JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Onmondig Vlaanderen

Theo Lansloot11/10/2016Leestijd 5 minuten

De Grote Van Dale omschrijft “onmondig” als “niet of nog niet in staat om zichzelf te regeren” of als “onbekwaam”.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De recente heisa over de vraag of de N-VA Vlaams-nationalistisch nog wel zuiver genoeg op de graat is, bewijst helaas eens te meer dat Vlamingen inderdaad niet met politieke macht kunnen omgaan en dus nog niet in staat zijn om zichzelf naar behoren te regeren.

In een van zijn bijdragen op Knack.be daaromtrent schrijft Jean-Marie Dedecker terecht: ‘Zet twee flaminganten samen, dan heb je drie meningen, vier ruzies en straks vijf partijen’. Dat klopt, maar ik zou zelfs verder willen gaan en “flaminganten” vervangen door “Vlamingen”. Het gekibbel blijft immers niet beperkt tot de politiek, maar is vrij algemeen. Eigenbelang primeert vaak op algemeen belang. Recente voorbeelden daarvan zijn twee actuele kwesties. De eerste bestaat in de talrijke door de vakbonden opgezette stakingen. Mede door de voortschrijdende globalisering en de technologische vooruitgang baten die hun leden weinig of niet. Hooguit hebben ze een therapeutische waarde voor de vakbondleiders. Zij gaan wel in tegen het algemeen belang want zij veroorzaken de verdere ontsporing van de economie met als gevolg nog minder banen.

De tweede is de Eandis-affaire waar de betrokken partijen verre van één lijn trokken en sommigen, al dan niet wegens onwetendheid of onbekwaamheid, om de haverklap van gedacht veranderden.

Als toenmalig voorzitter van de partijraad van de N-VA is mij destijds de droeve eer te beurt gevallen, samen met professor Boudewijn Bouckaert, Jean-Marie Dedecker in de partij te mogen verwelkomen om beiden een kwartier later aan de deur te zetten. Het toen nog bijzonder kleine partijtje zat om te overleven in een kartel met de CD&V. De toetreding van Dedecker en Bouckaert stuitte evenwel op een njet van het ACV. Niettemin heeft Dedecker al laten verstaan bij de volgende federale verkiezingen (nog) niet te zullen opkomen, maar wel bij de gemeenteverkiezingen in 2018. Het siert hem dat hij kennelijk het algemeen belang van Vlaanderen hoger schat dan het eigen partijbelang. Federale stemmen voor zijn partij zouden immers grotendeels ten laste van de N-VA komen.

Gemeenschapszin laat staan natiegevoel, zoals bijvoorbeeld in Catalonië of Schotland, ontbreekt haast volkomen in Vlaanderen. Wij zijn niet trots op wat wij zijn, zelfs niet op onze taal die helaas al te vaak geweld wordt aangedaan, ook in de media. Dit is weliswaar niet alleen zo in Vlaanderen, maar hier is het gebrek aan natiegevoel en gemeenschapszin wel bijzonder groot. Elkeen bekommert zich om zijn eigen klein of groot gelijk en dit vooral ten aanzien van de overheid.

Historisch is dit te verklaren, maar het is hoog tijd om er wat aan te doen. Sedert de eerste scheiding van de Nederlanden na de val van Antwerpen in 1585, heeft het Nederlandstalig deel van de Zuidelijke Nederlanden wat nu Vlaanderen is, geen bestuurders meer gehad voor wie natievorming of zelfs maar gemeenschapszin het doel was. Terecht was de overheid toen dan ook meestal de boeman. Een uitzondering was Willem I, koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Helaas hield dit slechts van 1815 tot 1830 stand. Vooral sinds 1830 was Vlaamse natievorming voor de nieuwe bewindhebbers volledig taboe. Zij deden er dan ook alles aan om dat te voorkomen en zijn daar ook wonderwel in geslaagd.

Vrijwel geen van de traditionele media speelde en speelt op dat punt een positieve rol. Die media zweren nog steeds bij het Belgisch staatsverband. God mag weten waarom. Als het aan het Belgische establishment had gelegen zouden zij immers gewoon niet bestaan. De inwoners van Vlaanderen die tot zowat na wereldoorlog II echt meetelden lazen uitsluitend Franstalige kranten en schreven ook in het Frans, à la Emile Verhaeren, Maurice Maeterlinck en Georges Rodenbach om er maar enkele te noemen. De VRT brengt nu het programma “Escaut” waarin Fransprekend België allicht weer een bevestiging vindt van de brief die Jules Destrée op 22 augustus 2013 aan de koning stuurde: ‘Sire, ils nous ont pris la Flandre’.

Zelfs binnen de enkele echt Vlaamse media meen ik soms enige aarzeling en onenigheid binnen de redactie te hebben bespeurd.

Een van de voormalige voorzitters van de Vlaamse Volksbeweging (VVB), Eric Defoort, heeft onlangs omtrent het vermeende gebrek aan Vlaamse overtuiging bij de N-VA uiterst belangwekkende beschouwingen neergepend. Knack publiceerde ze op 23 september. Hij kijkt met stijgende verbazing naar het meeslepende melodrama binnen de Vlaamse beweging en nuanceert de paniek op de strategie van de N-VA. Hij stelt zich ook vragen bij de plotse opstoot van flamingantisme in onze media die vroeger de VVB meestal als een irrelevante club enggeestige schreeuwers afdeed. De reden van die plotse bekering ziet hij omdat ze aldus “de flaminganten” konden gebruiken om de N-VA te treffen.

