JavaScript is required for this website to work.
post

O wat zijn die Belgen stil

Jean-Pierre Rondas18/4/2013Leestijd 3 minuten

Er is een eigenaardige ontwikkeling bezig. Terwijl met de dag duidelijker wordt dat de structuur van het Belgische compromissenstaketsel zelf verantwoordelijk is voor het onvermijdelijke uiteenvallen ervan, probeert een eigenaardige coalitie van liberalen, maoïsten en christendemocraten een verondersteld Belgisch samenhorigheidsgevoel aan te wakkeren.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De minimalisten onder hen zeggen dat België geen kwaad kan. De maximalisten beweren dat België zelfs veel goeds doet. Samen moeten zij de belgicisten zijn, en samen blijven zij de Vlaamse media domineren. Tegen beter weten in laten de aandeelhouders van deze media dat toe. Samen vertonen ze merkwaardige gelijkenissen met het monsterverbond van 1830 – met dat verschil dat de leden van het verbond toentertijd heel goed wisten welke meningsverschillen ze hadden opgeschort om later eens uit te vechten, terwijl die van 2013 het laatste besef van hun oorspronkelijke ideologieën verloren zijn. Kijk maar naar de huidige federale coalitie in de regering.

Weliswaar durven ze het niet meer aan om samen met de vakbonden nog eens een actie te beginnen om ‘de solidariteit te redden’: vandaag zou hen dat nog meer stemmen kosten dan in 2007. Weliswaar zijn ze niet meer in staat om nog eens een boekje over het ‘Belgische project’ bijeen te schrijven (zoals ze in 2007 nog konden met Waar België voor staat – een toekomstvisie). Om België als gewone staat te durven aanprijzen heb je vandaag al communicatieadviseurs nodig, verre van de modelstaat waarover men het vorig jaar nog had. Dus zwijgen ze vandaag. De door de beroepsjournalistiek uitgelokte en nadien deskundig opgefokte Antwerpse drama’tjes rond Bart De Wever (zo tussen eind december – medio februari) hebben zelfs bij een twijfelende bevolking niet gepakt. Sindsdien is het stil. Er is een andere strategie bezig, een strategie van de vertwijfeling wellicht, waarvan de contouren nog niet duidelijk zijn.

Men prijst gewoon op besmuikte wijze België aan. Verder durft men niet meer te gaan. België in de sport. De Belg in Kompany. België in de Waalse heropstanding (de ene dag) en de Vlaamse neergang (de andere dag). België in de Brusselse multiculturaliteit: 50, nee 85, nee 126, nee 153 talen in Brussel, dat hoor je daar op straat, dus België bestaat – dat moet zo ongeveer de ingewikkeldste redenering zijn die de huidige journalistiek nog als een breiwerk kan opzetten … België in de regering, zo goed bezig! Daar hebben ze het stadium bereikt dat er bijna niet meer wordt bewogen. Sommige ministers lijken wel van de aardbol verdwenen. Voeg daar straks nog de grote vakantie aan toe en ’t is voorbij. Weggeregeld, uitgefaded, konijnen in de lichtbak van die éne partij.

Men zou deze stille sympathie voor de Belgische staat wel willen navolgen. Wat is er nu tegen de overeenstemming, neen het concert der bevolkingen? Die kleine verschillen maken toch niet uit? Of liever, die gommen we toch even uit? Wat was nou weer de reden voor al die staatshervormingen? We komen toch overeen met de Franstalige medemens? Laten we toch alle grenzen wegvagen, grenzen zijn niet meer van deze geglobaliseerde wereld …

Soms probeer ik deze oefening. Ik probeer ze uit op een stille belgicist of twee drie. Pro Belgica, zeg ik dan, maar ja, weet je, welk project gaan we daarvoor uittekenen? Belgica is nu al 183 jaar bezig en ze hebben dat project nog niet gevonden, weet jij het? Niet subiet, zegt de belgicist. Niet erg zeg ik, maar wat doen we met een staat zonder gemeenschappelijk natiegevoel, met twee tegenstrijdige natiegevoelens? Aan dat éne natiegevoel, daar gaan we nu aan beginnen, zegt de belgicist. Beetje laat zeg ik, want hoe komt het eigenlijk dat we nu al een halve eeuw jaar na jaar met de identiteitsproblemen van deze staat bezig zijn in plaats van met de problemen van de mensen? Schuld van de Vlaamse Beweging, zegt de belgicist. Pro Belgica, dat wil ik ook wel, zegt deze flamingant dan weer, maar hoe komt het dan dat we almaar meer uiteendriften? Schuld van de Vlaamsgezinde media, zegt de belgicist. O, zeg ik. Maar goed, pro Belgica: waarom hebben we dan grendelwetten nodig, en betonneringen die de democratie om zeep helpen? Allemaal Belg, dan zijn er toch geen minder- of meerderheden meer, dan hebben we die ‘bombastische bescherming van minderheden’ toch niet meer nodig? Toch wel, dat moet zo zijn, zegt de belgicist.
Zie je? Ook de stille belgicist heeft altijd gelijk. De staat kan niet verbeterd worden. Hij is de morele instantie zelf.
Salut en de kost, zegt de flamingant.

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, pent Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.