JavaScript is required for this website to work.
post

Opvang van vluchtelingen kan best in eigen regio

Karim Van Overmeire8/12/2016Leestijd 4 minuten

Investeren in de toekomst van Syrië doe je door vluchtelingen te plaatse te helpen, stelt Karim Van Overmeire.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De moeizame bevrijding van Mosoel is aan de gang. En het is zeer waarschijnlijk dat er straks nog meer gebied op het criminele regime van de ‘Islamitische Staat’ wordt heroverd. Als de tanks en de camera’s daarna verder trekken, moet de bevrijde bevolking een toekomstperspectief hebben. Dat kan best in eigen land. Op voorstel van Minister-President Geert Bourgeois (N-VA) trok de Vlaamse Regering onlangs 350.000 euro uit voor de vluchtelingen van Mosoel. Dit is een uitstekend initiatief dat helpt om de inwoners van Mosoel een toekomst te bieden. In eigen land. Vlaanderen financiert mee de onderdak via opvangcentra, bescherming van de meest kwetsbare groepen en kamp-coördinatie om de levenskwaliteit van de vluchtelingen te verbeteren.

Arabische Lente

Zes jaar geleden brak de zogenaamde Arabische Lente aan. De directe aanleiding was de zelfverbranding op 17 december 2010 van de Tunesische straatverkoper Mohamed Bouazizi uit protest tegen de inbeslagneming van zijn handelswaren. Zijn zelfmoord leidde uiteindelijk tot de val van het regime van Ben Ali. De protesten sloegen over naar andere Arabische landen, maar het kwam enkel in Egypte, Jemen en Libië tot een regimewissel. In Libië kon Kadhafi trouwens maar ten val gebracht worden omdat Frankrijk en Groot-Brittannië de opstandelingen militair steunden en sindsdien verkeert het land in chaos. In Syrië brak een gruwelijke burger­oorlog uit die nog altijd voortduurt. In zowat alle andere Arabische landen ging men na enige tijd en na vaak cosmetische hervormingen over tot de orde van de dag.

Ik herinner mij nog levendig het enthousiasme waarmee de berichten over de Arabische Lente in de Commissie Buitenlands Beleid van het Vlaams Parlement onthaald werden. De Arabische Lente werd gezien als een verlengstuk van de democratische omwentelingen in Midden- en Oost-Europa ruim twintig jaar eerder. De Europese Unie zou zich verder uitbreiden, ook met een land als Turkije. Rond die Europese Unie zou een zone van democratische staten groeien, en die democratisering zou ook tot economische ontwikkeling leiden. Wie niet in het collectief enthousiasme deelde, was een kniesoor. Wat niet in het optimistische plaatje paste, werd genegeerd. De Europeanen kregen niet te horen dat de zelfverbranding van Bouazizi ook te maken had met de vernedering die hij als moslimman ervoer door het feit dat hij door een vrouwelijke agente was gearresteerd. Op het Egyptische Tahrirplein werden vrouwelijke demonstranten en journalisten omsingeld en aangerand. Deze ‘Taharrush’-praktijk zou later naar Europa overwaaien. De resultaten van de Arabische Lente zijn eerder pover. De eerste vrije verkiezingen in Egypte werden gewonnen door moslimbroeders en salafisten. In Syrië hadden de door het Westen bewapende tegenstanders van Assad de neiging om te vervellen tot soenni-fundamen­talisten die het vooral op christenen en andere minderheden gemunt hadden.

Bekoeld enthousiasme

De feiten haalden de dromen in en de dromers kregen een emmer ijswater in het gezicht. AKP-leider Erdogan, ooit voorgesteld als een fatsoenlijke ‘moslimdemocraat’, ontpopte zich tot een cynische speler op het schaakbord van de internationale politiek. De Europese Unie werd gechanteerd met een zogenaamde vluchtelingenstroom. De meeste mensen die de oversteek waagden naar het beloofde land verbleven al geruime tijd in Turkije en moeten dus eerder als economische immigranten worden beschouwd dan als vluchtelingen wier leven nog in gevaar is. Ze werden aangetrokken door de gulle opvang van de West-Europese landen. Als schepen bevoegd voor inburgering kom ik geregeld in contact met nieuwkomers. Ik vind het zeer begrijpelijk dat mensen op zoek gaan naar een beter bestaan voor zichzelf en hun gezin. Maar tegelijk stelt zich de vraag hoe lang deze massale instroom nog kan doorgaan. Het aantal kandidaat-immigranten is letterlijk onbeperkt. Onze opnamecapaciteit en het draagvlak bij de bevolking is dat wel.

Het aanvankelijk enthousiasme van de Vlaamse en Belgische werkgeversorganisaties lijkt ondertussen bekoeld. Opnieuw haalt de realiteit de dromen in. De nieuwkomers zouden toch niet over het gewenste profiel beschikken. Zowat de helft van de asielzoekers, erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden hebben geen diploma of enkel een diploma lager onderwijs en ruim 17% onder hen zijn zelfs niet of zwak gealfabetiseerd. Maar ook de hoger opgeleiden kunnen niet meteen aan de slag. Daarvoor verschilt onze samenleving te sterk met de situatie in het thuisland. Wie een Master in de Rechten behaalde aan de universiteit van Damascus krijgt te horen dat het diploma niet kan worden gehomologeerd en dat hij of zij nog twee jaar aan een Belgische universiteit moet studeren. Veel hooggeschoolden werken daarom onder hun niveau. En dit terwijl er bij de heropbouw van Syrië en Irak net mensen met diploma’s nodig zullen zijn.

Syrië

De deal met Turkije mag niet doen vergeten dat er miljoenen Syrische en Irakese vluchtelingen in andere landen verblijven. Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zijn er alleen al in Syrië 6,5 miljoen Internally Displaced Persons (IDP’s) en leven er 4,8 miljoen Syrische vluchtelingen in de Arabische buurlanden. In Irak leven 3,4 miljoen IDP’s. Iraaks Koerdistan alleen al is goed voor bijna 2 miljoen vluchtelingen en IDP’s. Bij zijn bezoek aan Vlaanderen eind augustus, vroeg de Koerdische minister Ali Sindi dan ook expliciet steun voor de opvang van deze nieuwe vluchtelingengolf.

Landen als Jordanië en Libanon bezwijken bijna onder het aantal vluchtelingen. Terwijl de Turkse president Erdogan miljarden bekomt door Europa te chanteren, moet de Jordaanse koning Abdoellah miljoen per miljoen komen bedelen in de Europese hoofdsteden. De steun vanuit Vlaanderen aan de opvang van vluchtelingen uit Mosoel komt dus zeker niet te laat. Naast het klassieke UNHCR-circuit zijn er trouwens nog andere initiatieven in de regio die steun verdienen. Zo zijn er bijvoorbeeld Kamers van Koophandel in Jordanië die projecten op touw zetten rond tewerkstelling van Syrische vluchtelingen, ngo’s die scholen bouwen in het Libanese Tripoli, enz.

Hopelijk wordt IS nu snel volledig verslagen en komt er vrede tussen de andere strijdende partijen in Syrië. Een nieuw Amerikaans beleid dringt zich op, want de waanzin in Syrië kan maar doorgaan zolang de sponsors van de strijdende partijen wapens en geld blijven leveren. Een onderhandelde oplossing zal niet noodzakelijk leiden tot het paradijs op aarde, maar zal oneindig veel beter zijn dan de verderzetting van het huidige conflict. Dan kan de heropbouw beginnen. Met de mensen van ter plaatse.

Foto © Reporters

Karim Van Overmeireis Vlaams Parlementslid voor de N-VA, Schepen van inburgering van de stad Aalst en Lid van de Commissie Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden en Internationale Samenwerking.

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties