JavaScript is required for this website to work.
post

Oorlog en vlucht als déjà-vugevoel

Journaliste schreef over cultuur en verloren gegane heimat

Dirk Rochtus4/8/2022Leestijd 3 minuten
Journaliste Maria Frisé (1926-2022).

Journaliste Maria Frisé (1926-2022).

foto © Schermafbeelding YouTube

Journaliste Maria Frisé maakte het allemaal mee: vlucht uit de heimat op het einde van WOII en start van een nieuw leven in de Bondsrepubliek.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op de dag van je huwelijk op de vlucht moeten slaan voor een vijandig leger, het overkwam Marie Frisé op 18 januari 1945. Het werd het begin van een nieuw leven. De jonge vrouw uit een adellijk geslacht zou later als journaliste aan de slag gaan bij de Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ).

In de laatste winter van de Tweede Wereldoorlog was het Rode Leger het oosten van Duitsland binnengerukt. De val van het Derde Rijk was nog maar een kwestie van een paar maanden. Honderdduizenden Duitsers sloegen op de vlucht uit de oostelijke provincies van het Reich, uit Oost-Pruisen, Pommeren en Silezië (lees hierover). Vanaf april 1945 zouden er nog eens meer dan tien miljoen verdreven worden, waaronder ook ‘Volksdeutsche’ uit Centraal- en Oost-Europa.

Adellijk geslacht

Maria von Loesch, zoals ze met haar meisjesnaam heette, en nog maar net negentien jaar geworden, was een van die vluchtelingen. Ze stamde uit het geslacht van de graven van Zedlitz und Trützschler. Haar oom was Erich von Manstein (1887-1973), de veldmaarschalk die de Duitse troepen leidde tijdens de Slag om Koersk in juli 1943, de grootste tankslag ooit aan het oostfront. Ze groeide op in Breslau en  Lorzendorf (thans het Poolse Woskowice Małe) in Neder-Silezië.

Het leven van Maria Frisé (zoals ze na haar tweede huwelijk heette) weerspiegelt een groot gedeelte van de Duitse geschiedenis sinds de jaren ’30. Na een onbekommerde jeugd op het adellijke landgoed van Lorzendorf volgde samen met haar kersverse echtgenoot de vlucht in etappes naar het noordwesten van Duitsland. En dan de moeilijke integratie in een omgeving die al genoeg vluchtelingen te slikken had gekregen. Sleeswijk-Holstein aan de grens met Denemarken telde driemaal zoveel mensen als voor de oorlog. De gezichten van de oorspronkelijke bewoners werden stuurser, schreef Maria Frisé in het artikel Ein Volk auf der Flucht (FAZ, 30 april 2020).

Economisch mirakel

Het ‘Wirtschaftswunder’, het economische mirakel, van de prille Bondsrepubliek in de jaren ’50 had ook zijn weerslag op het wel en wee van haar burgers. Haar echtgenoot Hans-Conrad Stahlberg ging er volop in mee, bouwde onverdroten mee aan een economisch welvarende republiek. Maria Stahlberg zelf wilde meer haar geestelijk-literaire interesses nagaan. De vervreemding sloeg toe, de scheiding volgde.

Maria leerde de journalist en schrijver Adolf Frisé kennen. De beiden huwden en zo nam Maria naar Duitse gewoonte de naam van haar tweede echtgenoot aan. Maria Frisé werkte samen met hem aan de eerste grote uitgave van het verzamelde werk van de Oostenrijkse schrijver Robert Musil (bekend van de monumentale roman Der Mann ohne Eigenschaften). Ze legde zich ook toe op journalistiek werk voor de radio en verschillende kranten. Van 1968 tot aan haar oppensioenstelling in 1991 schreef ze voor het Feuilleton, de culturele katern, van de Frankfurter Allgemeine Zeitung.

Op bezoek bij de muzen

Ook daarna bleef ze nog bijdragen leveren voor die Duitse kwaliteitskrant. Nog in haar laatste levensjaar — ze werd 96 — publiceerde ze zeven artikels in de FAZ. Haar bijzondere aandacht ging uit naar de geschiedenis van Pruisen, uiteraard ook omdat ze er middels haar eigen adellijke familie mee verbonden was geweest. Haar boeken Eine schlesische Kindheit (‘Kinderjaren in Silezië’) uit 1990 en Meine schlesische Familie und ich (‘Mijn Silezische familie en ik’) uit 2004 leggen daar getuigenis van af.

Op 14 oktober 2021 publiceerde ze in de FAZ nog een artikel over ‘märkische Musenhöfe’. Dit zijn ‘Schlösser’ (kastelen) die ten tijde van de grote Pruisische koningen gebouwd werden in de ‘Mark Brandenburg’ en waar talrijke dichters en denkers het gezelschap van de muzen zochten.

Actualiteit

De oorlog van Rusland tegen Oekraïne en de daardoor teweeggebrachte vluchtelingenstroom van Oekraïners betekenden een schok voor de grote oude dame. Een déjà-vugevoel moet haar overvallen hebben. Niet voor niets betitelde ze haar recensie in de FAZ  (17 mei 2022) van het oorlogsdagboek van de Zwitserse auteur Max Frisch als ‘unerwünschte Aktualität’ (‘ongewenste actualiteit’). Deze woorden van Frisch klonken haar meer dan 80 jaar later weer zo actueel in de oren: ‘Was war uns der Friede, so lange wir ihn hatten’ (‘Wat betekende de vrede voor ons, zolang we haar hadden‘.)

Maria Frisé overleed op 31 juli 2022 in Homburg (in de Duitse deelstaat Hessen). ​

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties