JavaScript is required for this website to work.
post

Opium voor het volk

ColumnJohan Sanctorum7/12/2016Leestijd 4 minuten

De exorbitante weddes van topvoetballers hebben een socio-politieke betekenis en verzoenen de gewone man met ongelijkheid.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het zijn bedragen die mensen met een normaal inkomen, of nog minder, doen duizelen: voetballer Kevin De Bruyne, met zijn Jommekes-allure van echte volksjongen, stampt bij Manchester City jaarlijks zo’n 7 miljoen euro bij elkaar, premies niet meegerekend. Ook andere Rode Duivels zoals Hazard, Carrasco en Vermaelen zijn grootverdieners in dezelfde prijsklasse. Ze hoeven daarvoor overigens zelfs geen minuut op het veld te staan, hun makelaar bedong een genereus basisloon om gewoon hun naam aan de topclub te verbinden. De rest komt er bovenop: minuten speeltijd, gewonnen matchen, nevenposten zoals TV-rechten en portretrechten (dit laatste alleen al een goeie 500.000 euro per jaar in het contract van Toby Alderweireld).

De European Investigative Collaborations (EIC), een internationale groep onderzoeksjournalisten waartoe onder andere NRC, Der Spiegel en Le Soir behoren, ploos de financiële status van een resem topvoetballers voor u uit, en publiceerde dat onder de stoere codenaam Footbal Leaks, naar analogie met Wikileaks en andere klokkenluidersites.

Omgekeerde rechtvaardigheid

De vraag is alleen: wat moeten we ermee. Die contracten zijn rechtsgeldig, de voetballers betalen hun belastingen (uiteraard zo weinig mogelijk, en via een creatieve boekhouding), de clubs zijn voor het merendeel privébedrijven zonder overheidssteun. Het is een kwestie van vraag en aanbod in een vrijemarktsysteem, so what?

De relevantie van deze miljoenendans ligt elders, maar daar moet het EIC blijkbaar nog aan beginnen. Voetbal is namelijk in Europa een volksvermaak zonder weerga. Terwijl politici bijna moeten smeken om aandacht en zelfs in onderbroek geen publiek meer trekken, zitten de stadions voller dan ooit. Het een heeft natuurlijk met het andere te maken: het apolitisme vertaalt zich in voetbalgekte, vooral juist bij de sociale onderklasse. Want vergeet dat fabeltje over verbondenheid-in-de-sport, en de CEO die in de tribunes broederlijk naast de bandarbeider zit: de eerste zit doorgaans in de VIP-loge, het gros van de supporters bestaat uit paupers die soms een flink pak van het huishoudbudget besteden aan een jaarabonnement.

Dat brengt ons op de geldkwestie. Het is natuurlijk ironisch dat sterspelers à la De Bruyne voor een deel betaald worden met de minimumlonen of sociale uitkeringen van hun fans. Deze omgekeerde rechtvaardigheid komt ook in het loterijsysteem voor, waar een massa verliezers voor één winnaar betaalt, daarom ook wel genoemd “belasting op de domheid”. Niet toevallig zijn in derdewereldlanden zowel de loterij als het voetbal onnoemelijk populair, met de weddingschappen als link. De kans dat uw zoon het zelf schopt tot een Kevin De Bruyne-bis is ongeveer even hoog als de kans op het winnen van het groot lot. Niettemin dromen miljoenen ambitieuze papa’s –dikwijls zelf mislukte voetballers- ervan, en kunnen ze elkaars bloed drinken aan de zijlijn van lokale miniemenmatchen.

Allen voor één dus. In deze logica gaan we niet naar herverdeling, zoals de Piketty’s van deze wereld het aanprijzen, maar integendeel een elitaristische afdracht van arm naar rijk. Aan de top van de piramide staan de miljonairs die bijna als klassieke helden het succes uitstralen dat voor de onderklasse niet is weggelegd, maar waaraan die klasse zich toch mentaal optrekt.

De poging van de Europese onderzoeksjournalisten om afgunst bij de massa op te wekken, zal dus niet lukken: Kevin De Bruyne moét veel verdienen, want dat maakt hem nu net tot halfgod in een profane religie, wereldwijd uitgezaaid over een landschap waar geld alles betekent. Heel deze wereld dus min Noord-Korea.

Politieke stabiliteit

Immuun voor alle schandalen, omkoopaffaires en Sepp Blatters blijft de bal rollen, als een op hol geslagen wereldbol. De onwaarschijnlijke overbelichting van sport in de media ondersteunt deze planetaire idolatrie. Aangevoerd door de hyperfatische Jan Mulder debatteren voltijdse voetbalanalisten (ja, dat beroep bestaat dus) elke dag op VRT-Canvas bloedserieus over penalty’s, assists, doelpunten, scheidsrechters, in slow motion herhaald en van deskundige commentaar voorzien: ja, voetbal is belangrijk en ja, uw leven is beperkt tot de figurantenrol van de euforische toeschouwer.

Rijkdom fascineert, en het succes van de atleet staat ook voor waarden als geluk, gezondheid, zelfs seksuele attractiviteit (de uitspattingen van topvoetballers zijn in dat opzicht berucht). Het gescoorde doelpunt, metafoor voor het mannelijk orgasme, is alleen weggelegd voor het alfadier, de rest van de roedel kijkt toe. Nogmaals: de fan is niet jaloers, hij zet net zijn lage sociale status en politieke onmacht om in een emotionele band met de vedette die, wie weet, wel eens een handtekening uitdeelt. Voer voor antropologen.

Of waarom sport wel degelijk over politiek gaat. Elke week vergaapt de Engelse onderklasse van werklozen en laaggeschoolde arbeiders zich aan de halfgoden van de Premier League (niet voor niets is voetbal een Engelse uitvinding), live of op televisie. Dit ritueel draagt op de duur heel het politiek systeem, de democratie waar de Britten al sinds 1215 mee pochen: schrap het voetbal en er breekt een revolutie uit.

Zo bekeken kunnen die sterspelers niet genoeg verdienen en houden ze heel de maatschappelijke orde recht, een justitie met afkoopwetten, inclusief alle belastingen op de armoede, of bijvoorbeeld het feit dat de elektriciteit in ons land in één jaar met zo’n 300 euro per gezin is gestegen. Geen haan die ernaar kraait. Laat die Standard-supporters maar eens een deel van het stadion in de fik zetten of een keeper met voetzoekers bekogelen: het lucht op en creëert een verbondenheid die nooit de afmeting aanneemt van een revolte tegen het systeem zelf.

“Opium van het volk”,- wat Marx in 1844 over religie schreef, geldt vandaag voor het voetbal: “zij is de fantastische verwerkelijking van het menselijk wezen, omdat het menselijke wezen geen ware werkelijkheid bezit.”

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

Tags

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties