JavaScript is required for this website to work.
post

Opstand van de machthebber

Kwam de bestorming van het Capitool voort uit frustratie of zat er meer achter?

Dirk Rochtus10/1/2021Leestijd 3 minuten

foto © AFP

De militair-strateeg Edward Luttwark stelt dat de bestorming van het Capitool geen poging tot putsch was, maar voortkwam uit frustratie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De roem van de militair-strateeg Edward Luttwak berust op het boek Coup d’État: A Practical Handbook dat hij in 1968 publiceerdeDe 78-jarige Roemeen van afkomst doceerde aan Britse en Amerikaanse universiteiten en was adviseur van zowat alles wat de Verenigde Staten van Amerika (VS) aan defensie-instellingen en denktanks bezitten. De belangrijke Duitse krant Die Welt vond hem dan ook de aangewezen man om te interviewen over de bestorming van het Capitool door aanhangers van Donald Trump op 6 januari 2021.

Amerikaans DNA

Luttwak blijft er ‘gelaten’ bij zoals de interviewer van dienst opmerkte. Wat er gebeurde, is geen putsch, zoals sommige commentatoren zich lieten ontvallen. Putschisten zijn samenzweerders in sleutelposities van de staat die proberen operatieve eenheden onder hun controle te brengen om heerschappij te verwerven over de structuren van de staat. Wie een putsch wil plegen, doet dat niet dat bij klaarlichte dag en zorgt er wel voor dat er geen beeldopnamen van bestaan.

Geheimhouding kenmerkt de putschist. Dit was ‘een kleine bonte opstand’, zegt een wel erg relativerende Luttwak. Want opstanden zijn op zich niets ongewoons, ze behoren ook tot ‘het Amerikaanse DNA’. Het bijzondere aan deze opstand is wel dat hij werd opgepookt door iemand die zelf (nog) aan de macht is, aldus de geïnterviewde nog. Maar laten we bij het lezen van het interview toch ook niet vergeten dat die ‘opstand’ een ontwijding van de tempel van de democratie was, een aanslag op het wezenskenmerk van de beschaving.

‘Intrige’

Volgens Luttwak hadden de indringers van het Capitool geen concreet doel, maar zouden ze ‘vergelding’ hebben gezocht. Hoezo ‘vergelding’?  In 2016 zouden heel wat mensen uit politiek en media verklaard hebben dat ze zich zouden verzetten tegen Donald Trump na zijn verkiezingsoverwinning. Zijn aanhangers zouden daarom het gevoel hebben dat Trump het ‘slachtoffer van een intrige’ is die sindsdien verder uitgesponnen werd. Joe Biden behoorde niet tot degenen die in 2016 de overwinning van Trump niet wilden aanvaarden.

Daarom zou – nog volgens Luttwak – de woede van de demonstranten zich niet gericht hebben tegen Biden, maar tegen het ‘media- en politieke establishment’. Ze lieten hun frustratie de vrije loop, ‘gekrenkt’ als zij en hun nog-president zouden zijn door die jarenlange afkeer vanwege het ‘establishment’. Wat er gebeurd is, is een ‘spektakel dat probeert zich als politiek handelen voor te doen’. Maar welke bedoeling had Trump zelf toen hij de massa opzweepte? Maakt Luttwak er zich niet ietwat te gemakkelijk van af?

Wolfram Siemann, emeritus professor Geschiedenis aan de Ludwig-Maximilians-Universität München, schreef in zijn opiniestuk ‘Gebt mir ein Blutbad!’ in de Frankfurter Allgemeine Zeitung dat de nog-president op een bloedblad speculeerde om dan de noodtoestand te kunnen uitroepen: ‘Damit wäre er Herr der militärischen Exekutive geworden und der Kongress kaltgestellt‘ (‘Daarmee zou hij de militaire executieve beheerst hebben en zou het Congres “kaltgestellt” zijn’). Vicepresident Mike Pence heeft dit verhinderd door de Nationale Garde erbij te halen voordat de toestand verder kon escaleren.  Trump had met vuur gespeeld, maar met welk concreet doel voor ogen, dat zal verder onderzoek moeten uitwijzen: ‘Een kleine bonte opstand’ (Luttwak) of ‘Machtskalkül‘, ‘berekend omgaan met de macht’ (Siemann)?

Nixon

Hoe moet het nu verder met Trump? Luttwak haalt een interessante parallel met Richard Nixon aan die bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 1960 het onderspit moest delven tegen John F. Kennedy. Ook toen verspreidden aanhangers van Nixon het gerucht dat er gesjoemeld zou geweest zijn met de verkiezingsaanslag. Nixon weigerde echter de kiesresultaten aan te vechten omdat hij in het aangezicht van een stabiele Sovjet-Unie – in volle Koude Oorlogstijd – geen spektakel wilde maken van de Amerikaanse verkiezingen. Hij aanvaardde zijn nederlaag, het belang van de natie primeerde voor hem.

Nixon kon met geheven hoofd de verkiezingsstrijd van 1968 ingaan en werd tot  37ste president van de VS gekozen. Trump daarentegen heeft als slechte verliezer en als oproerkraaier alle krediet verloren. Luttwak zegt (of hoopt?) dat de Republikeinse Partij met een ‘nieuwe lei’ zal beginnen ‘op een niet-trumpistische basis’. In zijn ogen zijn de demonstranten allesbehalve conservatieven: ‘Klassieke conservatieven blijven thuis en houden zich bezig met hun boeken (…) zij gaan niet de straat op.’ ​

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties