JavaScript is required for this website to work.
post

Oostenrijk pinkt naar rechts

Dirk Rochtus17/10/2017Leestijd 3 minuten
Of Sebastian Kurz de nieuwe Oostenrijkse kanselier wordt of niet, de politiek
ligt er in een rechtse plooi.

Of Sebastian Kurz de nieuwe Oostenrijkse kanselier wordt of niet, de politiek ligt er in een rechtse plooi.

foto © Reporters

In Oostenrijk behalen partijen succes die een strengere migratiepolitiek voorstaan en de nationale soevereiniteit binnen de Europese Unie verdedigen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ook personen maken geschiedenis. Sebastian Kurz, de 31-jarige minister van Buitenlandse Zaken van Oostenrijk, is er het levende bewijs van dat de gang der dingen niet alleen door structuren wordt bepaald. Sinds hij in mei van dit jaar de macht binnen de ÖVP, de partij van de Oostenrijkse conservatieven, naar zich toe had getrokken, kon hij beginnen werken aan zijn dromen om via vervroegde verkiezingen de Alpenrepubliek te veranderen.

Als hij inderdaad na de verkiezingsoverwinning van zijn voor de gelegenheid in ‘Liste Kurz’ omgedoopte partij de jongste bondskanselier ooit van Oostenrijk wordt, zou hij al een goed stuk in die richting opgeschoten zijn. En die richting wijst naar rechts. Nieuw is dat, zoals de verkiezingsuitslagen suggereren, de conservatieven van Kurz van wal zouden kunnen steken met de rechts-populisten van de FPÖ, de ‘Freiheitlichen’ zoals ze zichzelf noemen.

Vernieuwingsdrang

Een grote coalitie van conservatieven (ÖVP) en sociaaldemocraten (SPÖ) is ondenkbaar na alles wat er zich in de vorige regeerperiode aan spanningen had opgehoopt tussen beide. Bovendien willen ook de kiezers niet meer weten van iets wat symbool staat voor het oude systeem. Van de 29 regeringen die de Republiek Oostenrijk sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog tot nu toe heeft gekend, waren er 20 gevormd door een samengaan van ÖVP en SPÖ, goed voor tijdspannes van in totaal 48 jaren.

Dat leidde tot een ‘concordantiedemocratie’ waarbij de groten de lakens onder elkaar verdeelden en stilstand en stabiliteit het haalden op vernieuwingsdrang. Sebastian Kurz vertolkt nu het verlangen van veel mensen naar het nieuwe — hij neemt voortdurend het begrip ‘verandering’ in de mond — en belichaamt dat ook als jonge, dynamische politicus die weet wat hij wil en zegt wat hij denkt. Oostenrijk doet het economisch goed en dat wil Kurz zelfs versterken door nog meer economische hervormingen in liberale zin. Ook de FPÖ als vermoedelijke coalitiepartner maakt gewag van afbouw van het overheidsbeslag op zowel het federale als het deelstaatniveau.

Migratie

Het economische thema is natuurlijk niet het enige waar ÖVP en FPÖ elkaar kunnen vinden. De verkiezingen draaiden vooral rond dat ene thema dat vele lidstaten van de Europese Unie (EU) in zijn greep houdt, namelijk dat van migratie en asiel en meer bepaald ook de islamitische achtergrond van vele vluchtelingen en asielzoekers. Kurz had zich al in zijn functie als minister van Buitenlandse Zaken gepositioneerd als hevig criticus van het islamitische Turkije als EU-kandidaat-lidstaat en tijdens de verkiezingscampagne ging hij verder op die weg door te pleiten voor inperking van de vluchtelingenstroom en van sociale uitkeringen voor vluchtelingen.

Hij hoefde niet onder te doen voor Heinz-Christian Strache, de voorzitter van de FPÖ. Dat alles viel in de smaak van de kiezer. De ‘Rechtsruck’, het opschuiven naar rechts, is nu een feit in Oostenrijk. Dat zal zeker ook gevolgen hebben voor het naburige Duitsland, waar de antimigratiepartij Alternative für Deutschland (AfD) bij de verkiezingen van drie weken geleden met 12,6% in de Bondsdag geraakte. De CSU, de Beierse zusterpartij van de CDU van Angela Merkel, zal nu bij de Duitse regeringsonderhandelingen nog meer hameren op een strenger migratiebeleid om haar rechterflank te kunnen afdekken.

Europa en natiestaat

Voor Europa heeft de Oostenrijkse verkiezingsuitslag ook gevolgen, mocht hij leiden tot een ‘Ostruck’, een opschuiven naar ‘het oosten’, in feite Centraal-Europa. Strache had al een lans gebroken voor nauwere samenwerking van Oostenrijk met de staten van de Visegradgroep, met name Tsjechië, Slovakije, Polen en Hongarije. Die houden er ook een zeer streng migratiebeleid op na en willen niet weten van een ‘herverdeling’ van vluchtelingen zoals Merkel het graag zou zien. Voor de Duitse bondskanselier die in eigen land zelf moet onderhandelen met eurosceptische liberalen, is het sowieso al moeilijker geworden om mee te gaan met de ambitieuze plannen van de Franse president Emmanuel Macron voor een meer geïntegreerde EU.

Met een Centraal-Europees blok dat de idee van de natiestaat hoog in het vaandel voert, is een Europese federale staat of superstaat verder weg dan ooit. Vele mensen willen hem ook niet. Het zijn niet alleen economische motieven die aan de basis van hun stemgedrag liggen, maar eerst en vooral de zorg om het behoud van de culturele identiteit binnen hun staat en maatschappij, en de EU lijkt hen daar te weinig om te geven. Kurz bekent zich tot Europa, maar het is een EU waar de soevereiniteit van de lidstaten nog iets moet te betekenen hebben.

(Dit artikel verscheen eerder op de webstek van ww.vrtnieuws.be.)

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties