Uw abonnement is helaas verlopen. Maar u mag nog enkele dagen verder lezen. Brengt u wel snel uw abonnement in orde? Dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Als "Vriend van Doorbraak" geniet u bovendien van een korting van 50% op de normale abonnementsprijs.

Heeft u een maandelijks abonnement of heeft u reeds hernieuwd, maar u ziet toch dit bericht? Werk uw abonnement bij voor deze browser en u leest zo weer verder.

Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)

Uw (proef)abonnement is helaas al meer dan 7 dagen verlopen . Als uw abonnementshernieuwing al (automatisch) gebeurd is, dan moet u allicht uw gegevens bijwerken voor deze browser. Zoniet, dan kan u snel een abonnement nemen, dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Als "Vriend van Doorbraak" geniet u bovendien van een korting van 50% op de normale abonnementsprijs.

Reeds hernieuwd, maar u ziet toch dit bericht? Werk uw gegevens bij voor deze browser of check uw profiel.


Vanuit de Verenigde Staten maakt de moderne monetaire theorie (MMT) een sterke opgang. Het gaat erom op welke manier de overheid haar uitgaven het best kan financieren. Ze heeft in principe de beschikking over drie opties:

-het heffen van belastingen;

-het uitgeven van staatsleningen op de financiële makten;

-het aanmaken van nieuw geld, of het draaien van de pers om geld te drukken. Dit wordt ook de monetaire financiering genoemd.

De twee eerste methoden zijn de klassieke waarover geen discussie bestaat, behoudens het feit dat de belastingdruk en de grootte van de schuld binnen de perken moeten blijven en dus niet te hoog mogen oplopen.

Wat is de moderne monetaire theorie?

Dat ligt anders met de monetaire financiering, waarover we het reeds gehad hebben in voorgaande bijdragen. Stephanie Skelton is met haar boek De mythe van de staatsschuld een van de grote voorvechters. De verdedigers van de MMT stellen dat iedere vorm van overheidsfinanciering van de uitgaven in feite een vorm van geldschepping is. Volgens hen moet de overheid van een land met een eigen munt zich geen zorgen maken over de overheidsfinanciën, omdat men indien nodig samen met de centrale bank altijd geld kan bijdrukken om aan de betalingsverplichtingen te voldoen. De enige beperking is inflatie, maar zolang de productiecapaciteit voldoende is om aan de gestegen vraag te voldoen is er geen probleem en wordt de overheid niet afgeremd in haar uitgavenbeleid. In samenwerking met de centrale bank beschikt ze in feite over een onbeperkt geldscheppend vermogen.

De MMT-leer past dus onconventionele beleidsmaatregelen toe: de regering (het begrotingsbeleid) moet de centrale doelstelling van volledige werkgelegenheid en prijsstabiliteit nastreven, terwijl de centrale bank (het monetair beleid) voor de houdbaarheid en financiering van de schuld zorgt, een eerder secundaire doelstelling. Bij de klassieke benadering is het andersom: hier is het monetair beleid van de onafhankelijke centrale bank verantwoordelijk voor de prijsstabiliteit, terwijl de regering erover moet waken dat de financiën gezond blijven.

Waarom heeft de MMT nu zulk een grote aantrekkingskracht?

Dit is te verklaren door de huidige toestand van lage economische groei en de lage rentes die sinds meer dan 10 jaar overheersen. Met de MMT zijn er onmiddellijk middelen beschikbaar om de huidige economische malaise aan te pakken, maar ook om de structurele uitdagingen aan te gaan die ons te wachten staan, zoals de omvangrijke investeringen voor de groene transitie.

De MMT besteedt weinig aandacht aan het gevaar dat de overheid te ver kan gaan in de monetaire financiering, en dus overdrijft. De geschiedenis heeft dit meermaals aangetoond in het verleden, zoals bv. in Argentinië en Zimbabwe. Het gevolg is oplopende inflatie, en zelfs hyperinflatie is mogelijk zoals in Duitsland 100 jaar geleden.

Nationaal spaartekort

Men gaat ook voorbij aan de opbouw van externe schulden door een land. Als door de geldschepping alle uitgaven van de overheid en de privésector de productiecapaciteit van het land overtreffen, zal naast de inflatie ook een nationaal spaartekort ontstaan, en daaraan gekoppeld een deficit op de lopende rekening van de betalingsbalans omdat men meer een beroep op buitenlandse producten gaat doen. Dat land krijgt zo schulden in het buitenland. Maar voor de MMT is er opnieuw geen probleem daar het land in kwestie dan zijn munt moet laten zweven: door een depreciatie ervan zal het herstel vanzelf tot stand komen. Men moet hier wel een onderscheid maken:

-De Verenigde Staten zijn een groot land en een relatief gesloten economie. Schommelingen in de wisselkoers zullen er niet zoveel invloed hebben op de binnenlandse economie. Daarbij is het de grootste economie ter wereld (meer dan 20 % van het wereld Bruto Binnenlands Product), en wordt de dollar door tal van landen als reservemunt gebruikt. Veel grondstoffen worden in dollars gequoteerd. Door de speciale positie van hun munt kunnen de Verenigde Staten de externe tekorten gemakkelijker in de eigen munt financieren. In die optiek heeft president Biden het ook gemakkelijker om de massale investeringen in infrastructuur voor een paar 1.000 miljard USD te lanceren.

-Dit geldt niet voor de meeste andere landen, die hun tekorten met het buitenland in buitenlandse valuta moeten financieren. De eigen munt zou door de tegenpartij niet aanvaard worden. Wanneer die eigen munt dan in waarde daalt zoals de MMT vooropstelt, neemt de schuldenlast in buitenlandse valuta toe en kan dat land in grote problemen komen. Dit deed zich voor in Latijns-Amerika gedurende de jaren 80 en in 1997 met de crisis in Azië.  De hyperinflatie ging toen steeds gepaard met een ineenstorting van de lokale munt. De onbeperkte geldschepping van MMT kan dus niet zo goed in open economieën worden toegepast omdat tekorten op de betalingsbalans met buitenlandse valuta moeten gefinancierd worden.

Moral hazard

MMT creëert ook een probleem van moral hazard. De budgettaire overheid gaat immers noodzakelijke beleidskeuzes uit de weg, omdat de financiering door de centrale bank toch verzekerd is. Die verleiding is erg groot bij zeer lage inflatie. Op korte termijn zullen zich geen problemen voordoen, maar op lange termijn duiken de risico’s toch op.

In een deflatoir klimlaat kan het nuttig zijn om de geldriem minder strak aan te trekken. Het is wat de regeringen het afgelopen jaar gedaan hebben om de coronacrisis aan te pakken. Ook de politiek van kwantitatieve versoepeling, waarbij de centrale banken obligaties in de markt opkopen om de rentes laag te houden, kadert hierin. Men noemt het nog geen monetaire financiering omdat de aankopen in de secundaire markt plaatsvinden, alhoewel het er toch dicht tegenaan zit.

Hogere inflatie

Op een bepaald ogenblik moet men die riem toch eens terug aantrekken. ‘There’s no free lunch in finance’. Als men blijft doorgaan met uitgeven, en dan vooral op grond van monetaire financiering, wordt de rekening toch eens gepresenteerd in termen van hogere inflatie, en daar verliezen alle mensen met geldmiddelen bij. Het geld riskeert zijn ‘waarde’ te verliezen.

De MMT stelt dat indien nodig de regering de vraag zal doen afremmen om een hoge inflatie te voorkomen. Dit kan gebeuren door middel van extra belastingen of de uitgifte van obligaties. Prijs- en overheidsregulering zijn andere instrumenten. Dit is mooi in theorie, maar welke politicus is daartoe bereid wanneer er het jaar daarop verkiezingen zijn? Door inflatie daalt de koopkracht, en die wordt dan nog verder uitgehold door hogere belastingen. De ervaring heeft genoeg aangetoond dat de combinatie van overheid en gelddrukpers tot grote financiële rampen leidt. Het ontbreekt aan de nodige orde en discipline.

Onder druk van Duitsland is monetaire financiering verboden in de Europese Monetaire Unie (EMU). Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (versie van 2012) waarborgt de institutionele onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank (ECB) en van de nationale centrale banken (art. 130). Het verbiedt de monetaire financiering van de Europese regeringen door de ECB en door de nationale centrale banken (art. 123). Financiering door geldschepping zoals voorgesteld door de MMT is dus uitgesloten.

Tinbergen-principe

Als de centrale bank haar onafhankelijkheid kwijt is, en enkel tot doel heeft begrotingsdeficits te financieren, dan is er een economische kostprijs verbonden aan het verlies van dit instrument van monetaire beleid. Het Tinbergen-principe stelt immers dat wanneer de overheid twee of meer beleidsdoelstellingen nastreeft, zoals bv. volledige werkgelegenheid en prijsstabiliteit, ze in principe twee of meer onafhankelijke beleidsinstrumenten nodig heeft. Als het monetair beleid echter als instrument wegvalt, dan wordt de overheid ernstig beperkt om haar macro-economische doelstellingen te bereiken.

De MMT theorie vindt in Europa vooral aanhangers in de linkse hoek. In België staan de Franstalige socialisten er zeker niet huiverachtig tegenover, en wordt het voor een stuk onder hun druk toegepast door de Vivaldiregering. Ondanks de hoge coronadeficits wordt het minimumpensioen, samen met het minimumloon, verhoogd.

Guy Mathot

Het was in het begin van de jaren 80 dat Guy Mathot als minister van Begroting verantwoordelijk was voor de toen sterke ontsporing van de Belgische overheidsfinanciën. In 1981 deed hij op het PS partijcongres te Brussel, onder de regering-Mark Eyskens, de volgende gevleugelde politieke uitspraak die bijblijft: ‘Budgettaire tekorten verdwijnen zoals ze zijn ontstaan: vanzelf’. Ook de voormalige gouverneur van de Nationale Bank, Alfons Verplaetse (vertegenwoordiger van het ACV), maakte zich in de jaren 80 niet al te veel zorgen over de toenmalige records van Belgische schulden en deficits: in een ontmoeting voor een beperkte kring in het Alpheushal te Berchem zei hij dat de problemen zouden opgelost geraken met een ‘beetje’ inflatie. Zulke uitspraken gaan duidelijk in de richting van de MMT.

Vlaanderen daarentegen is meer voorstander van een klassieke orthodoxe begrotingspolitiek. De MMT is een theorie die ons toelaat de zaken eens anders te bekijken, en ons laat zien wat ‘tijdelijk’ mogelijk is periodes waar het gevaar op deflatie groot is. Maar het blijft desondanks een erg gevaarlijke politiek die vroeg of laat een zware rekening presenteert.

Paul Becue

Paul Becue is lic. Rechten, TEW en Diplomatieke Wetenschappen. Hij heeft een lange ervaring in de financiële sector. Zijn boeken over kredietverzekering gelden als de referentie. Hij is algemeen voorzitter van de Vereniging Vlaamse Academici (VVA) en voorzitter OVV.