JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Onafhankelijkheid is een politieke beslissing, geen juridische

Recht is steun, geen korset

Pieter Bauwens12/1/2017Leestijd 5 minuten

Er zijn verschillen tussen de onafhankelijkheidsbewegingen in Europa, maar rond zelfbeschikking vinden ze elkaar.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Er roert entwat in Europa. Schotland, Catalonië, Baskenland, Vlaanderen, Veneto en Zuid-Tirol roeren zich, en door de Brexit nu ook Noord-Ierland. Er broeit iets. Recent kon u lezen dat ook in Beieren een referendum overwogen wordt. Wat broeit er in die regio’s? De discussie over de soevereiniteit, de natie en de grenzen. Verschillende regionale bewegingen zien hun regio als een natie en willen dat die natie rechtstreeks en als staat bij de Raad van Europa kan aanschuiven. Tot daar grotendeels de gelijkenissen, want onderling verschillen die soevereiniteitsbewegingen nogal. In Vlaanderen wordt die gedragen door rechts, in Baskenland, Schotland, Wales, Noord-Ierland door links. Ook in Catalonië kleurt de soevereiniteitsbeweging links, maar daar is het ook een massabeweging, een basisbeweging.

Onafhankelijkheid en samenwerking

Maar is er ook een constante: de niet partijpolitieke onafhankelijkheidsbewegingen hebben zich Europees gegroepeerd in ICEC (International Commission of European Citizens). In Vlaanderen is de Vlaamse Volksbeweging lid. ICEC vertaalt de soevereiniteitseis op Europees niveau naar de politieke en juridische vraag: waar ligt het recht om te beslissen? Een vertaling van de oude vraag of eis om zelfbeschikking.

Al dan niet aangestoken door de samenwerking in verscheidenheid, hebben ook Europarlementsleden uit vier politieke fracties en van verschillende naties zich verenigd om de toepassing van het recht op zelfbeschikking in de EU op de politieke agenda te krijgen en ook te houden. Bij die Parlementsleden is Mark Demesmaeker (Vlaanderen, N-VA -ERC fractie), Jill Evans (Wales, Plaid Cymru- Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie), Ramon Tremosa (Catalonië, CDC, ALDE Fractie), Josu Juaristi (Baskenland, EH Bildu, Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links) en Martina Anderson (Noord-Ierland, Sinn Fein, Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links). Een bont allegaartje. Namens deze groep was Mark Demesmaeker op 11 januari 2017 gastheer in het Europees parlement bij een conferentie met politici, middenveldorganisaties en academici uit alle hoeken van Europa. ‘Deze mensen uit o.a. Vlaanderen, Catalonië, Schotland, Baskenland en Ierland vragen aan de Europese beleidsmakers om het recht op zelfbeschikking te respecteren. Europa moet een duidelijk en positief antwoord bieden op hun vragen naar meer autonomie of onafhankelijkheid.’, zei Demesmaeker, die in zijn openingswoord ook heel duidelijk zei dat volgens hem Vlaanderen zelfstandig lid moet zijn van de EU.

Recht om te beslissen

De conferentie was een (iets te uitgebreide) plejade van woordvoerders, politici en professoren die elk het thema van de zelfbeschikking bekeken vanuit hun perspectief. Dat zorgt voor een grondige update van de stand van zaken wat betreft het onafhankelijkheidsstreven in Europa, maar het toont ook aan hoe de situatie telkens heel verschillend is, al zijn er wel grote lijnen te trekken. Zo wordt het Schotse referendum vaak aangehaald als na te volgen voorbeeld. Vooral Basken en Catalanen vernoemen het vaak. De Schotten zelf zien het verloren referendum niet als trauma omdat het hun onafhankelijkheidsstreven op de kaart heeft gezet en heel belangrijk blijft als bewustmaking en als democratisch inspraakmoment van de bevolking. Twee punten die ze ook niet als afgehandeld beschouwen.

Gevolgen van de Brexit

Op de Britse eilanden heeft de soevereiniteitsidee dan wel een belangrijk aandeel gehad in het ‘yes’ voor Brexit, maar er komen andere problemen naar boven. Schotland en Noord-Ierland willen zich niet zomaar neerleggen bij een uitstap uit de EU. Al zeker niet omdat de uitslag van het referendum in die beide regio’s ‘no’ was. Londen mag die regionale uitslag niet zomaar laten verdrinken in het geheel. Schotland en Noord-Ierland vragen een uitzondering, en flexibiliteit van de EU en van Londen. Het pleidooi van Dr Conor Patterson, hoofd van de kamer van koophandel van Newry, was emotioneel. Een ‘harde grens’ heeft Noord-Ierland jarenlang in armoede gestort, en nu het beter gaat, zien ze het doembeeld van die harde grens opnieuw opduiken. Waarbij de vraag komt, wie zal die douane organiseren? En hoe moet het met de handel van Ierland naar het continent? Die loopt nu bijna volledig via Groot-Brittannië. Ongeveer hetzelfde verhaal hoor je in Schotland en bij de Welshe nationalisten.

Recht en politiek

De Griekse professor Nikos Skoutaris van de Universiteit van East-Anglia (VK), sprak onder de titel ‘wettelijkheid, democratie en mensenrechten’ over die Noord-Ierse en Schotse vragen. Volgens de Griekse prof is veel mogelijk, maar zal alles afhangen van de vraag of de politieke elite de politieke en juridische flexibiliteit wil aan de dag leggen om de vragen naar soevereiniteit te integreren in het Europese project. Puur juridisch gezien, volgens de Europese verdragen kan bijvoorbeeld een interne uitbreiding (onafhankelijkheid van een regio die deel is van een EU-lid en lid blijft) misschien niet, maar een ad-hocbeslissing is altijd mogelijk. Nieuw lidmaatschap van bijvoorbeeld Scholtand kan in een heel korte procedure. De Europese elites moeten volgens Skoutaris beseffen dat een constitutionele blokkering (of grondwettelijk geweld) dat door hoofdsteden wordt gebruikt om de democratisering binnen Europa tegen te houden, schadelijk is voor Europa en niet in lijn ligt met de historische wortels van het Europese project.

Skoutaris gaf voor Schotland en Noord-Ierland bijvoorbeeld ‘de omgekeerde Groenlandoplossing’. Waarbij Schotland en Noord-Ierland deel zouden blijven van Groot-Brittannië, maar de EU niet zouden verlaten. Zoals Groenland sinds 1985 geen lid meer is van de EEG-EU, maar wel nog onderdeel is van Denemarken. Skoutaris had bij zijn slot nog een belangrijke bedenking: de EU is een samenwerking van staten, geen staat op zich, en dus moeten dergelijke problemen eerst bediscussieerd worden in de staten zelf. Van de soevereiniteit een Europees probleem maken, is geen weg naar een oplossing, integendeel.

Maar dan blijft de vraag wie het recht heeft te beslissen. Zoals onlangs bleek vindt het Duitse Grondwettelijk Hof dat heel Duitsland zou moeten stemmen in een referendum, als Beieren onafhankelijkheid wil. Een standpunt dat ook het Spaanse Grondwettelijk Hof inneemt. De Baskische professor Juanjo Alvarez ging in op de juridische context van die discussies, zonder landen bij naam te noemen. Zijn stelling is dat de wet ten dienste moet staan van de maatschappij, maar geen korset mag zijn dat de maatschappij opsluit in een strikt kader. Alvarez ziet een duidelijk verschil tussen de Angelsaksische rechtstraditie, die vindt dat het recht zich moet aanpassen aan de realiteit, en de continentale traditie die vindt dat de politiek zich moet aanpassen aan het recht. Dat zorgt ervoor dat er geen internationaal juridisch handboek is voor een secessie. Het internationaal recht verbied ook geen onafhankelijkheidsverklaring. Volgens Alvares hangt alles af van diplomatie en recht. Daarbij wordt de EU voorbijgestoken door de VN, de EU kan maar iets beslissen als het nieuwe land een land geworden is, door de goedkeuring door de VN.

Net als Sekouris wijst Alvares de EU op haar centrale waarden. ‘De Eu verdedigt de democratie. Als er bij een onafhankelijkheid geen geweld gebruikt wordt, moet de democratie de democratie dan tegenwerken? Als de uitgeroepen onafhankelijkheid zonder geweld tot stand komt, de uitkomst is van een democratisch proces, het handvest van de VN niet wordt geschonden en er geen geweld wordt gebruikt om grenzen te wijzigen, is er nog nooit een onafhankelijkheid illegaal verklaard door de VN.’ Ook hier is de conclusie onafwendbaar: het recht om te beslissen is een politiek concept eerder dan een juridisch concept. Er is volgens Alvares geen voorbeeld in de geschiedenis van een puur juridische onafhankelijkheidsverklaring, het is altijd een politieke beslissing.

Met die discussie zijn we heel dicht tegen de bekende ‘Vuye-doctrine’, dat onafhankelijkheid er enkel kan komen door buiten de grondwet te treden en dat achteraf te legaliseren. Zoals alle grote hervormingen van het Belgische systeem gebeurd zijn door buiten de grondwet te treden.

Conclusie

En dus? Dus blijft het een politieke strijd, op welk niveau dit beslist moet worden. Volgens de Europarlementsleden moet de EU het opnemen voor het beslissingsrecht van de burger in plaats van het beslissingsrecht van de hoofdsteden. De naties die naar onafhankelijkheid streven moeten dat politiek én diplomatiek goed voorbereiden. Daarin spelen enkele staten binnen de VN een cruciale rol, het zal nodig zijn het verzet van die staten te doorbreken om erkend te worden.

Onmogelijk is het niet, maar makkelijk evenmin en er is zeker nog een lange weg te gaan.

 

Foto © Reporters

Dit artikel kadert in het project ‘Soevereiniteitsbewegingen in Europa’ dat tot stand komt met de steun van de Vlaamse overheid.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties