JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Open brief aan Jean-Marie Dedecker

Sam van Rooy17/1/2017Leestijd 6 minuten

De verliezer in de discussie rond Abou Jahjah is de waarheid inzake Israël

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In zijn wekelijkse opinie in Knack schrijft Jean-Marie Dedecker dat ‘Dyab Abou Jahjah en Guy Verhofstadt de verliezers van de week zijn’.

De verliezer is niet zozeer Abou Jahjah, maar de waarheid inzake Israël. Dedecker maakt het in zijn stuk nog bonter dan de mainstream media, die steevast uitgaan van het gepalestiniseerde narratief. Zo begint hij met het gelijkstellen van het slopen van huizen van de Palestijnse Jeruzalem-jihadist en zijn familie en naasten, als represaillemaatregel door Israël, met het vermoorden van willekeurige burgers door de SS. Verpulverd beton is gelijk aan onschuldige mensenlevens? Dedecker schrijft dat “de Palestijnen beter verdienen dan de verheerlijking van zelfmoordterroristen door een beroepsprovocateur (Abou Jahjah, SvR)”. Dat Palestijnse jihadisten en hun familie door de Palestijnse Autoriteit van Abbas, door Hamas en door een groot zo niet het grootste deel van de Palestijnse bevolking als heldhaftige martelaars worden geëerd, zowel op cultureel als financieel vlak, wordt door Dedecker gemakshalve genegeerd.

Nog valser is de gelijkstelling van de nazi-bezetting met de zogenaamde ‘bezetting’ door Israël. Er is namelijk helemaal geen sprake van ‘door Israël bezet gebied’. Ten hoogste kan men spreken van betwist gebied, maar daarvoor moet men de geschiedenis kennen en niet afgaan op het gepalestiniseerde – i.e. geïslamiseerde – verhaal dat men (pas) laat beginnen in 1948. Waarom de zogenaamde ‘internationale gemeenschap’ en met name de VN dat valse narratief hebben overgenomen, is een geschiedenis op zich die veel te maken heeft met de oliecrisis in de jaren zeventig, toen het Westen besliste om in ruil voor olie de islamisering vrij spel te geven. Daarvoor moet men Bat Ye’or lezen.

Over de zogenaamde ‘bezetting’: ik zou kunnen teruggaan naar het Verdrag van San Remo, waarmee Israël eigenlijk al in 1920 werd gesticht met de steun van 51 landen. Het was een officiële internationale bevestiging van de Balfour-verklaring van 1917, waardoor de Joodse staat heel de zogenaamde ‘Westbank’ en ook het huidige Jordanië omvatte. In 1922 werd het grootste oostelijke deel (maar liefst 77 procent van het totale grondgebied) weggeschonken aan ‘trans-Jordanië’, het huidige Jordanië, en de Golan-hoogte werd weggeschonken aan Syrië, toen nog Frans Mandaatgebied. De Verklaring van San Remo werd echter nooit herroepen.

Vóór 1948 had de ‘Westbank’ geen erkende soeverein. Na het in 1948 uitroepen van de staat Israël vielen Egypte, Syrië, Libanon, Irak, Jemen, Saoedi-Arabië en Jordanië Israël aan. Dat was een door de Arabieren opgestarte vernietigingsoorlog waarbij Jordanië erin slaagde de ‘Westbank’ (Samaria en Judea) en Jeruzalem te bezetten. In 1950 doopte Jordanië Samaria en Judea om tot ‘Westbank’. De legaliteit van de Jordaanse bezetting werd toen zelfs door de andere Arabische staten niet erkend.

Begin juni 1967 werd Israël wederom door een Arabische vernietigingsoorlog bedreigd (de zesdaagse oorlog). Om te overleven voerde Israël een offensieve verdedigingsoorlog waarbij de Jordaniërs werden teruggedreven. Hierbij heroverde Israël de ‘Westbank’. Omdat dat gebied vóór de Jordaanse bezetting geen erkende soeverein had, en de Jordaanse bezetting niet als legaal is erkend, geldt de huidige Israëlische aanwezigheid ook niet als bezetting. Van wie zou Israël immers land bezetten? San Remo indachtig is de zogenaamde ‘Westbank’ dus ten hoogste ‘betwist gebied’, net als bij andere soortgelijke casussen zoals West Sahara, Zubarah, Thumbs Island enzovoort.

Ook de Gazastrook gold niet als bezet maar als betwist gebied. In 2005 gaf Israël de Gazastrook terug aan de ‘Palestijnen’, die het middels Hamas hebben omgevormd tot een oorlogszuchtig en achterlijk shariastadstaatje, een soort Islamitische Staat avant la lettre. Het terugtrekken van Israël uit zogenaamd ‘bezette’ gebieden heeft nooit geleid tot minder, maar altijd tot meer jihadistisch geweld. Waarom was er overigens nooit sprake van een ‘Palestijnse staat’ toen de ‘Westbank’ en de Gazastrook bijna 20 jaar lang (tussen 1948 en 1967) in handen waren van respectievelijk Jordanië en Egypte?

Tot slot veroverde Israël tijdens de zesdaagse oorlog in 1967 de Sinaï-woestijn op Egypte. Volgens het internationaal recht mag een staat uit zelfverdediging een gebied tijdelijk bezetten, met name zolang de dreiging – die in eerste instantie tot de bezetting leidde – blijft bestaan. Daarom trok Israël zich in 1978 terug uit de Sinaï-woestijn en kwam het gebied opnieuw in handen van Egypte (dat daar overigens de handen vol heeft met het bestrijden van jihadisten). Tot slot over de Golan-hoogte: omdat er geen vredesbestand is tussen Israël en Syrië heeft Israël het recht de Golan te bezetten, omdat het van fundamenteel strategisch belang is voor de veiligheid van Israël.

Vervolgens schrijft Jean-Marie Dedecker: “Anderhalf miljoen Palestijnen zitten verpauperd opgesloten in Gaza, de grootste openluchtgevangenis ter wereld, geklemd tussen een corrupt islamitisch regime en de Israëlitisch staatsterreur.”

‘Verpauperd’? In zijn columns goochelt Dedecker normaal gezien graag met cijfers, maar hier doet hij dat niet omdat ze weerleggen wat hij beweert. Immers, met name dankzij enorme geldstromen uit het Westen, waar andere regio’s in de wereld alleen maar van kunnen dromen, heerst er in Gaza een levensverwachting gelijkaardig aan Turkije en behoren obesitas, diabetes en andere typische welvaartsziekten er tot de belangrijkste gezondheidsproblemen. Naar Afrikaanse en Arabische maatstaven gemeten is Gaza een luxueus vakantiedorp. Met behulp van de miljarden dollars en euro’s behoort de Gazaanse bevolking tot de snelst stijgende ter wereld.

‘Israëlitisch (sic) staatsterreur’ en ‘openluchtgevangenis’? De veiligheid van de Joodse staat en zijn burgers, zowel de Joodse als de Arabische, staan voorop. Het is omdat Gaza, zoals gezegd, is omgevormd tot een islamitisch terreurstadstaatje waar sharia en jihad heersen, dat Israël er net zoals Egypte alles aan doet om het wapentuig buiten Gaza en de jihadisten binnen Gaza te houden. Israël moet er voortdurend op proberen toe te zien dat geld en beton voor scholen en ziekenhuizen in plaats van voor terreur- en wapensmokkeltunnels en wapenopslagplaatsen wordt gebruikt. Het regime in Gaza is overigens niet alleen ‘corrupt’ – Gaza had al lang het Singapore aan de Middellandse zee kunnen zijn -, maar ook antisemitisch en jihadistisch: lees het handvest van Hamas.

Dan komt Dedecker met een oneliner die in het heersende anti-Israëlklimaat kennelijk niet eens onderbouwd moet worden: “Israël is een apartheidsstaat die de Palestijnen met een kolonisatiepolitiek als Untermenschen behandeld (sic) in hun eigen land.” De waarheid is dat er in ‘apartheidsstaat’ Israël 1,6 miljoen Arabieren (20 procent!) als Israëlisch staatsburger leven, waarvan het merendeel moslim. De meesten zouden voor geen geld van de wereld onder Abbas of Hamas willen gaan leven. Terwijl in Israël Arabieren studeren, werken, stemmen, meedoen aan de verkiezingen, in het leger dienen en allerhande rechten en vrijheden zoals die van religie genieten – kortom: volop de kans krijgen om te participeren – zijn de Palestijnse gebieden Judenrein en worden jonge Palestijnen via onderwijs, media en moskeeën geïndoctrineerd met islamitische Jodenhaat en shariadenken. Bovendien wordt van Palestijnse zijde steeds weer duidelijk gemaakt dat ook in een toekomstige Palestijnse staat geen Joden mogen wonen.

