JavaScript is required for this website to work.
post

Noord-Ieren krijgen het aan de vlaggenstok met elkaar

Dirk Rochtus7/1/2013Leestijd 3 minuten

2013 zou een topjaar voor het toerisme in Noord-Ierland worden en sinds 1 januari is Londonderry zelfs ‘City of Culture’ van het Verenigd Koninkrijk. Maar er zit een kink in de kabel.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De gemeenteraad van Belfast besliste op 3 december 2012 dat de Union Jack, de vlag van het Verenigd Koninkrijk, niet meer het hele jaar door zou worden uitgehangen aan de City Hall. Sinn Féin, de partij van de katholieke ‘republicans’ die dromen van aansluiting van Noord-Ierland bij de Ierse Republiek, en de meer gematigde Social Democratic and Labour Party (SDLP), vonden de eeuwig wapperende vlag als uiting van ‘gebrekkige neutraliteit’ overkomen als teken van uitsluiting en intimidatie van andersdenkenden. Alliance Party, een ‘neutrale en pluralistische’ partij, haalden ze over voor een meerderheid met het compromis dat de Union Jack nog maar 17 dagen per jaar aan de gevel van het stadhuis zou wapperen, zoals op de verjaardag van de Queen. De besturende Democratic Unionist Party (DUP), maar ook de protestantse oppositiepartijen, veroordeelden het besluit als een ‘aanval op onze cultuur’. De politie kon verhinderen dat woedende protestanten het stadhuis onmiddellijk na de zitting bestormden, maar niet dat het geweld oversloeg op andere stadsgedeelten. De DUP mocht dan wel het geweld veroordelen, maar zou volgens critici de gemoederen hebben opgehitst. Bovendien zouden er zich onder de herrieschoppers heel wat leden van de paramilitaire ‘Ulster Volunteer Force’ (UVF) bevinden.


Relletjes


Sinds die gemeenteraadszitting teistert een winterstorm vol betogingen, relletjes en brandbommen Belfast. ‘Alliance’ kreeg het ook zwaar te verduren met brandstichting in zijn hoofdkwartier en doodsbedreigingen aan het adres van sommige van zijn mandatarissen. Talloze auto’s gingen in de vlammen op en het aantal gewonden is al lang niet meer op een hand te tellen. Een politieofficier vond een bom onderaan zijn auto bevestigd. Als hij niet zo alert was geweest, had de vlaggenruzie al een eerste dodelijk slachtoffer gemaakt. Begin januari vielen 300 loyalisten, zoals de pro-Britse protestanten worden genoemd, de politie aan in Albertridge Road, niet ver van Short Strand, een wijk van de katholieken, de ‘nationalisten’. De beelden deden denken aan de jaren 1970. Vanaf Bloody Sunday (30 april 1972), de dag dat het Britse leger een slachtpartij aanrichtte onder vreedzaam demonstrerende katholieken, tot het Goede-Vrijdag-Akkoord dat in 1998 verzoening inluidde, stierven er aan beide kanten samen bijna 4000 mensen en vielen er 50 000 gewonden. 


Littekens


De rust leek in Noord-Ierland weer te keren nadat het Irish Republican Army (IRA) en zijn protestantse tegenhangers UVF en Ulster Defence Association (UDA) midden jaren 2000 de wapens hadden neergelegd. Belfast herademde. Toeristen deden de stad weer aan die er vorig jaar een architectonisch gedurfde attractie bij kreeg met het Titanic Museum. Niet dat alle littekens waren geheeld, zeker niet de onzichtbare in de herinnering aan de slachtoffers. Evenmin waren de zichtbare verdwenen zoals de tien meter hoge muur tussen katholieke en protestantse wijken. De ‘Murals’, de muurschilderingen op de huizen, bezweren nog altijd een andere cultuur. Langs de mijlenlange Shankill Road herdenken de protestanten er bijvoorbeeld hun voorvaderen mee die tijdens de Eerste Wereldoorlog aan de Somme vochten in dienst van het Britse ‘Empire’. In een katholieke wijk werpt hongerstaker Bobby Sands de voorbijganger de minzame blik toe van de man die weet dat hij de offerdood gaat sterven voor zijn natie. Ook de parades gaan nog altijd door en blijven provoceren. In 2011 organiseerde de protestantse Oranjeorde 1271 optochten ter herdenking van de overwinning van de Engelse vorst Willem III van Oranje op de katholiek James II in de slag van de Boyne (12 juli 1690). De katholieken deden het rustiger aan met slechts 76 marsen in het teken van de opstand van de Ierse nationalisten tegen het Britse gezag (Pasen 1916).


Er broeide al enige tijd onrust. In juli 2012 hadden nationalistische splintergroepen zich verenigd in het ‘New IRA’ uit misnoegdheid omdat Sinn Féin er niet in slaagt ‘een vrij en onafhankelijk Ierland’ tot stand te brengen. De geweldbereide groep vermoordde op 1 november een cipier uit protest tegen de ‘vernederende behandeling’ van 40 IRA-leden die in de Maghaberrygevangenis opgesloten zitten. De bange vraag in Noord-Ierland luidt: wie keert er in 2013 terug, de toeristen of de terroristen?

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties