JavaScript is required for this website to work.
Media

Op het plein van de democratie

Johan Velghe13/1/2015Leestijd 3 minuten

Joghan Velghe staat stil bij de afgelopen dagen. Met vragen voor wie opkwam voor de vrije meningsuiting en voor wie dat niet deed. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het was eerst gepland op de Grote Markt aan de voet van hét vrijheidssymbool: het oudste belfort in de Nederlanden en bij het standbeeld van de humanist Dirk Martens, die de verspreiding van vrije meningsuiting effectief uitdroeg. Finaal werd in Aalst om praktische redenen de eerder geplande jaarlijkse corrida voor een Je suis Charlie-moment ingeruild. Men kwam bijeen op hét Aalsters, zeg maar Vlaanderens, plein van de democratie. Daar waar Adolf en Pieter Daens ooit woonden, werkten en militeerden voor algemeen stemrecht, rechtvaardigheid en volksverheffing. Zinvol en symbolisch. Zeer zeker.

Er kan nauwelijks genoeg beklemtoond worden dat er nooit één enkele reden kan aangevoerd worden om te moorden. Dat hoorden we duidelijk in alle toespraken. Evenmin ligt er een reden voor het oprapen opdat iemand zijn mening niet zou mogen uiten. Dat hoorden we even duidelijk, zij het niet even fors in alle toespraken. En wat dekte het bij herhaling gehanteerde begrip ‘extremisme’? Moord, geweld, intimidatie, broodroof, wat menselijkheid neerhaalt en vrijheid beknot, dat is extremisme. Op het afwijzen kan noch mag een rem staan. Radicaal.

Daens was een extremist in de ogen van zijn tegenstanders, een onruststoker, een dissident. Hij werd gesard, uitgesloten door zij die het status-quo en de middelmaat predikten. Moeten we niet radicaler ageren tegen samenlevingslethargie? Mag het weerwerk tegen de consumptieopdringerigheid wat extremer worden?

Opmerkelijk was de snelle reflex van het Aalsters stadsbestuur om in de hoofdstad van spot en satire een rouwregister voor de slachtoffers te openen. Opmerkelijk omwille van de invalshoek: carnaval. ‘Nergens anders in Vlaanderen wordt zo enthousiast gebruik gemaakt van humor, spot en zelfrelativering. Die maken ontegensprekelijk deel uit van een vrije samenleving’, stelde burgemeester Christof D’Haese.

Al even uitstekend dat woordvoerders van moslimgemeenschappen present waren. De bestuurder van de Turkse moskee sprak concrete en duidelijke taal, zo ook de vertegenwoordiger van de Belgisch-Marokkaanse Vereniging. Maar dit belette niet dat ik ook de afwezigen zag. Zo’n honderdveertig Aalstenaars vonden het waard om voor recht op leven, vrijheid van gedachten en meningsuiting vroegtijdig hun zondagse middagtafel te verlaten. 82.860 niet.

Een vertegenwoordigster van de Marokkaanse gemeenschap – zij stelde zich niet voor, tenzij als moslima, verstond het om in ’t Frans te speechen. Doe eens wat meer moeite om in dialoog te gaan, waarvoor dr. Jef De Loof van het Vredeshuis pleitte. Hoffelijkheid gebood me om aandachtig te luisteren. Wat ik deed. Maar helemaal eens met haar slotbetoog over God was ik niet, met haar ‘officieel’ taalgebruik allerminst. Dat is mijn recht van vrije meningsuiting.

Bestookt aan alle zijden met meningen en commentaren, onthoud ik inzonderheid deze van Marina di Massa, de weduwe van cartoonist Stéphane Charbonnier (Charb): ‘Diezelfde mensen die nu achter het vaandel Je suis Charlie lopen, verweten mijn man enkele weken geleden nog islamofoob en racist te zijn.’ Charlie Hebdo liep niet in de pas van het politieke correcte denken. Zouden zondagnamiddag in de Parijse straten de veertig staatshoofden daar ook aan gedacht hebben? Of de VRT-journalisten die bij het opsteken van loftrompetten over satire en anti-establishment het in de voorbije dagen maar niet uit de strot kregen dat Vlaanderen bijna zeventig jaar ’t Pallieterke kent en het alleen maar hadden over het decennia geleden ter ziele gegaan weekblad De Zwijger. Jaren later liep ik nog verweesd rond met een T-shirt van De Zwijger, dat geheel terzijde, maar doodzwijgen is uitsluiten en het ontnemen van het recht op vrije meningsuiting. Meer, journalistiek incorrect. Je hoeft het niet eens te zijn om deontologisch correct te zijn.

Ik hoorde en las andere verklaringen die balsem streken over mijn door de barbaarsheid gekwetste hart. Verklaringen en oproepen van familieleden van de slachtoffers, van de vermoorde politieman Ahmed. Verklaringen van de moeder en de zus van de moordenaar in het Joodse warenhuis. Verklaringen die geloof in menselijkheid opkrikken. Verklaringen van zij die Charlie Hebdo, geheel en al doordrongen van Frans staatsnationalisme, ook op de korrel nam: de regionalisten en onafhankelijksvoorstanders in Bretagne, Baskenland, Elzas, Occitanië, Catalonië. Zij huldigden de vrijheid om van mening te verschillen. Met grofgebektheid, Charlie Hebdo eigen, maar in vanzelfsprekende vrijheid.

‘Ik zal uw ideeën altijd en overal bestrijden, maar zal er alles aan doen opdat u uw ideeën kunt uiten.’ Vrij naar wat blijkbaar ten onrechte aan Voltaire wordt toegeschreven. Dat schiet me dezer dagen door het hoofd.

Het is goed dat mensen, veel mensen bijeenkomen om stil te staan bij de elementaire pijlers die samenleven mogelijk maken. Maar de recuperatie is al een feit. Nog sneller dan toen de volkswoede zich uitte in witte marsen. Het establishment, dat schuldig is aan schuldig verzuim in de voorbije decennia en jaren, praaide meteen de verontwaardiging en de emotie. Wil iemand me uitleggen wat Mariano Rajoy, Serge Lavrov, Benjamin Netanyahu en andere Camerons in de Parijse betoging deden? Stuk voor stuk obstakels voor democratie.

 

De auteur is voorzitter van het Priester Daensfonds.

 
Foto (c) Reporters
Categorieën
Personen

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties