JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Een ontmoeting met Pari – kerstessay

Luc Broes25/12/2017Leestijd 5 minuten

foto © Luc Broes

Luc Broes haalt herinneringen op aan een reis naar Cambodja die zeventien jaar later nog sporen nalaat. Een verhaal van hoop in deze donkere dagen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

November 2000

Het wordt winter in Europa. Ik verlaat de geborgenheid van mijn loft in Brugge, neem mijn rugzak en ben weer op weg naar mijn geliefde Zuidoost-Azië. Het regenseizoen loopt er nu ten einde en het wordt koud volgens de inwoners. Dat wil zeggen dat de temperatuur voor ons stilaan aangenaam wordt.

Phnom Penh herstelt zich langzaam van de verschrikkingen van Pol Pot en de Rode Khmer, toen kennis van een vreemde taal of een bril op de neus een doodsvonnis betekenden. In de winkelstraten is reeds alles te krijgen. Er zijn heel wat vriendelijke, kleine en familiale hotelletjes waar reizigers met rugzak een onderkomen vinden, maar ook afschuwelijk dure toeristenpaleizen waar men naamloos verwend wordt door diep buigend personeel, terwijl iets verder sukkelaars overleven in primitieve tenten.

Frankrijk tracht tevergeefs en met veel geld het Frans opnieuw ingang te doen vinden, ook aan de universiteit. Veel verder dan Franse broodjes en hier en daar een Frans opschrift geraakt men niet. Iedereen wil Engels.

Een typische zondagavond

Vooral op zondagavond wandelen honderden mensen rustig langs de oevers van de brede Mekong. Bij de Boeddhatempel maken monniken in saffraankleurige pij muziek en branden geurige wierookstokjes. Handkarretjes brengen voedsel aan en men rolt raffiamatten open waarop de hongerigen plaats nemen. Aziaten zitten even gemakkelijk op de grond als wij op een comfortabele stoel.

Slachtoffers van landmijnen krijgen de kruimels. Een meisje van zeven, met haar jong broertje zonder armen of benen in een wagentje, is op dagelijkse bedeltocht. Ze krijgt vijf dollar en denkt dat die vreemde man zich zeker vergist heeft. Op het terras van de deftige restaurants waar ze niet lastiggevallen worden, slaan gegoede toeristen van op veilige afstand alles gade.

Siem Reap

’s Morgens neem ik de speedboot naar Siem Reap, het dorp nabij de wereldberoemde tempels van Angkor. Het is een lange tocht op de Mekong, en dus kruipen de meeste rugzakreizigers bovenop het dak van de boot. We hebben er een prachtig uitzicht over de wijde omgeving en trotseren de brandende zon en de hevige wind. Een lekkere baguette met ‘La Vache Qui Rit’ is een vage herinnering aan de koloniale tijd. Na vijf uur doemt in de verte de hoge rots op waar tientallen jonge motorfietsers wachten om ons naar een guest house te brengen, ergens in Siem Reap: ‘Very clean, very cheap!’

In het dorp zijn tientallen zeer eenvoudige guest houses waar we een onderkomen vinden. Ze worden meestal uitgebaat door ondernemende Cambodjanen voor wie het toerisme een goede broodwinning betekent. Men ontmoet er andere reizigers en wisselt ervaringen uit.

Tocht naar de tempels

’s Morgens ben ik vrij vroeg op. Ik kan een fiets huren en zo langs rustige wegen in de weldoende schaduw van hoge bomen de tempels bezoeken. Op een 5 kilometer van het dorp ligt de eerste tempel. Verderop liggen er nog andere, verspreid over een zeer grote oppervlakte. Vele tempels bestaan uit een heel complex waar men wel uren kan doorbrengen.

Het is niet mijn eerste bezoek en ik beperk me tot de voornaamste tempels, de Angkor en de Bayon. Beperken is niet het juiste woord, want men geraakt er niet op uitgekeken. Toevallig bezoek ik ook de kleine Chau Say Tevoda tempel die door een tiental nijverige Chinezen hersteld wordt.

Ik herinner me nog enkele woorden Chinees die ik leerde tijdens mijn verblijf in Shanghai, en stel tevreden vast dat ze me begrijpen. De Chinezen hebben eerst twee jaar gewerkt aan opmetingen en plannen. Nu volgt nog vijf jaar voor de uitvoering. Samen zeven jaar voor één kleine tempel en er zijn honderden grote tempels! Het verval en de verwering zijn echt niet bij te houden.

Pari

Een jong meisje komt me vragen of ik na mijn bezoek iets kom drinken aan haar kraam. In de buurt van alle tempels worden postkaarten, weefsels en drankjes verkocht. Er zijn meer verkopers dan kopers en elke klant telt. Als het meevalt verdienen ze één, mogelijk twee dollar per dag.

De tempels zijn mooi, maar mensen ontmoeten is nog iets anders, zeker als ze soms wat Engels praten. Dat is niet vanzelfsprekend in dit onthoofde land. Het meisje heet Pari, een naam om niet te vergeten (mijn dochter woont nabij Parijs). Ze is knap en opgewekt, spreekt behoorlijk Engels, is helemaal niet beschaamd maar ook niet vrijpostig. We hebben een lang en aangenaam gesprek over de tempels, over de Chinezen die daar aan ’t werk zijn en over haar familie die wat verder woont. De laatste tijd is het rustig in Cambodja. Er komen dus meer bezoekers en dat is natuurlijk het belangrijkste.

De vriendinnen staan er in een kring rond met grote ogen. Ze vragen zich verwonderd af wat Pari en die onbekende man allemaal te vertellen hebben. Ik vraag me benieuwd af waar zo’n bloem van een kind wel vandaan komt en opgroeide. Ze is aangenaam verrast omdat ik graag haar familie wil leren kennen, en dezelfde namiddag fietsen we er samen op af.

In het meest schamele hutje van het gehucht woont het gezin van Pari: vader, moeder en vier kinderen. Een houten vloer van 5 op 5 meter, met de buitenwand en het dunne dak uit handgeweven palmbladeren. Verder enkele potten en pannen, en een emmer drinkwater. En dat is alles. Als ze één tiende bezitten van het speelgoed van één van mijn kleinkinderen zijn ze rijk. De vader zit er klein en verlegen bij en begrijpt het niet, maar met de moeder heb ik oogcontact. Ze is duidelijk opgetogen dat haar flinke, oudste dochter zo een hoog bezoek heeft meegebracht, en dat alles onder het oog van de nieuwsgierige buurvrouwen!

Geert

s’ Avonds in het dorp ontmoet ik toevallig Geert, afkomstig uit Gent. De politieke toestand in het land lijkt nu opgeklaard en toeristen zullen blijven komen. En dus heeft hij de sprong gewaagd en hier in Siem Reap een gezellig hotel-restaurant, Red Piano, geopend. De zaken gaan goed, maar geschikt personeel vinden is niet eenvoudig. Er gaat me een licht op. Als Pari hier een kans krijgt moet ze wellicht niet voor de rest van haar leven postkaarten verkopen aan een dollar per dag. Geert wil haar wel eens zien.

De volgende dag is Pari in de wolken met het voorstel en een uitzicht op een echte baan. We fietsen samen naar haar ouders met de blijde boodschap. Maar ze vertrouwen het zaakje niet. Vooral vader heeft zijn bedenkingen. Hij weet wat er ‘s avonds in het dorp allemaal gebeurt. De aidsepidemie is alarmerend. Zijn jonge dochter moet ’s avonds thuis slapen zolang ze niet getrouwd is. Pari vertaalt met een gelaten, lieve glimlach.

De terugkeer

Van ons luchtkasteel komt niets in huis. Ik ben ontgoocheld en voel me machteloos. Wat heb ik dat kind toch voorgespiegeld! Als Wiedergutmachung geef ik haar 200 dollar die ik toch te veel heb, en neem enkele foto’s. In ruil krijg ik een blauwe katoenen sjaal. Voortaan is ze mijn dochter: ‘You have my picture, you have my scarf, I will always be with you!’

Met een mooie maar pijnlijke herinnering neem ik afscheid. Als ik echter een paar weken later thuis kom ligt een blijde brief uit Cambodja op me te wachten: ‘You will be happy when you read this letter. I don’t work at the temple, I work at the Red Piano Restaurant and I can support my family.’ Getekend: ‘your daughter Pari.’

Vader is tevreden en gerustgesteld, want ze werkt van 7.00 tot 17.00 u en is thuis voor het donker wordt. Enkele weken later krijg ik een e-mail van Geert. Pari is kassierster en doet het zeer goed.

Ik voel me een koning te rijk.

November 2017

Tijdens de daaropvolgende jaren zat Pari niet stil. Ze volgde ijverig cursussen Engels, leerde werken met de computer en studeerde toerisme. Ze kocht haar eerste brommer. Ze werkte later in de personeelsafdeling van het befaamde Grand Hotel d’Angkor en doet nu ervaring op bij een NGO. Een hartverwarmend succesverhaal!

Ik heb Pari nog enkele malen bezocht, een keer samen met mijn dochter Sabina toen de nieuwe paalwoning die ik er hielp bouwen afgewerkt was. Zo kon ze zien en ervaren wat haar vader zo allemaal overkwam toen hij op zijn eentje de wijde wereld introk. Ze schonk haar ‘zuster’ Pari een rode T-shirt met de Eiffeltoren van Paris.

Een paar jaar later meldt ze me trots dat ze een eigen zaak, ‘Little Pari’, heeft geopend. Vermoeide toeristen genieten er ’s avonds na een bezoek aan de tempels van een drankje. We wisselen nu nog af en toe een e-mail uit. Afscheid nemen doen we niet!

Luc Broes is ingenieur op rust. Hij komt uit een gezin van 13! Werkte lange tijd in Zuid-Afrika, Ivoorkust, China en 36 andere landen waar olie en gas verwerkt worden. Hij is geen onverschillig toeschouwer.

Commentaren en reacties