Hij wijst er ook op hoe politicoloog Bart Maddens (KU Leuven), zich “gechoqueerd” voelt omdat de N-VA nu van plan is te doen wat hij zelf in 2009 had verkondigd: Vlamingen moeten demandeurs de rien worden.

Als voorzitter van het ANV in Vlaanderen heb ik destijds professor Hendrik Vuye als spreker uitgenodigd. Hij had toen in Vlaanderen nog niet veel naam. Ik heb hem leren kennen als een bijzonder aardig man en een onderlegde hoogleraar staatsrecht die door zijn studenten aan de Franstalige universiteit in Namen op handen werd gedragen. Zijn Vlaamse overtuiging staat buiten kijf. Hij stamt uit Ronse dat haast Renaix was geworden. De maatschappelijke elite van de stad was na 1830 immers sterk verfranst.

Alhoewel hij een hele tijd na Wereldoorlog II is geboren, blijft de executie van burgemeester Leo Vindevogel (1941-1944) Professor Vuye achtervolgen. Vindevogel deed veel om de status van het Nederlands in zijn stad te verhogen. Auteur Pieter Jan Verstraete schreef de eerste biografie van Vindevogel. Het werk leest als de kroniek van een wraakmoord waarin stadssecretaris Robert Delobel een bepalende rol speelde. Bij de boekpresentatie op 25 september 2013 hield professor Vuye een striemende toespraak. Hij zei letterlijk: ‘Ik heb het boek niet alleen als voormalig Ronsenaar gelezen, maar ook als jurist. Dit was geen proces, maar een gerechtelijk misdrijf. Ik aarzel niet om te zeggen dat er bloed kleeft aan de handen van de Belgische justitie.’

Vuye en zijn collega Veerle Wouters in ‘Objectief V’, de N-VA-denktank die moet uitstippelen hoe Vlaanderen via een confederaal België tot een eigen staat komt, oordeelden dat dit proces sneller moest gaan. Het is hun goed recht hoe onrealistisch maar wel begrijpelijk ook.

Op 21 september 2016 wees Noël Slangen in De Standaard op de misvatting dat N-VA-voorzitter De Wever de partijstatuten overboord had gegooid. Hij onderstreept dat De Wever, meer dan veel van zijn partijgenoten, beseft dat er bij de burger vandaag geen draagvlak is voor Vlaamse onafhankelijkheid. Hij wil het huidig succes van de N-VA gebruiken om de macht te verankeren voor de toekomst. De gemeenteraadsverkiezingen in 2018 zijn van groot belang. Als de N-VA er dan in slaagt om haar electorale macht te consolideren en te verankeren, is dat veel belangrijker op de weg naar Vlaamse onafhankelijkheid dan het sussen nu van de Vlaamse beweging. De vraag is echter of De Wevers langetermijnstrategie met het ongeduld van zijn achterban te rijmen valt. Slangen besluit met het oordeel dat ijzeren partijdiscipline en onvoorwaardelijk vertrouwen in de partijleider onontbeerlijk zijn om deze langetermijnvisie te verwezenlijken.

In een open brief aan alle partijleden zette voorzitter De Wever op 21 september 2016 de puntjes op de i: de N-VA blijft vastberaden in haar Vlaamse overtuiging. Haar eerstvolgende stap op de weg naar een onafhankelijk Vlaanderen is het confederalisme waartoe het partijcongres in 2014 besliste. Dit betekent dat Vlaanderen en Wallonië zo vlug mogelijk elk hun eigen weg gaan en beslissen wat zij nog gemeenschappelijk willen doen. Wanneer die eerste stap er komt zal van de kiezer afhangen.

In De Standaard van 22 september stelt Doorbraak-hoofdredacteur Pieter Bauwens terecht dat Bart De Wever een politicus is zoals er hier te lande niet veel zijn en dat het einddoel van de N-VA om via confederalisme tot Vlaamse zelfstandigheid te komen nu wel voor iedereen duidelijk moet zijn, ook voor de VVB.

De VVB heeft inmiddels Peter De Roover uitgenodigd voor een samenkomst met belangstellende leden om het standpunt van de N-VA en zijn verklaringen daaromtrent nader toe te lichten. De Roover heeft die uitnodiging aanvaard. Na zijn op 14 oktober geplande uiteenzetting zal hij vragen uit het publiek beantwoorden. Het vredesproces schijnt dus ingezet en komt hopelijk tot een goed einde.

Bart De Wever is een doorzetter en niet vlug van zijn stuk te brengen. Toch passen alle feitelijk gelijkgezinden er beter voor op om het een eerlijk en uitzonderlijk begaafd politicus van het kaliber van Bart De Wever niet al te gortig te maken. Diep ontgoocheld zou hij uiteindelijk toch wel eens voortijdig kunnen afhaken. Dan zou het einddoel pas echt de mist ingaan.

 

Theo Lansloot is oud-ambassadeur

 

Foto: © Reporters

Theo Lansloot (1931 -2020) was licentiaat handels- en financiële wetenschappen. Hij was als ambassadeur op rust publicist bij verschillende media. Door zijn professionele achtergrond was hij welbeslagen inzake diplomatie en internationale politiek. Ook volgde Theo de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen op de voet.

Commentaren en reacties