JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Opkomstplicht afschaffen : een zoveelste gemiste kans bij de Grondwetsherziening

Brecht Vermeulen19/4/2019Leestijd 4 minuten
Stemmen is niet verplicht, ‘opkomen’ wel.

Stemmen is niet verplicht, ‘opkomen’ wel.

foto © Reporters / PPE

De opkomstplicht: door de weigering om de grondwet te herzien, hangen we er nog even aan vast, maar de burger wil er vanaf.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De verkiezingen naderen. En dus morren mensen opnieuw omdat ze verplicht opgeroepen worden om als bijzitter bij een stemopnemingsbureau of bij een telbureau aanwezig te zijn.  Het uitzicht op een bijzonder leuke zondag smelt weg voor de dwang van de staat, met een droge pistolet-met-kaas en een lauw pintje als troost.  Nog meer gemor borrelt op omdat men ‘moet’ gaan stemmen. Meer gemor, omdat elke meerderjarige Belg een oproeping krijgt en er dus gewoon meer mensen kunnen morren.

We spreken doorgaans over ‘stemplicht’, maar dat is eigenlijk niet correct. De kiezer is slechts wettelijk verplicht zich aan het stemlokaal aan te bieden. Er is dus eigenlijk geen ‘stemplicht’ maar wel een ‘opkomstplicht’. Want eens binnen in het stemhokje kan de kiezer zonder probleem een ongeldige of blanco stem uit te brengen.

Werkgroep Politieke Vernieuwing

Tijdens de besprekingen in de Werkgroep Politieke Vernieuwing in 2017 werd de afschaffing van de opkomstplicht door de Open VLD en N-VA bepleit.  Ik was toen voorzitter van deze Werkgroep Politieke Vernieuwing, die tussen maart en juli elke week samen kwam, en honderden voorstellen de revue liet passeren.

Er was toen echter geen consensus over de afschaffing van de opkomstplicht. Enkel de N-VA, het Vlaams Belang en de Parti Populaire pleitten er toen voor. Open Vld en Vuye&Wouters kozen voor de afschaffing van de sancties voor de niet-naleving van de opkomstplicht, omdat dit geen grondwetsherziening vereiste. Alle andere partijen bleven vasthouden aan de opkomstplicht : PS, MR, CD&V (vanaf 16 jaar stemrecht, vanaf 18 jaar stemplicht), sp.a, cdH, DéFI en PTB-GO. Ecolo en Groen spraken zich tijdens de zitting niet uit.

Grondwetsherziening

De opkomstplicht ligt vervat in artikel 62 van de Grondwet. In de voorbije weken vond het debat plaats over welke artikelen in de volgende legislatuur konden herzien worden. De Commissie Grondwet van de Kamer van Volksvertegenwoordigers stelde op 2 april 2019 met 11 tegen 6 stemmen voor om artikel 62 niet voor herziening vatbaar te verklaren. We blijven dus nog enkele jaren zitten met de opkomstplicht.

In Europa bestaat de opkomstplicht enkel in België, Bulgarije (sinds 2016), Luxemburg en Griekenland.  Niet komen opdagen is in België zelfs een misdrijf, te bestraffen met een boete van 27 tot 55 euro. Bij herhaling kan die boete oplopen tot 137 euro of kan men zijn burgerrechten verliezen. Maar dat is louter theorie. Opkomstspijbelaars werden bij mijn weten sedert 2009 niet meer gestraft.

Toch blijven veel ingeschreven kiesgerechtigden afwezig.  In het Vlaams Gewest was in 2018 92,6% komen stemmen. In 2014 was dat 90,6%.

Maar de cijfers van opkomstspijbelaars liggen merkelijk hoger in Wallonië (meer dan 12%) en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (17%).  Ik ben benieuwd naar een academisch onderzoek dat de redenen daarvan zal aantonen.

Overtuigen om te stemmen

Bij een afschaffing van de opkomstplicht moeten de kiezers overtuigd worden om te gaan stemmen. Dit maakt dat politici niet alleen zouden moeten oproepen om voor hen te stemmen, maar eerst en vooral om te gaan stemmen. Ze zouden moeilijker bereikbare kiezersgroepen moeten sensibiliseren en overtuigen.  Meer dan nu het geval is. En daarmee zou men ook echt de kwaliteit van de democratie en de publieke aandacht voor het politieke debat kunnen aftoetsen.  Die zou terug te vinden zijn in een hoge opkomstgraad.

De opkomst voor de verkiezing van de Tweede Kamer (Nederland) op 15 maart 2017 bedroeg 80,4%. Het Schotse referendum over onafhankelijkheid in 2014 bracht 84,6% van de kiesgerechtigden op de been, de hoogste opkomst ooit voor een verkiezing/referendum in het Verenigd Koninkrijk. Bij de Bondsdagverkiezingen in 2017 kwamen 76,2% opdagen.  Bij de laatste parlementsverkiezingen in Frankrijk in 2017 was de opkomst veel lager : 48,71% bij de eerste ronde (11 juni) en 42,6% bij de tweede ronde (18 juni).

Volgens sommigen zorgt de opkomstplicht dat men sneller een ‘foert’-stem uitdeelt, terwijl anderen denken dat hierdoor juist minder extremistische partijen aan de bak komen.  Maar dan blijkt men opeens te vergeten dat 24% van de Vlamingen in 2004 voor het Vlaams Blok had gekozen. Ook in Griekenland, zoals eerder gezegd een van de laatste Europese landen met opkomstplicht, zetelen de Communistische Partij en de neo-nazistische Gouden Dageraad in het parlement, en is het extreem-linkse Syriza er al verschillende jaren de grootste partij in de regering.

Voor- en tegenstanders

De meeste politieke partijen vinden dat de opkomstplicht moet behouden blijven. De bevolking denkt daar echter anders over. In 2017 bleek uit een VRT-peiling dat 54% van de ondervraagden akkoord ging met de stelling ‘de huidige opkomstplicht moet worden vervangen door stemrecht’. 34% was hiertegen. Uit dezelfde peiling bleek dat er 74% van de respondenten ook zou gaan stemmen bij stemrecht, 20% wenste af te haken.

Sommige politici maken de keuze voor stemrecht of opkomstplicht omwille van principiële redenen, anderen eerder wegens politiek-strategische belangen.  Dat laatste mag niet verwaarloosd worden, want een parlementaire democratie werkt op basis van verkiezingen, waarin politieke partijen kiezers winnen of verliezen.

Voorstanders van de opkomstplicht vinden het niet teveel dat een persoon om de zoveel jaar verplicht wordt om zich aan te bieden. Ze leven in onze maatschappij en hebben de plicht hieraan deel te nemen, zo liet Monica De Coninck (sp.a) optekenen. Voor Ecolo is de opkomstplicht als een afspraak tussen de burger en zijn vertegenwoordigers op elk niveau van de Staat.  In 2007 was Groen! (toen nog met uitroepteken) nog voorstander van de afschaffing van de opkomstplicht. Ondertussen volgen ze het standpunt van hun Franstalige broeders.

Laat de kiezer vrij

De N-VA vindt dat de kiezer vrij moet zijn om al dan niet zijn democratisch recht uit te oefenen. Daarom blijft ze haar pleidooi herhalen om de opkomstplicht te vervangen door stemrecht. Bij het afschaffen van de stemplicht gaan enkel die stemmen verloren die de kiezer wil laten verloren gaan.  Zolang de stemplicht niet afgeschaft is, pleit de N-VA ervoor om blancostemmen om te zetten in lege parlementszetels.

De dwangbuis van de opkomstplicht loslaten, moet meehelpen om het politiek bestel als geheel meer te democratiseren en moderniseren, waardoor het vertrouwen in de politiek opnieuw groeit.  Maar spijtig genoeg blijven we nog enkele jaren met die dwangbuis zitten.

Brecht Vermeulen is Kamerlid voor de N-VA en kandidaat op de Kamerlijst in mei 2019. Hij is huidig voorzitter van de Commissie Binnenlandse Zaken

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, pent Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.