JavaScript is required for this website to work.
post

Obama’s hypocrisie

Opinie

Pieter-Jan Van Bosstraeten21/9/2013Leestijd 3 minuten

Na de aanval met chemische wapens in Syrië stelde president Obama dat een Russisch veto tegen een militair ingrijpen de geloofwaardigheid van de Verenigde Staten en de internationale gemeenschap zou aantasten. Als die geloofwaardigheid inzake het Midden-Oostendossier wordt aangetast, is dit in de eerste plaats het gevolg van de decennialange Amerikaanse vetopolitiek, vindt Pieter-Jan Van Bosstraeten in een vrije tribune. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na de aanval met chemische wapens in Syrië stelde president Obama dat een Russisch veto tegen een militair ingrijpen de geloofwaardigheid van de Verenigde Staten en de internationale gemeenschap zou aantasten. Als die geloofwaardigheid inzake het Midden-Oostendossier wordt aangetast, is dit in de eerste plaats het gevolg van de decennialange Amerikaanse vetopolitiek.

De aanval met chemische wapens, al dan niet ingezet door het regime van Assad, werd gevolgd door wekenlang internationaal diplomatiek getouwtrek. President Obama toonde zich voorstander van een korte en tijdelijke militaire vergeldingsactie. Het uitblijven van zo’n internationaal gesteunde actie, als gevolg van een Russisch veto in de VN-Veiligheidsraad, zou niet enkel de geloofwaardigheid van zijn land, maar die van de hele internationale gemeenschap aantasten. De VS-ambassadeur bij de VN, Samantha Power, ging nog een stap verder. Volgens haar gijzelde Rusland de Veiligheidsraad door elke beslissing over Syrië te blokkeren. Op die manier treedt het op als beschermer van het Syrische regime dat bijgevolg de internationale normen aan zijn laars kan lappen. Ondanks deze verbale krachtpatserij werd finaal een militair scenario (tijdelijk?) afgewend: de VS en Rusland bereikten, eerder onverwacht, een akkoord over de ontmanteling van de Syrische chemische wapens.

Niettemin blijven de woorden van Obama en diens ambassadeur interessant: werd de geloofwaardigheid van de VS en de internationale gemeenschap aangetast door de Russische politiek? Het klinkt bijzonder bevreemdend uit de mond van een land dat een rigide vetopolitiek voert binnen de Veiligheidsraad met betrekking tot de kern van het Midden-Oostendossier: het Israëlisch-Palestijns conflict. Het voert een permanent en onvoorwaardelijk steunbeleid ten aanzien van Israël, zowel op militair als diplomatiek vlak. Militair voorziet het jaarlijks in een miljardenstroom van Amerikaanse dollars richting de joodse staat, diplomatiek treedt het binnen de Veiligheidsraad op als hun grote beschermer, no matter what. Het gaat in deze dus niet om het (bedenkelijke) eenmalige gebruik van een veto tijdens de escalatie van een burgeroorlog, zoals Rusland deed. Neen, het gaat om een decennialange vetopolitiek in het voordeel van Israël, dat reeds van bij haar ontstaan zonder enig gevolg permanent de internationale rechtsregels en fundamentele mensenrechten schendt.

Hoewel het agressieve Israëlische uitbreidings- en annexatiebeleid in Oost-Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever een duidelijke schending inhoudt van het internationaal recht, heeft de VS op nog geen enkel moment een resolutie ondertekend die hieraan een einde wil stellen. Reeds tientallen keren gebruikte de VS haar veto tegen mogelijke sancties omwille van grove schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten. Op deze manier verkrijgt Israël binnen de internationale gemeenschap een aura van straffeloosheid, een status waarover geen enkel ander land dat systematisch geweld en discriminatie pleegt, kan beschikken.

Misschien loopt het onder president Obama allemaal net iets anders dan in het verleden? Obama was namelijk de zelfverklaarde man van de internationale dialoog, de bruggenbouwer. Bovendien pleitte hij ondubbelzinnig voor de snelle oprichting van een levensvatbare onafhankelijke Palestijnse staat. Wat blijkt? Ook Obama houdt zich keurig aan de beproefde Amerikaanse vetopolitiek. Reeds in februari 2011 gebruikte ook hij voor het eerst zijn vetorecht om een resolutie tegen te houden die een einde wil maken aan de Israëlische nederzettingenpolitiek; een politiek die nochtans in strijd is met het internationaal recht (Resolutie 242) en waarvan de beëindiging een noodzakelijke voorwaarde vormt om tot een onafhankelijke Palestijnse staat te komen. 14 van de 15 leden van de Veiligheidsraad, dus ook de permanente leden met vetorecht, stemden voor, enkel de VS stemde tegen. In december 2012 herhaalde dit scenario zich nadat een gelijkaardige resolutie werd ingediend. Meer recent, in maart 2013 werd een resolutie van de VN-Mensenrechtenraad, die Israël opriep om alle Joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever terug te trekken en de Palestijnen te vergoeden voor het nederzettingenbeleid, goedgekeurd door 46 van de 47 leden… alweer stemde enkel de VS tegen. Het beperkte zich, zoals steeds, tot een verklaring dat de nederzettingenpolitiek ‘niet constructief en bevorderlijk’ is voor het vredesproces.

Dat vredesproces werd eind juli van dit jaar, onder impuls van Amerikaans minister van buitenlandse zaken John Kerry, opnieuw opgestart. In de praktijk zijn deze onderhandelingen gedoemd om te mislukken, aangezien Israël ook tijdens de formele gesprekken doorgaat met haar nederzettingenbeleid, ditmaal in gebied dat een toekomstige Palestijnse staat doormidden snijdt en een homogeen grondgebied bijgevolg onmogelijk maakt. Opnieuw sluit de VS, zoals vanouds, de ogen voor deze voortdurende en grove schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten. Kan je nog oprecht spreken over het recht van Palestijnen op een eigen levensvatbare staat als je gesprekspartner ondertussen delen van diezelfde staat illegaal inpalmt en koloniseert?

De vraag stelt zich dus of de geloofwaardigheid van de VS en de internationale gemeenschap effectief geschaad wordt, zoals gesteld door Obama en zijn ambassadeur? Zeer zeker, maar dan eerder door haar eigen decennialange vetopolitiek die Israël niet enkel een straffeloze status geeft maar de facto het 6e permanente lid van de Veiligheidsraad maakt.

De auteur is parlementair medewerker van de Kamerfractie van N-VA maar schrijft dit stuk in persoonlijke naam.

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties