Ode aan mijn stad
Hoe racisme en anti-stedelijkheid in Vlaanderen hand in hand gaan.
Erik De Bruyn: Ik weet echt wel dat Antwerpen geen braaf stadje is, nooit geweest is en nooit zal zijn. Anekdotes genoeg. En toch ken ik mijn stad nog steeds als de gastvrije vestzakmetropool die haar welvaart te danken heeft aan haar openheid en diversiteit.
foto © Zoë Gayah Jonker / Unsplash
De Vlaming vormt zich vaak een vertekend beeld van het leven in de stad. In de sociale media woekert een racistische karikatuur. .
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet was in de lente van 2004 dat ik voor de eerste keer met het verschijnsel te maken kreeg. Wegens verbouwingswerken verbleef ik tijdelijk op een appartementje in de Handelsstraat, het hartje van Marokkaans Antwerpen zeg maar. In de straat zelf heerste een mediterraan sfeertje.
Maar schijn bedriegt, zo leerde ik ’s avonds achter de computer, terwijl ik me onderdompelde in de maalstroom van de sociale media. Er waren verkiezingen in aantocht, en mijn partijpolitieke voorkeuren waren scherper afgelijnd dan nu. Ik maakte er kennis met de VVV’s, virtuele verkavelingsvlamingen. Net zoals nu overheerste één thema de Vlaamse publieke opinie: de ‘vreemden’.
Sodom en Antwerpen
Vanuit het bronsgroen eikenhout der Kempen legde men me haarfijn uit wat er in Antwerpen aan de hand was. De stad werd ronduit overspoeld met ‘bruine mannen’. De term ‘omvolking’ was toen nog niet uitgevonden, maar de teneur van het verhaal was net dezelfde als nu. Voortaan zou men niet meer spreken over Sodom en Gomorra, maar over Sodom en Antwerpen, dat Gomorra naar de derde plek verdreven had, en op weg was om Sodom van de troon te stoten. Ik merkte op dat ik me toevallig bevond waar ik mij bevond, en dat het misschien toch iets beter meeviel dan wat mijn virtuele gesprekspartners zichzelf voorhielden. Pek en veren werden mijn deel. Ik was zo een linkie-winkie met geitenwollen sokken die zijn kop in het zand steekt.
Enkele weken geleden, in het midden van de lockdown, geraakte ik aan de praat met een meneer op Twitter. Over hetzelfde thema: de ‘vreemden’. Want over zo heel veel meer gaat die Vlaamse Twitterbubbel helaas niet. Behalve dat de dreigende waterschaarste de ‘schuld’ is van de intercommunales natuurlijk, doch dat geheel terzijde. Ik vertelde meneer dat ik thans op de Mechelsesteenweg te Antwerpen woon. Zelf wou hij niet eens bij benadering zijn locatie vrijgeven, uit angst voor… Ja, voor wat? Voor zijn eigen schaduw wellicht. Toen hij ‘Mechelsesteenweg’ hoorde, wist hij me meteen te vertellen dat mijn straat elke nacht opnieuw het toneel is van schietpartijen en wilde achtervolgingen. Ik reageerde verbaasd, want het enige wat soms mijn nachtrust verstoort zijn lallende cafégangers op de terugweg van de Korsakov en de Kapitein Zeppos. En de enige levensbedreigende situaties die ik op de Mechelsesteenweg ondervind zijn de in razende vaart voorbijflitsende elektrische fietsen die in een fractie van een seconde uitwijken naar het voetpad wanneer een andere bolide in de tegenovergestelde richting op het éénrichtingsfietspad hun parcours kruist.
Met de kop in het zand… kom ik door het ganse land
Ik stak echter mijn kop in het zand, volgens mijn gesprekspartner. Want hij kende twee spoedartsen die in het nabijgelegen Sint-Vincentiusziekenhuis werken. Let wel, niet één, maar meteen twéé spoedartsen. Dubbel genaaid is eens zo sterk zeker? Die hadden hem verteld dat ze in een soort van lazaret werken waar elke nacht opnieuw slachtoffers met steek- en schotwonden worden binnengesleept. Nu ja, met Bart De Wever in het stadhuis was het wel een ietsiepietsie beter… Ook dat subtiele verschil is mij als stedeling volkomen ontgaan.
Tja, wat moest ik daar nu op zeggen? Dat ik al meer dan 20 jaar als toezichthoudend ambtenaar milieu werk, en uit hoofde van die job al op elk uur van de dag en de nacht vertoefd heb in loodsen van de afvalmaffia, in dansgelegenheden die een dekmantel zijn voor bordelen gerund door de maffia van Marrakesh, en carwashes die distributiekanalen voor wit poeder bleken te zijn ? Dat ik echt wel weet dat Antwerpen geen braaf stadje is, nooit geweest is en nooit zal zijn ? Anekdotes genoeg, en toch ken ik mijn stad nog steeds als de gastvrije vestzakmetropool die haar welvaart te danken heeft aan haar openheid en diversiteit.
Vastgekoekt wereldbeeld
Maar die mensen zitten vastgekoekt aan hun wereldbeeld. Al is het maar om zichzelf er elke dag opnieuw van te overtuigen dat hun keuze voor het bronsgroene eikenhout en de daarbij horende dagelijkse file heen en weer in de Dacia Duster de juiste was.
Zo ook die andere meneer die in een discussie op Facebook reageerde op het filmpje van de Afrikaanse man die in London deelnam aan een antiracistische betoging, en die een gewonde tegenbetoger in veiligheid bracht: ’Je kent de context niet, anders zou je wel anders piepen’. Waarop ik: ‘Kent u de context dan wél?’ Hij: ‘Dat is een kwestie van gezond verstand’.
Het zou fascinerend zijn als het niet zo angstaanjagend was. Want hun posts en tweets vangen honderden, zo niet duizenden duimpjes en hartjes. Ten behoeve van mijn gemoedsrust steek ik er misschien toch maar beter mijn kop voor in het zand.
Categorieën |
---|
Erik De Bruyn (1959) is actief in de Antwerpse sp.a.
De ontvoogding van Vlaanderen inzake ruimtelijke ordening heeft de voortschrijdende verkruimeling van onze open ruimte helaas niet kunnen stoppen.
O… als je dit nog niet gelezen hebt staat je iets geweldigs te wachten! Met ‘Niets is waar’ overtreft thrillerschrijfster Lisa Jewell zichzelf ongetwijfeld.