JavaScript is required for this website to work.
post

Nobelprijs voor Natuurkunde gaat naar ‘global warming’-wetenschappers

Maar ze geloven zelf niet in haalbaarheid klimaatdoelstellingen

Luc Nagels8/10/2021Leestijd 4 minuten
Nobelprijswinnaars Syukuro Manabe (l.) en Klaus Hasselmann (r.)

Nobelprijswinnaars Syukuro Manabe (l.) en Klaus Hasselmann (r.)

foto © Twitter

Manabe en Hasselmann krijgen de Nobelprijs voor de Natuurkunde voor hun klimaatmodellen. Hoe zien zij de haalbaarheid van de energietransitie?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Nobelprijs voor de Natuurkunde is in Stockholm toegekend aan twee voortrekkers van de ‘global warming’-theorie: Syukuro Manabe (90) en Klaus Hasselmann (89). In de jaren 70 van de twintigste eeuw heerste bij de wetenschappers nochtans eerder ongeloof over de invloed van menselijk gedrag op onze omgeving wereldwijd. Er was daar destijds helemaal geen wetenschappelijke consensus over, en wetenschappers waren er juist van overtuigd dat de aarde afkoelde. Het was de Nederlandse professor Paul Crutzen die wees op het wereldwijde effect van stoffen die vrijkomen uit ijskasten en airco’s.

Het broeikaseffect als splijtzwam

In dezelfde periode trokken Syukuro Manabe en Klaus Hasselmann onze aandacht op CO2. Beiden hadden in de jaren 70 de discussie over de opwarming van de aarde opgestart door (computer)modellen te gebruiken. Ze voorspelden een opwarming van de aarde door verbranding van fossiele brandstoffen. Vervolgens stelde de scheikundige Charles David Keeling volgens de metingen die hij in 1958 opstartte, dat de CO2-concentraties in de atmosfeer versneld de hoogte in gingen. De broeikaseffecthypothese die hieraan gekoppeld werd zou de huidige frontale botsing tussen klimaatexperts en andere maatschappelijke groepen veroorzaken.

De opwarming van de aarde door toedoen van het CO2, dat afkomstig is van de verbranding van aardolieproducten, leidde en leidt dus nog altijd tot verhitte maatschappelijke discussies. Op het einde van de vorige eeuw startte de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering (IPCC) zijn zoektocht naar duidelijkheid. Deze hybride VN-instelling tussen wetenschap en politiek, zou het meest gehate instituut ter wereld worden. Zo is de behandelde materie een splijtzwam tussen, onder anderen, zakenmensen en ecologen geworden, terwijl andere zakenmensen en investeerders er dan weer nieuwe kansen in zien. Zo’n energietransitie kan immers enkel slagen als er iets aan te verdienen valt.

Velen zien de vervloeking van de fossiele brandstoffen als een bedreiging voor de wereldeconomie. Ze lobbyen en ze pompen veel geld in tegencampagnes. En nu hebben de ‘believers’ een straffe kaart op tafel gegooid: een Nobelprijs voor twee predikanten van opwarming.

De behoedzame Manabe

In een interview zegt Syokura Manabe: ‘It blows my mind how you might go about getting us off carbon fuels.’ Vrij vertaald: ‘Ik snap niet hoe je het gedaan gaat krijgen om ons van koolstofbrandstoffen te verlossen.’ De Nobelprijswinnaar weet dat we een eindje ver geraken via hernieuwbare energie en elektrificatie. Maar hij gelooft niet in de eigenaardige doelstellingen die politici en industrie ons voorhouden, namelijk dat we binnen een paar decennia koolstofneutraal zullen zijn.

Het Renewables Global Status Report van 2021, REN21, toont het tegendeel: van 2010 tot 2020 nam het totale energieverbruik in de wereld toe met zo’n 15% (zie ook de website van Our world in data). Het aandeel van de fossiele brandstoffen (80%) is onveranderd gebleven. Dat betekent dus dat we nu wereldwijd 15% meer CO2 de lucht in gooien dan in 2010. Inderdaad, de CO2-concentratie die op het Mauna Loa Observatorium in Hawaii gemeten wordt, stijgt ook het laatste decennium sterker dan ooit tevoren. Syokura Manabe is een wijs man. En hoe ziet Klaus Hasselmann een en ander?

Moedige pogingen van Hasselmann

Klaus Hasselmann doet in zijn wetenschappelijke publicaties moedige pogingen om concrete voorstellen te formuleren voor beleidsmensen om een energietransitie aan te pakken. Zijn groep houdt het wel bij de klassieke technologische aanpak door in te zetten op zonnepanelen, windmolens en batterijen. Rekening houdend met bovenstaande opmerkingen van Syokura Manabe zal dat weinig aarde aan de dijk brengen op het gebied van reductie van de CO2-toename. Die mening wordt ook gedeeld door Bill Gates, die eerder opteert voor op kernenergie gebaseerde systemen, die er nog minstens tien jaar over moeten doen om tot wasdom te komen.

Ondertussen kan het zonnepanelen-, windmolens- en batterijenpakket wel voor heel bruikbare producten zorgen, maar zijn hun mogelijkheden beperkt. Dit is dus een petieterig kleine energietransitie, die zich als een pauw groot maakt. Hasselmann vraagt zich af welke regeringsvorm of maatschappijmodel nu eigenlijk ideaal is om op dat vlak tot een maximum haalbaar resultaat te komen. In een wetenschappelijk artikel van 2020 overloopt hij er enkele, zoals de Verenigde Staten, China, Duitsland en Spanje.

Landen vergeleken

In de Verenigde Staten vond hernieuwbare energie brave ondersteuners in de presidenten Bush en Obama, maar dat werd ongedaan gemaakt door Trump. Het land heeft echter staten met een redelijke autonomie, en Californië, Maryland en New York blijken voortrekkers te zijn. De lobby van fossielebrandstofgroepen heeft op federaal niveau wel zijn uitwerking, maar sommige staten omzeilen het. Hasselmanns groep ziet de situatie in de VS zich eerder positief evolueren in de richting van hernieuwbare energie.

China is volgens Hasselmanns groep de fabriek waar onder andere Europa zijn producten laat maken. Dus zet China energiecapaciteiten in die in Europa zijn verdwenen. Het gevolg is dat dit een te vleiend plaatje van de CO2-uitstoot voor Europa geeft. Dus plant China een 200-tal nieuwe steenkoolcentrales, maar mikt naar kernenergie. Verder merkt Hasselmann in China een vrij duidelijke liberalisering, diversificatie, meer horizontale beleidsstructuren en minder sturing door privé-kapitaal op.

Voor Duitsland is Hasselmanns groep vrij kritisch. De Energiewende daar heeft kernenergie afgezworen en die vervangen door bruinkoolcentrales. Veiligheid werd verkozen boven klimaat. Er was sterke ondersteuning voor hernieuwbare energie, maar het resultaat was weinig efficiënt. En de zonnepanelen komen uit China. Nu zijn energiebedrijven en grote investeerders eerder voorstander, maar eind vorige eeuw waren het burgerinitiatieven die de boot in beweging brachten. Duitsland laat hierin knopen vallen.

Spanje was vóór 2012 juist een voorloper van hernieuwbare energie, maar daarna haakte de nieuwe regering af. Ook daar zijn er nu plaatselijk (Madrid, Barcelona, Valencia, Zaragoza, Cadiz) verdere ontwikkelingen richting hernieuwbare energie doordat nieuwe lokale besturen en burgergroeperingen er voordelen in zien.

Bevolkingsgroei niet langer taboe?

Noch Manabe noch Hasselmann wagen zich buiten het klassieke technologische denkpatroon. Dit is verwonderlijk voor wetenschappers die mondiaal denken. Geef mij dan maar de ideeën van een eerdere (1997) winnaar van de Nobelprijs voor de Natuurkunde, Steven Chu (73). Hij was ooit minister van Energie onder Obama. Chu stelt dat de toenemende wereldbevolkingsgroei het taboe-onderwerp van de discussie is. Economen praten er niet over, en regeringen ook niet, zegt Chu. Daardoor is het volgens hem onmogelijk om het CO2-probleem op te lossen.

60 ngo’s zijn van zins hiervan een punt te maken op de COP26 (Climate Change Conference) begin november in Glasgow.Gebruik uw klimaatfondsen om voorbehoedsmiddelen te betalen, luidt de strekking van hun artikel in de krant The Guardian als boodschap aan COP26. Pas dan kunnen we ervoor zorgen dat een beheersbare massa over (duurzame) energie kan beschikken. En dat geldt al evengoed in het Noorden als in het Zuiden. Ik kijk uit naar COP26.

Luc Nagels is emeritus prof Chemie aan de Universiteit Antwerpen en lid van de Raad van Bestuur van de UA Emeriti denktank EFUA.

Commentaren en reacties