Dedecker: “Bij elke aanslag op de joodse bevolking volgt er een vreugdedansje in Ramallah, en bij elk bombardement op Gaza ontvouwen joodse radicale kolonisten hun stoeltje om te genieten van hun vreugdevuur.” Het fundamentele verschil is: de anti-Israëlische en vaak antisemitische haat wordt gestimuleerd en gepropageerd door de Palestijnse regimes in de ‘Westbank’ en Gaza; de intentie is simpelweg tegengesteld aan die van de Israëlische overheid. Abbas zei het recent nog: “We welcome every drop of blood spilled in Jerusalem.”

Los hiervan is het voor de goede waarnemer zo klaar als een klontje dat wanneer de Palestijnen en bij uitbreiding de oemma de antisemitische haat zouden laten varen en de wapens zouden neerleggen, er vrede zal zijn; wanneer Israël echter de wapens zou neerleggen, dan wordt het van de kaart geveegd. Dat de ellende aan Palestijnse zijde doorgaans schrijnender is dan aan Israëlische zijde, doet hier niets van af en mag niet verhullen dat dit conflict in wezen niet om dat minuscule stukje grond draait. “In de islamitische visie,” laat Wim Kortenoeven in zijn uitgebreide historische werk zien, “is het conflict niet territoriaal, maar existentieel en dus inherent onoplosbaar, zoals dat ook geldt voor het conflict met het Westen.”

Een recente column van Leon de Winter is getiteld: ‘Israël is belediging van de islam’. Hij schrijft daarin: “Het naakte bestaan van Israël, met of zonder ‘bezette gebieden’, is de meest radicale ontkenning van de boodschap van de profeet Mohammed.” In de zogenaamde ‘dar al-islam’ (huis van de islam) kan en mag zich nooit een niet-islamitische staat bevinden, ook al is die maar één zandkorrel groot. De Winter concludeert dan ook terecht dat er alleen maar vrede zal zijn wanneer Israël wordt erkend en dús wanneer de islam revolutionair wordt hervormd.

Het gaat dus niet om bepaalde grenzen of nederzettingen, dat zijn afleidingsmanoeuvres, het gaat om de Joodse staat zélf. De jihadistische intenties zijn helder voor eenieder die in plaats van het gefilterde nieuws in West-Europa de Arabische en Palestijnse media volgt. Theoloog Hans Jansen verwoordt het als volgt: “Israël wil graag bestaan en de rechten van de Palestijnen om een eigen staat te hebben, erkennen. De Palestijnen en veel andere moslims en Arabieren erkennen echter níet het bestaansrecht van de joodse staat Israël.” De leus van Abou Jahjah is de mainstream slagzin in de Palestijnse gebieden en in heel de islamitische wereld: “From the river to the sea, Palestine will be free.” Iedereen weet wat dat betekent: de Joden de zee indrijven. Met die genocidale idee worden kinderen in de Palestijnse gebieden grootgebracht, en vaak worden ze stenengooiers of jihadisten met messen, voertuigen of explosieven.

Dat politiek correctelingen en cultuurmarxisten van links tot centrum-links evenals verdwaalde volksnationalisten de kant van de Palestijnen kiezen of Israël haten omdat ze in wezen de VS, het Westen en vrijheid haten en moslims als kiesvee zien, mag niet verbazen. Dat iemand als Jean-Marie Dedecker, vrijdenker, politiek incorrect op zowat elk gebied en fel islamcriticus, een blinde vlek vertoont wanneer het de islamitische haat en jihad-plicht jegens de Joodse staat betreft, is uitermate bizar. Israël wordt door radicale moslims geclaimd om dezelfde reden en op dezelfde manier als ze bijvoorbeeld Spanje en de Balkan claimen. Ik raad Dedecker tot slot dan ook de lectuur ‘150 Palestijnse fabels. Feiten voor een beter begrip van het conflict tussen de Arabieren en Israël’ aan. Daar kan hij voor een volgende column heel wat oneliners uithalen, maar dan wel onderbouwd.

De auteur is medewerker van het Vlaams Belang.

Sam van Rooy (1985) is Vlaams volksvertegenwoordiger, Antwerps gemeenteraadslid en fractieleider voor het Vlaams Belang. In 2014 was hij 1e opvolger voor het EU-parlement. In 2011 was hij beleidsmedewerker bij de PVV van Geert Wilders. Van 2012 tot en met 2018 werkte hij als studiedienstmedewerker en perswoordvoerder voor het Vlaams Belang. Hij is ingenieur bouwkunde (MSc.), publicist en auteur van enkele boeken over de islam en de Europese Unie ('Voor vrijheid dus tegen islamisering', 'De islam. Kritische essays over een politieke religie', 'Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU'). Zijn website: www.samvanrooy.be.

Commentaren en reacties